door Henk Spaan
De heer Zwagemaker meent dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen. Volgens hem bestaat de BVD uit louter individualisten die geen gemeenschappelijke actie zouden kunnen ondernemen. Hoekstra vraagt het bestuur wat het denkt te doen met acties die van BVD-gezinden afkomstig zijn. De heer Dijstelbloem zegt dat het zich zal distantiëren van acties waar het zich gezien de statuten niet achter kan stellen. Zelfs kan het in de toekomst zover komen, dat mogelijkerwijs leden zullen worden geroyeerd.1
Tegen de verwachting in lukte het de BVD om contacten met soldaten te krijgen. In september 1970 verscheen de eerste Soldatenkrant van de BVD. De Soldatenkrant ging elke maand verschijnen met vier, later acht bladzijden. Daarin stonden artikelen over gebeurtenissen op kazernes, in de VVDM of over militarisme en de oorlog in Vietnam. Daarmee slaagde de BVD erin invloed te krijgen bij soldaten en zo begonnen de aktiviteiten van de BVD en de VVDM door elkaar te lopen. In september kreeg de soldaat P. uit Ermelo die al eerder vermeld is, contact met de BVD en tegelijkertijd nam hij zitting in het VVDM-afdelingsbestuur. Half oktober maakte de afdeling het eerste exemplaar van het afdelingsblad, de Alarm. De duizend exemplaren werden in het geheim over de kazerne verspreid.Samen met een andere afdelingsbestuurder werd ik bij de kazernecommandant geroepen. Hij vond het geen stijl dat we hem niet vantevoren hadden ingelicht over onze plannen. Daarna eist hij voor de verspreiding inzage in het blad te hebben. We vertelden hem dat zoiets onredelijk zou zijn, en preventieve censuur betekent. Daarbij zeiden we hem dat we ons daar niet aan zouden houden. (..)
Als afdelingsbestuurder kwam ik snel in contact met soldaten van andere onderdelen die in moeilijkheden zaten. We schreven vaak beklagen voor dergelijke mensen. Betroffen de moeilijkheden een heel onderdeel (bijvoorbeeld door een lastige commandant), dan gaven we het advies groter opgezette protesten te ondernemen. 2
Soldaat O.: Op zijn kazerne hadden twintig man voor de ingang van de eetzaal hun strepen van hun uniform getrokken en op de grond gegooid. Voor die drie gulden extra vonden zij het niet de moeite waard om soldaat I te zijn, want dat levert meestal ook nog allerlei vervelende karweitjes op.
Op een andere kazerne had slechts een deel van de soldaten prestatieverlof gekregen voor overwerk tijdens een oefening, hoewel de rest even hard had gewerkt.Men protesteerde en dreigde met een stiptheidsactie (in werkelijkheid begon met er ook maar meteen mee). Een gevolg hiervan was al meteen dat het onderling afknijpen praktisch ophield. De VVDM-man werd bij de commandant geroepen maar liet zich niet intimideren, integendeel; hij nam een kladblokje mee en schreef alles op wat de commandant zei, zodat die geweldig voorzichtig werd. Soldaat V. vertelt dat er op zijn kazerne op een gegeven moment al bijna een dag geen water was. Toen kwam er iemand van een andere lichting die aankondigde: "Als we over 24 uur geen water hebben, gaan we allemaal naar huis!". Dat sloeg natuurlijk wel aan, de hele kazerne was er vol van. Soldaat V. kreeg de opdracht van zijn maten om de VVDM op te bellen om informatie. Op de een of andere manier was zijn gepraat van de maanden ervóór, genoeg geweest om hem te doen opvallen bij de andere soldaten, zodat ze hem vertrouwden nu er iets gedaan moest worden. Het liep uiteindelijk op niks uit natuurlijk, want precies na 24 uur was er weer water. Soldaat V. had ook de rare ervaring dat een van zijn kamergenoten hem opeens vroeg: "Ben jij van het bestuur van de BVD?". Het was namelijk opgevallen dat soldaat V. 's avonds nog wel eens verdween naar de een of andere onduidelijke bijeenkomst. Na deze vraag ontstond een hele discussie, die uiteindelijk tot gevolg had dat de hele kamer nu BVD-publicaties aan het verslinden is!
BVD-soldaten raakten betrokken bij conflicten tussen soldaten en kader, bijvoorbeeld op de Stolbergkazerne op 20 mei '71.Aanleiding voor de actie was dat de kamers uit elkaar werden gegooid, volgens het kader "om het verzet te breken". Donderdag werd dit bekend gemaakt en vrijdag moest het al gebeuren. Iedereen baalde geweldig. Donderdagavond werd er besproken wat er gedaan moest worden. Drie man komen met een petitie die in snel tempo door bijna 90% van de soldaten ondertekend wordt. De petitie wordt op het appèl aan de CC aangeboden. De CC vindt het kennelijk een kostelijke grap want hij moet er erg om lachen. Maar de avond tevoren was afgesproken om na het appèl niet af te marcheren, maar te blijven staan. Wanneer dan het bevel "Geeft acht" door de pelotonscommandant gegeven wordt, verroert niemand zich. Na het tweede "Geeft acht" komt de CC er zich mee bemoeien. Hij is nu wél kwaad, zegt dat dit een geval van dienstweigering is en dat hij voor iedereen plaats heeft in de cellen. Intussen loopt het lagere kader langs de troep en intimideert iedere soldaat afzonderlijk, "Doe nou mee", "Wees nou verstandig" en dergelijke. Na achtmaal "Geeft acht" komt het meest fanatieke peloton in beweging. De anderen roepen nog van solidair te zijn, maar tenslotte marcheert iedereen af. 3
De actie was onvoldoende voorbereid en zou misschien succesvol zijn afgelopen als tevoren duidelijk was afgesproken om pas af te marcheren bij de toezegging dat de kamerindeling ongewijzigd zou blijven, zo luidde de conclusie op een BVD-vergadering.Wij dachten dat het aardig zou zijn als eens werd onderzocht of de overste zich soms schuldig gemaakt heeft aan het delict van artikel 31 betreffende de krijgstucht: het afhouden van beklag. Jammer genoeg ging Begemann niet opnieuw in beklag: Het Hoog Militair Gerechtshof had ongetwijfeld in zijn voordeel beslist, denken we zo. 4
Op de Stolbergkazerne werden acht soldaten bestraft omdat de commandant hun haar nóg te lang vond, nadat ze al twee keer naar de kapper waren geweest. De volgende dag werd in een protestpamflet een vergadering aangekondigd. Het pamflet en de vergadering werden verboden en vervolgens werden twee VVDM-bestuurders overgeplaatst. (Toen het later nog niet rustig werd, werden nog eens zeven soldaten overgeplaatst). In Amersfoort zaten op dat moment een aantal BVD-soldaten, die ook verantwoordelijk waren voor een artikel over de gebeurtenissen in het VVDM-districtsblad Emergo:Om de onvermijdelijke straffen, overplaatsingen (=onschadelijk making) en dergelijke met goed resultaat te bestrijden, moet de gehele kazerne gemobiliseerd kunnen worden in een daadwerkelijk verzet (langzaamaanacties, stakingen). (..)
De belangrijkste les uit onze actie was dan ook dat we tot het inzicht kwamen van de noodzakelijkheid om legale kernen (besturen) en illegale kernen (actiegroepen) op te bouwen.
Veel van onze soldaten zien het als hun hoofdtaak, van de VVDM een goede belangenorganisatie te maken, in tegenstelling tot wat ze nu is, met overleg en papieren, passieve leden. 5
Op een landelijk soldatenweekend van de BVD in mei 1971 besloot de BVD dat alle BVD-soldaten aktief moesten zijn in de VVDM. De BVD wilde zo een politiek perspectief geven aan VVDM-eisen op soms ook andere eisen naar voren brengen:Pas als de VVDM zich gaat verzetten tegen een radikalere werkwijze, kunnen we denken over een andere werkwijze. Voorlopig zal dit niet het geval zijn. 6
Tot dan toe waren er nog niet veel conflicten tussen VVDM en BVD geweest. Binnen een maand veranderde dat in de zaak Rinus Wehrmann.Soldaten uit Havelte maakten zo'n puinhoop van hun Duitslandoefening, dat enige kaderleden niets beters wisten te doen dan hun te vertellen dat het haar met ingang van 1 juli vrij zou zijn. Die leugen (toen nog wel) was later natuurlijk genoeg reden om mee te doen met een handtekeningenactie. 7
In Wezep, 't Harde en Ermelo waren kleine acties geweest (handtekeningen enz.). In Kampen hadden een aantal soldaten gehoor gegeven aan de oproep van de BWO (een duistere "Bond voor Wetsovertreders") om op woensdag "Wehrmanndag" te houden met langzaamaanacties etc.. Dit mislukte echter doordat lang niet iedereen ervan op de hoogte was. 8
's Avonds vergadering in de Hojelkazerne. Het hoofdbestuur was voltallig aanwezig. De discussie speelde zich alleen af tussen het HB en zeven aanwezige BVD-soldaten. De andere dertien aanwezigen waren stille toeschouwers, begrepen ook nauwelijks waar het over ging. Het HB verwierp acties in de kazerne: te gevaarlijk, we krijgen de soldaten niet mee, we krijgen de publieke opinie tegen ons. De demonstratie in Amersfoort wordt niet als een goed voorbeeld maar als een toevalligheid gezien. Men zag meer heil in het voorstel voor een demonstratie in Den Haag op de avond voor of de dag van de zitting van het Hoog Militair Gerechtshof. 9
Door de onenigheid kwam van de oprichting van een actiecomité niets terecht en de BVD-soldaten besloten na de vergadering, om op de hearing van woensdag 16 juni een stencil uit te delen met een protest tegen de houding van het bestuur. Verder maakten zij plannen om alsnog demonstraties en een avond te organiseren in Ermelo en in 't Harde:Op deze vergadering waren minstens honderd soldaten aanwezig. Er werd daar besloten om een demonstratie op de kazerne te houden in de middagpauze. De volgende dag zouden alle soldaten nog bij elkaar komen in het Humanistisch Militair Tehuis om de demonstratie te organiseren. Deze vergadering is echter niet meer doorgegaan omdat de volgende dag de haardracht werd vrijgegeven door de minister. 10
Onder druk van alle protesten besloot minister Den Toom, die aanvankelijk nog verklaard had dat van een vrije haardracht geen sprake kon zijn, de kwestie over te laten aan de vaste kamercommissie voor defensie. Deze besloot op woensdag 16 juni, terwijl de VVDM aan het vergaderen was, de haardracht vrij te geven, waarna ook Wehrmann werd vrijgelaten.Het is gebleken dat dit niet zo makkelijk gaat als we hoopten (vergadering in de Hojelkazerne voor de actie, R.W.). Dit kan nog onderstreept worden met de ervaringen die de afdeling Ede heeft met de VVDM. De VVDM-afdeling daar wilde op 1 juli (groetdag) een demonstratie organiseren. Een van de soldaten riep hiervoor de hulp in van de BVD. Toen dit de anderen van het afdelingsbestuur ter ore kwam, voelden dezen daar niets voor. Toen ook het HB dit te weten kwam, ging de hele demonstratie niet door. 11
De BVD wilde in de toekomst slagvaardiger kunnen optreden en er zou daarom een "hoofdbestuur" moeten komen. Aan het eind van dat jaar kreeg de BVD inderdaad zo'n hoofdbestuur, dat "Polkom" (politiek komité) ging heten.De gang van zaken in Ede is een goed voorbeeld van een actie zoals je die kunt voeren: niemand heeft enige overtreding begaan, niemand wordt persoonlijk aangevallen of gekwetst (vaak worden aanwezige meerderen uitgejouwd of gepest), maar op rustige wijze heeft men laten zien dat men wel degelijk iets wilde bereiken.
Op 13 juli was in Havelte een demonstratie. 's Ochtends was dat op alle onderdelen rondverteld en tussen de middag liepen zeshonderd soldaten mee achter spandoeken met de leuzen "Afschaffing groetplicht" en "Afschaffing paraat weekend". Het idee voor de demonstratie was kennelijk, net als in Ede, ontstaan door de groetdag. Maar belangrijker was de eis tot afschaffing van het parate weekend. Een keer per vier weken waren onderdelen van de landmacht verplicht om het weekend binnen te blijven, om zo de paraatheid van het leger ook tijdens het weekend op peil te houden. Voor soldaten een bron van ergernis, omdat het telkens een weekend lang verveling betekende.De voorbereiding was in uitermate korte tijd gebeurd, en de demonstratie werd meer uit een gevoel van eindelijk iets tegen het leger te doen, georganiseerd, dan dat de leuze en de eisen uitgebreid waren doorgepraat. 12
Op de Generaal-Spoorkazerne in Ermelo liepen de conflicten in deze zomer het hoogst op. Daar zat een aantal aktieve BVD-soldaten.Onder invloed van de demonstratie in Havelte (13 juli), waarvan een verslag in Alarm, begon de VVDM-Ermelo ook te werken aan de strijd tegen het parate weekend. Op maandag 9 augustus werd een Alarmpamflet over de gehele kazerne verspreid. Daarin werd voorgerekend dat met het oefenprogramma tot half december de soldaten van 41 BS, 11 Pagncie en 11 Btvaat gemiddeld twee weekeinden per maand dienst zouden hebben.
Het spreekuur van dinsdag 10 augustus werd druk bezocht. De vertegenwoordigers van de parate onderdelen besloten tot een demonstratie. Donderdag kwam er een tweede pamflet met eisen: afschaffing van het parate weekend; naar een veertig-urige dienstweek, waarbij overwerk gecompenseerd dient te worden, en tenslotte de eis van betere oefenprogramma's. Er wordt mondeling doorgegeven dat er de volgende dag een demonstratie zal zijn. De volgende morgen wordt het afdelingsbestuur (na verspreidingsverbod van het tweede pamflet) gearresteerd voor een huishoudelijk onderzoek door de marechaussee. Verder werden een aantal compagnies toegesproken door hun CC: "We hebben jullie in de gaten!"; "Doe niet mee!!". Die middag is er toch een begin van een demonstratie geweest. Er verzamelden zich tachtig man bij het gebouw van de C-compagnie, die na een paar minuten door ongeveer evenveel officieren werden tegengehouden. In het gebouw van de C-compagnie werden de stoters door het kader tegengehouden. Degenen die toch naar buiten kwamen, begonnen samen met twintig man van 11 Pagncie aan de demonstratie. Bij de Bravo, de Ost en Btvaat stonden soldaten klaar om zich aan te sluiten. Daar stond echter majoor Tromp die er in slaagde om verdeeldheid te zaaien: "De organisatoren lopen niet eens mee". Logisch, want die zaten bij de marechaussee. Iedereen ging twijfelen en men ging terug naar zijn kamer. Het afdelingsbestuur werd tot 's avonds laat verhoord. De straffen: een sergeant gedegradeerd, de anderen streng en verzwaard arrest. Een groepje soldaten van 11 Pagncie weigerde naar huis te gaan uit solidariteit met het afdelingsbestuur. 13
Indien vorenstaande geen effect heeft, kan het bedoelde kaderlid door een individuele aanpak de massapsychose trachten te doorbreken. Hij zal zich daartoe rechtstreeks tot (een voor een) hem eventueel bekende belhamels richten, elk zo mogelijk bij de naam noemen en hem een duidelijk dienstbevel geven, bijvoorbeeld zich van de plaats te verwijderen en zich te begeven naar X. Deze wijze van optreden kan leiden tot isolement van de actie (verzets-) leider(s). Ook indien niet duidelijk is wie de belhamels zijn, kan de individuele aanpak van telkens één man ertoe leiden, dat het collectieve karakter van de actie wordt aangetast; gehoorzaamt één soldaat, dan is de kans groot dat velen zullen volgen.
Dat was de kern van de brief: zoek, waarschuw en bestraf de "agitatoren/belhamels", die in de brief verder respectievelijk genoemd werden "activisten", "rebellen", "de onwilligen", "actie/verzets-leiders", "de aanstichters", "de opruiers", "de leidinggevende figuren" en "degenen die bij de actie op de voorgrond treden".Toen kwam Bram van Riel, die even naar de telefoon geweest was, terug met de mededeling dat Pierre Ploumen die afwezig was omdat hij moest ledenwerven op vliegbasis Volkel, niet werd toegelaten omdat de commandant niet wist waar hij aan toe was. Toen dit bericht was doorgedrongen waren er aanzienlijk meer DC's voor, om een "HARDE" motie in te dienen. Besloten werd dat Harry Wagter een motie zou samenstellen. 14
Dit leidde tot een motie met de volgende tekst:De ledenvergadering, bijeen te Utrecht, is verontrust over het optreden van VVDM-leden die rechtstreeks tegen de belangen en standpunten van de vereniging in handelen. De vergadering wenst dat het bestuur nagaat, inhoeverre geëigende maatregelen noodzakelijk zijn, wanneer leden een duidelijk tegengestelde politiek voeren.
Op de ledenvergadering voegde hij hieraan toe, dat hij dacht aan achtereenvolgens distantiëring, schorsing en royering: "De BVD hoort niet thuis in de VVDM".15Het HB was de avond voor de ledenvergadering vastbesloten -en was ervan overtuigd dat het zou lukken- de BVD er uit te zetten. 16
In zijn inleidende redevoering op de ALV zei VVDM-voorzitter Jan Reijntjes, dat de afdelingen Havelte, Ermelo en Amersfoort uit de pas waren gaan lopen door in nauw contact met de BVD demonstraties te organiseren op het kazerneterrein. Het argument dat mensen als privé-persoon aan de actie hadden meegedaan, verwierp Reijntjes.Dat is voor de gek houderij. Wanneer je een functie hebt in een vereniging en bij de mensen als zodanig bekend bent, dan spreek en handel je namens die vereniging. Al zeg je er honderdmaal bij dat je alleen voor jezelf spreekt, dat helpt je niet.
Jan Reijntjes vond dat VVDM-ers in strijd met de statuten hadden gehandeld toen zij demonstraties organiseerden zonder toestemming van de kazernecommandant. De BVD was slecht op de vergadering voorbereid. In een discussiestuk schreef Wim Schul, op dat moment gelegerd in Ermelo en lid van de BVD:Een goed geïnformeerde soldatenvergadering, zo deze het al zo ver had laten komen, had er dan in ieder geval geen moeite mee gehad, in te zien hoe reëel die bedreiging was. In plaats daarvan meende men: "Dat kunnen ze toch nooit doen". Tijdens de ledenvergadering van de VVDM waren het VVDM-insiders die het aannemen van de DC-motie verhinderden, geholpen door tactische blunders van het hoofdbestuur. Maar het was niet mogelijk om de standpunten duidelijk uiteen te zetten, omdat dit verkeerd zou uitvallen, en omdat er zo goed als geen BVD-ers waren. 17
De motie Wagter werd niet aangenomen, omdat veel VVDM-ers demonstraties goedkeurden en dus de houding van het afdelingsbestuur in Ermelo verdedigden (in de discussie stonden de gebeurtenissen in Ermelo centraal), en ook omdat de consequenties van de motie niet goed te overzien waren door een onduidelijke formulering: de motie vroeg maatregelen "wanneer leden een duidelijk tegengestelde politiek voeren", maar maakte niet duidelijk wat daarmee precies bedoeld werd.De lijst van BVD-ers is niet in ons bezit, noch hebben wij haar ooit kunnen inzien. Degenen die het tegendeel beweerd heeft, is bereid dit terug te nemen. Wel is ons meegedeeld dat er bij de Bevelhebber Landstrijdkrachten een dergelijke lijst is. (..)
Wij zijn op de hoogte van het feit dat de Bevelhebber Landstrijdkrachten een brief aan de minister heeft gestuurd, waarin hij eist dat deze het algemeen bestuur bij zich roept en de eis stelt: binnen een maand een duidelijke koerswijziging. Sanctie: intrekking van alle faciliteiten en contributie-inning.
Resumerend: wij zijn van mening dat noch de BVD, noch de leden die aan de demonstraties hebben deelgenomen, de schuld kan worden gegeven van de huidige situatie, doch dat deze schuld wel degelijk aan defensiezijde moet worden gezocht, waar men weigert een consequent hervormingsbeleid te voeren, en toelaat dat vanaf posities lager in de lijn repressie wordt uitgeoefend (van Elsen). In de toekomst zullen acties als de hier omstredene beslist wel gevoerd moeten kunnen worden, hiervoor is echter een wijziging van de krijgstucht nodig. In feite geven wij Defensie tot de begrotingsdebatten de tijd om deze wijziging te bewerken. Wij zijn van mening, dat de bedoelde acties tot dan achterwege moeten blijven. Daarna volgt dan een definitieve beslissing of overgegaan moet worden tot een wijziging van de statuten. Natuurlijk zal hiertoe een uitgebreide ledenvergadering worden bijeengeroepen.
Het bestuur vond dat door dit compromis andere moties konden worden ingetrokken, en dat gebeurde ook. De vergadering ging akkoord met de afkoelingsperiode met slechts twee stemmen tegen.In het werken binnen de VVDM bestaat inderdaad het gevaar van een putchistisch optreden, waarbij we de VVDM kapot kunnen maken. Het is verleidelijk om door middel van een georganiseerd optreden op hearings en dergelijke de VVDM naar je hand te zetten. 18
Dat de ALV gedeeltelijk een overwinning was voor de radicale vleugel, bleek ook uit het feit dat voor een vrijkomende plaats in het bestuur niet de bestuurskandidaat werd gekozen, maar Johan Bekema, die velen niet kenden en die op de vergadering afwezig was omdat hij straf moest uitzitten voor zijn aandeel in de demonstratie in Havelte. Ook in de pers kwam de afkoeling niet over als een matiging van de kant van de VVDM, maar meer als een ultimatum over een periode van drie maanden. In het redactionele commentaar in de volgende Twintig wordt de hoop uitgesproken dat Defensie uit deze handreiking bepaalde consequenties zal trekken.Gebeurt dat niet, dan verwachten we dat de VVDM na de behandeling van de defensiebegroting een moeizame ledenvergadering tegemoet gaat. Want niemand kan dan nog van een bestuur, dat in september vertrouwend op de goede wil van de minister min of meer de rust gehandhaafd heeft, verwachten dat het nog met veel vuur zal proberen dat wéér te doen als de minister dat vertrouwen beschaamt. 19
Voorzitter: Inderdaad, handelingen van Defensie kunnen het bestand verbreken.
Afdeling Ermelo: Wat gebeurt er als Alarm verboden mocht worden?
Voorzitter: Niets, dat gebeurt zo vaak dat men niet van escalatie in dat geval mag spreken.
Net als met de haardrachtkwestie blijkt, dat, nu de soldaten in beweging komen, er ineens wél werk van gemaakt kan worden! Kortom: we hebben er zeer zeker geen spijt van dat we geholpen hebben de demonstratie te organiseren.
De Alarm was met name onkrijgstuchtelijk omdat in een ander artikel een protest stond tegen de overplaatsing van twee afdelingsbestuurders.Er is toch een generaal Smits die aan zijn 'ondergeschikten' schrijft: "Ik zal alles in het werk stellen U ervan te weerhouden de WET te overtreden"; maar deze zelfde generaal is verantwoordelijk voor de overplaatsingen van Daalhuisen en Duppen. Terwijl, zoals bekend, maatregelen nooit het karakter van een verkapte straf mogen hebben. Wat is de generaal toch wetsgetrouw - zolang dit in zijn straatje te pas komt!".
De afdeling Ermelo was duidelijk minder voorzichtig dan het hoofdbestuur. Dat gaf de afdelingsbesturen in verband met de afkoelingsperiode het advies, "om problemen op kazernes op te lossen door gesprekken of, als dat niet zou lukken door bemiddeling van het hoofdbestuur".20Het stomste wat je in een periode van samenwerking wel kunt doen, is de andere partij niet in de gaten houden. Toch is dat precies wat we gedaan hebben. Wij die pretenderen een pressiegroep te zijn binnen de VVDM, waren niet aanwezig op een soort kaderscholingsweekend van de VVDM. Dat weekend is een belangrijke springplank geweest voor de mensen die nu in het nieuwe hoofdbestuur van de VVDM zitten. Natuurlijk werd er uitgebreid gesproken over de acties rond Hans en Wim en men heeft zichzelf zo zitten opfokken, dat Jan Reijntjes gedwongen kon worden om een zeer radicale toespraak te houden op de protestbijeenkomst. 21
Op dit scholingsweekend legde de VVDM haar voorzichtigheid af, zoals ook de voorzitter in het bestuur vast stelde.Poelmann geeft verslag van de gebeurtenissen. In Driebergen verkeerde iedereen in een roes. We wilden wat doen. Van Gorcum van het CNV gaf voorlichting en uit zijn praatje hebben we punten kunnen halen waarmee we iets kunnen doen. Een van die punten was dat we onze afdelingsbestuurders heilig moesten verklaren, ze onschendbaar maken, wanneer ze moeilijkheden krijgen naar aanleiding van hun werk voor de vereniging. Dat doen de vakbonden ook. Wij kunnen dit principe gaan toepassen op de zaak Schul - Dona. 22
Op dit weekend ontwikkelde de VVDM de boven omschreven "dekkingsgedachte" en kwam men tot de conclusie dat de VVDM "Terug naar de basis" moest.Wanneer de straffen van Schul, Dona, IJlstra en Ostermeyer gehandhaafd worden, rest ons niets anders dan het overleg dat wij voeren met het ministerie af te breken. Wij weigeren alleen te praten over wasnummertjes en koperpoets als we daarbij niet principiële kwesties aan de orde kunnen stellen, wanneer ons dat goeddunkt. In een dergelijke situatie -dus wanneer welke vorm van straf dan ook gehandhaafd blijft- zijn termen als "bestand" en "afkoeling" zonder betekenis geworden.
Reijntjes voorzag dan "een lange, roerige winter".23Staatssecretaris van Es dreigde alle contacten met de VVDM te verbreken als de VVDM het georganiseerd overleg zou verbreken. De gevolgen laten zich raden. Een week lang is er koortsachtig overlegd met alle mogelijke instanties: van Es, de vertegenwoordigers van het G.O. en als belangrijkste alle politieke partijen, sommige tot drie keer toe. 24
Het overleg draaide met name om de confessionele partijen:Uiteindelijk wilden de KVP en de AR wel achter ons gaan staan, maar zij raadden ons aan, dit keer nog de kwestie te slikken. 25
Op 19 november stuurde de minister een richtlijn naar alle commandanten om voortaan alle zaken op het gebied van de vrijheid van meningsuiting over te laten aan de krijgsraad, en niet zelf te bestraffen zoals generaal O'Herne, de commandant van Schul en Dona, gedaan had. Dat was voor de soldaten een overwinning en de VVDM besloot daarom het G.O. niet af te breken.In oktober waren er handtekeningen verzameld en kaarten verstuurd. Voorts werd er een pamflet verspreid van de "Supportersclub VVDM", waarin met kracht geprotesteerd werd tegen de straffen, en waarin de anonieme club steun belooft aan de overgeblevenen van het afdelingsbestuur. De kazernecommandant heeft de verspreiding van dit pamflet verboden en voorts de verspreiding van welk anoniem pamflet dan ook.
Bij de mars op Nieuwersluis waren hoogstens twintig man uit Ermelo aanwezig (inclusief het afdelingsbestuur). Slechts zes parate soldaten stapten in de bus naar Nieuwersluis. 26
TM: Uit "Wat te doen" kunnen we lezen: strikte scheiding tussen illegaal en legaal. Dit moet tot uitdrukking komen in de cellen. Taak legaal deel: correspondentie, onderzoekstaken, conspiratie. Illegale: komt naar voren in de actie. Eventueel mensen opofferen voor deze strijd. (Onder bezwaar getypt; VL). De anderen op de achtergrond houden. Hierdoor is de continuiteit van de cel gegarandeerd. Scholing moet erop gericht zijn om het radicalisme af te leren. Niet spontaneïstisch werken! Bij spontane acties wel inspringen. 27
De aanhangers van Rosa Luxemburg benadrukten het spontane karakter van acties, en vonden dat de BVD meer moest aansluiten bij het radicale, 'niet-reformistische' verzet van soldaten tegen hun onderdrukking.Ook onze houding tegenover de VVDM is niet bepaald vanuit de gevoelens van de soldaten daaromtrent. Langzamerhand begint het tot ons door te dringen dat veel soldaten helemaal niets zien in de VVDM. Zoiets hangt ook vaak af van plaatselijke omstandigheden. Het kan nooit de taak van de BVD zijn om mensen de VVDM in te jagen. Integendeel, de taak van de BVD-soldaten is de strijd van de soldaten te steunen, op welke wijze die verder ook georganiseerd wordt. In die strijd moeten de BVD-ers waar nodig en mogelijk het reformisme kritiseren en bestrijden. 28
Het stuk "Een brandend vraagstuk in onze gelederen" uit februari '72 zette het probleem uitgebreider uiteen.Weliswaar is op het soldatenweekend van mei '71 besloten om binnen de VVDM te werken, maar zodra de VVDM openlijk reactionair wordt (Rinus Wehrmann, afkoelingsperiode) komt er onder de burgers een linkse stroming die wijst op de noodzaak van een onafhankelijke koers, waarbij we ons moeten losmaken van de VVDM.
De schrijver van het stuk noemde een aktie in 't Harde als voorbeeld, waarin de VVDM door haar gematigdheid het radicale soldatenverzet gesmoord had.De kapitein van de stafbatterij besloot om dan toch maar op zijn minst aan te horen wat de jongens voor klachten hadden. Hij heeft het geweten. In een les krijgstucht die bijna drie uur duurde werden twintig verschillende klachten door de maten uitgebreid naar voren gebracht. De kapitein werd er helemaal zenuwachtig van. Bij alles beloofde hij dat hij het zou nakijken, dat er iets aan gedaan zou worden, of dat hij het door zou geven. Er zal dus wel niet veel veranderen. Maar we geven hem een kans. 29
De BVD-ers die bij de actie betrokken waren, hadden kritiek op de VVDM. De VVDM-afdeling durfde het niet aan een pamflet over de situatie over de hele kazerne te verspreiden. Drie BVD-ers (twee soldaten en een burger) stelden toen een pamflet op.Toen wij het pamflet gestencild hadden, werd het verspreid door tien soldaten van de AMA zelf. De reactie op het pamflet was bijzonder goed. Op de hele kazerne werd over de situatie gesproken. Op andere onderdelen wilde men ook zoiets gaan doen. Op de 107 AVA, waar nog geen vrije reveille was, was men van plan om in beklag te gaan. Op deze afdeling zaten de meeste VVDM-ers. Het is hun fout geweest dat de beklagactie niet georganiseerd is, doordat ze niet de leiding durfden nemen. 30
Niet alle BVD-ers deelden de conclusie dat de BVD zich moest losmaken van de VVDM, en een reactie op "Een brandend vraagstuk" liet niet lang op zich wachten.In de districten werden eerst BVD-ers geaccepteerd die niet aktief VVDM-er waren en later werd dat bijna verheven tot een deugd. Dit alles zou anders geweest zijn als niet de hele landelijke politiek van de BVD via districten, dus via het A.S., was bepaald. Van de soldaten was het een fout dat zij de neiging hadden om het allemaal maar aan het A.S. over te laten. Het denken over een landelijke lijn hield nauwelijks meer in dan een oppositie op de hearings. Door de geschetste VVDM-politiek, en door de 'nieuwe praktijk' werd het steeds meer als iets raars beschouwd om invloed aan te wenden in de VVDM. 31
Onder invloed van dit stuk veranderde de organisatiestructuur van de BVD, want het voorstel van Schul om weer landelijke soldatenvergaderingen bijeen te roepen, werd overgenomen.In 1971 - '72 werd vanuit Amsterdam een praktijk ontwikkeld los van de VVDM. Het is voor nieuwere leden misschien niet bekend, maar in feite is hier op gereageerd door een fractie te vormen van soldaten die in de VVDM werkten en die door het A.S. geatomiseerd gehouden werden. Die fractie kwam in april 1972 bijeen en dat was in feite de eerste LSV ! 32
De BVD had al besloten om een landelijk bestuur te vormen om slagvaardiger te kunnen optreden, er kwam maandelijks een landelijke soldatenvergadering die het hoogste orgaan werd in de BVD; de kontaktmensenvergadering werd opgeheven en de regio’s verdwenen korte tijd later. In mei 1972 verscheen het eerste "Kaderblad", waarin de stukken werden gebundeld die voordien los werden rondgestuurd of uitgedeeld. Dit kaderblad ging voortaan systematisch verschijnen voor elke landelijke vergadering, maandelijks gemiddeld 40 bladzijden stencilwerk, vol met discussiestukken en met verslagen van vergaderingen en afdelingen..Gesteld werd dat naast het onbetrouwbaar maken van het leger, het vooral ook gaat om het socialistisch maken van de soldaten, die je na dienst opvangt in een socialistische beweging. 33
De meningsverschillen werden echter in de loop van de discussie kleiner en op het congres zelf was sprake van eensgezindheid. De opvatting dat de VVDM een rem vormde op de ontwikkeling van de soldatenstrijd, maakte plaats voor het principe dat BVD-soldaten in de VVDM-afdeling aktief hoorden te zijn, ook al ondervonden zij daarbij hier en daar tegenwerking van afdelingsbesturen. Het ging in deze discussie om details en dat blijkt ook wel uit het feit dat twee jaar later de posities omgekeerd lagen. Nijmegen en Ede wilden zich in 1975 richten op het werk in de VVDM, terwijl Wim Schul de noodzaak van zelfstandig optreden van de BVD benadrukte.Een paar weken later hadden we weer les van de CSM. Toen kwamen er zelfs maten terug van het drukken om lekker met de CSM te ouweteringhoeren. Het resultaat was weer een vrolijke les, waarbij de CSM voortdurend in de rede werd gevallen en de maten zich zaten te verkneukelen, elkaar zaten aan te sporen om ook mee te doen aan het ouweteringhoeren. 34
Binnen de BVD kregen Japie en Japie voor hun stellingen niet veel steun, omdat ze nauwelijks verder kwamen dan het bovenstaande.De strijd om de staatsmacht is dan ook altijd de kern van het socialisme geweest: de arbeidersklasse zal de democratie scheppen door het vestigen van haar revolutionaire maatschappij als eerste stap naar een klassenloze maatschappij. Dit alles is niets nieuws en het zal ook door Nijmegen, Ede en Breda onderschreven worden.
Dit zei Wim Schul op het congres. Helemaal vanzelfsprekend is het niet, maar het werd niet tegengesproken.Het partijbestuur is het hoogste orgaan van de partij gedurende de tijd tussen twee congressen. Het leidt alle politieke en organisatorische werkzaamheden van de partij.
Tussen twee congressen was in de CPN formeel, en ook in de praktijk geen controle mogelijk op de activiteiten van het bestuur. Dat gold niet alleen op landelijk niveau, maar ook in de afdelingen. Artikel 9:Een afdeling van de partij werkt onder leiding van een door de ledenvergadering gekozen afdelingsbestuur. Het afdelingsbestuur verdeelt de functies. Eenmaal per jaar brengt het afdelingsbestuur in de ledenvergadering een verslag uit van de werkzaamheden en legt voor haar bestuursbeleid verantwoording af.
In de BVD moest het bestuur (het polkom) doen wat de ledenvergadering (de LSV) zei.Al het werk op de kazernes gebeurt overeenkomstig de richtlijnen en de beoordeling van de situatie in de LSV. Wanneer de LSV niet op tijd bijeenkomt, worden richtlijnen uitgegeven door het polkom. Het polkom kan ook op verzoek van de LSV stappen ondernemen als afdelingen de richtlijnen niet opvolgen, ofwel zich afzijdig houden van de LSV.
De BVD-activiteiten vonden niet plaats onder leiding van het polkom, maar op basis van besluiten van de LSV. Het polkom had belangrijke taken, zoals het "toezicht houden op de uitvoering van LSV-besluiten", maar doorgaans was het polkom ondergeschikt aan de LSV.Het verwijt vanuit het polkom kwam hierop neer, dat afdelingen wel aan fractievorming (niet in de negatieve zin des woords) mogen doen, zelfs besloten, om de eigen mening te kunnen versterken, maar wel moet er bekendheid aan zo'n vergadering gegeven worden, daar iedere BVD-er het recht heeft om te weten wat er gebeurt binnen de BVD. 35
Enkele maanden na het vijfde congres begon de BVD met het systematisch voorbereiden van VVDM-ledenvergaderingen op de zogenaamde voorbereidende LSV's, voor alle BVD-soldaten op de vrijdagavond of zaterdag voor iedere ALV.Het lijkt ons bijvoorbeeld noodzakelijk de banden met het ministerie te beperken. Eigen huisvesting -buiten de kazerne, althans voor het secretariaat- ligt voor de hand. Het in eigen hand nemen van de contributie-inning eveneens. 36
De Twintig werd dikker en de ALV ging vaker plaatsvinden dan tweemaal per jaar.Op de algemene ledenvergadering van 16 maart zijn weinig schokkende dingen gebeurd. Het enige naar voren springende punt was wel, dat iedereen sprak over de VVDM als vakbond en dat iedereen de gedachte, dat met de vakbonden overleg zou moeten worden gevoerd over samenwerking, zonder commentaar accepteerde. Een voor de VVDM geheel nieuwe ontwikkeling.
Er was ook sprake van een "dekkingsgedachte" en daarover waren de meningen verdeeld. Stoof en de Dreu schreven in Twintig:De afdelingsbestuurders moeten zeker weten dat wanneer ze door de legerleiding in hun werk worden belemmerd, de vereniging volledig achter hen staat. (..) De bevoegdheden van de afdelingsbesturen zouden zodanig moeten worden verruimd dat ze zelfstandig kunnen optreden ten aanzien van de problemen in de kazerne.
Voorzitter Jan Reijntjes was ook voor de dekkingsgedachte, maar vond dat die wel goed moest worden omschreven:Wanneer je mensen gaat dekken die standpunten verkondigen die niet de jouwe zijn, verlies je als vereniging je geloofwaardigheid, dan ga je met zijn allen af als een gieter. Bovendien ben je een gemakkelijke prooi voor allerlei provocateurs. Voorbeeld: een afdelingsbestuurder die een demonstratie organiseert voor afschaffing van het leger, kan je nooit dekken. 37
Daarin had Reijntjes gelijk, evenals zijn mede-bestuurslid Peter van der Wiel die wees op de mogelijkheid dat de ALV een afdeling kon royeren als die afdeling een standpunt innam, dat volstrekt strijdig was met het VVDM-standpunt. Maar het probleem was ingewikkelder, want bijvoorbeeld de BVD had inmiddels geleerd om ermee rekening te houden dat een vakbond geen politieke partij is, en om onderscheid te maken tussen de eigen opvattingen en de opvattingen van de VVDM.dient de mening van het bestuur voor die van de afdeling te wijken, en moet de algemene ledenvergadering een uitspraak doen.
Intussen, gezien de evidente behoefte uit de vereniging, onthoudt het bestuur de afdeling de steun van de vereniging niet.
Hiermee spreekt de vereniging uit, dat het recht een actie af te keuren, uitdrukkelijk voorbehouden blijft aan de algemene ledenvergadering.
De algemene ledenvergadering van de VVDM is van mening dat de door de afdeling Wezep gehanteerde middelen zeker in overeenstemming waren met het belang van het doel van de gevoerde actie, namelijk het dekken van een afdelingsbestuurder in zijn werk voor de vereniging tegen repressailles.
Naar aanleiding hiervan werd op de volgende ledenvergadering opnieuw een motie ingediend, die in grote lijnen overeenkwam met de motie Havelte. Volgens deze motie dekte de VVDM in principe de activiteiten van haar afdelingen. Als het bestuur zich niet achter het doel van een actie kon stellen, moest het zich in de openbaarheid van commentaar onthouden en binnen veertien dagen een ALV bij elkaar roepen.In die veertien dagen dient het bestuur haar volledige medewerking (met name perscontacten) te geven aan de gevoerde of te voeren actie, tenzij haar dit door de rechter wordt verboden.
Volgens deze motie mocht het bestuur alleen bij onenigheid over het dóel van een actie ingrijpen (door middel van het bijeenroepen van een ledenvergadering). Als het meningsverschil betrekking had op het gekozen middel, moest het zich dus hoe dan ook achter de afdeling opstellen.Het bestuur is op de algemene ledenvergadering gekozen op een democratische wijze en zal per slot van rekening nooit gekozen worden indien de vergadering niet het VOLSTE vertrouwen zou hebben in het bestuur.
De ondertekenaars beschouwden de motie als een motie van wantrouwen en vonden die helemaal niet nodig.Immers er ís wederzijds vertrouwen. Op 20 juni zijn er nog vijf bestuursleden in het volste vertrouwen gekozen, ervan uitgaande dat we een hechte eenheid zullen en moeten vormen en gezamenlijk moeten streven naar datgene wat we allen wenselijk vinden.
Dergelijke argumenten waren eenvoudig te weerleggen, en het bestuur kon het aannemen van de dekkingsgedachte niet tegenhouden.Toen enkele leden van het HB dreigden met aftreden als het amendement niet werd aangenomen, zwichtten de indieners van de motie, hoewel de discussie had uitgewezen dat het amendement weinig kans had. 38
Het aannemen van de dekkingsgedachte was voor de VVDM een belangrijke stap. De positie van het bestuur werd ondergeschikt aan de wil van de ledenvergadering. (In veel organisaties kiest de ledenvergadering een bestuur, dat dan vervolgens een beleid bepaalt; zo ligt ook de verhouding tussen parlement en regering). Bovendien stond door deze motie het landelijk bestuur in de verenigingshiërarchie niet hoger dan een afdelingsbestuur.Het betekent niet alleen een verhoging van de handelingsvrijheid, maar ook dat de eventuele strafrechtelijke consequenties voor de organisatoren van de actie zijn.
Zo schreven de indieners van de motie in de toelichting, en daarmee komen we op de werkelijke betekenis van de dekkingsgedachte:Voor de daarop volgende hearing werd de volgende afspraak gemaakt: Ermelo doet het voorstel dat het HB niet meer mag dreigen met aftreden. Het HB moet loyaal uitvoeren wat de ledenvergadering wil. 39
De BVD sloeg hier de plank mis omdat niemand welk bestuur dan ook kan verbieden om af te treden wanneer het dat wil. Het voorstel was een radicalistische overdrijving en werd niet overgenomen.In 't Harde was in het voorjaar van '72 een groep van zes à zeven aktieve BVD-soldaten met daaromheen was losse contacten. De structuur van de VVDM op de legerplaats maakte contacten met de BVD lange tijd onmogelijk. De VVDM-afdeling werd lange tijd gemonopoliseerd door een afdelingsbestuurder, wiens vakbondsideeën hem een tegenstander deden zijn van de BVD. Hij slaagde er overigens niet in de VVDM tot een machtig wapen van de soldaten in 't Harde te laten uitgroeien. (..)
Na het strategieweekend werd er daadwerkelijk geprobeerd in de VVDM binnen te komen. Een van de BVD-ers heeft een bestuursvergadering van de VVDM bezocht en heeft daar de samenwerking tussen de BVD en VVDM voorgesteld. 40
Hij verziekte de vergadering door bepaalde onderwerpen ongemotiveerd af te breken of weg te laten, frustrerende opmerkingen te maken over allerlei initiatieven, waarbij hij het soms presteerde om een week na een dergelijke gebeurtenis aan iemand te vragen hoe het met het plan stond. (..)
Maar waarom laten we ons dan frustreren door twee mensen die waarschijnlijk samen vergaderingen voorbereiden? Omdat van onze kant spontaan, ongeorganiseerd en niet doelgericht opgetreden wordt. Dat gaat vanaf dat moment veranderen. Vergaderingen worden voorbereid, nagegaan wordt welke punten er aan de orde komen, wat erover gezegd kan worden en wat wij ermee willen bereiken. Iemand gaat ongemerkt als voorzitter optreden, dat wil zeggen zorgen dat er de hand aan de agenda wordt gehouden en dat de punten van die agenda op een goede manier behandeld worden. Een ander houdt de notulen bij, zodat daar later op teruggekomen kan worden en er niet van de hak op de tak wordt gesprongen. Later blijkt dat het werkt. Er wordt meer resultaat op de vergaderingen geboekt, er worden overwinningen behaald en de motivatie tot goed en hard werken neemt toe. De voorzitter kan het niet altijd volgen en wordt meer en meer op de achtergrond gedrongen. We nemen informeel het voorzitterschap over. Voorbeeld hiervan: Voorzitter: "Sorry jongens, maar ik heb geen agenda".
BVD-er: "Oh dat is niet erg, die heb ik wel".
Het gaat nog wel eens fout, maar dan is het een goede les die ons leert dat we erop moeten blijven letten. 41
Toen de dragers ervan het bevel bleven weigeren, vertelde sergeant-majoor Platteel hen dat ze naar het arrestantenlokaal moesten gaan. En toen ze dat ook niet deden werd de marechaussee te hulp geroepen. De marechaussee kwam met zijn tweeën in een busje. De twee weigeraars kregen het bevel om mee te gaan, wat ze toen maar deden.... Maar ze waren nog maar een paar passen weg of iemand riep: "Nou dan gaan we allemaal mee". Er volgde een flinke duwpartij met de marechaussee. Uiteindelijk vertrok het busje toch met de twee arrestanten en nog drie ongenode passagiers. De sit-down staking ging daarna gewoon verder, totdat tegen kwart voor twee de kazernecommandant de namen van alle stakers kwam opschrijven en de staking werd beëindigd. 42
Nog diezelfde middag werd Siebrand vrijgelaten en werd zijn overplaatsing ongedaan gemaakt. Dat is begrijpelijk omdat overplaatsingen als strafmaatregel niet zijn toegestaan, en omdat de commandant zo onvoorzichtig was geweest om de overplaatsing en de straf direct aan elkaar te koppelen. Bovendien ging het inmiddels niet meer zozeer om wat Siebrand had gedaan, maar meer om wat daarna gebeurd was: de VVDM had opgeroepen tot, en deelgenomen aan een staking.Bij ons op de compagnie was tijdens de actie alles hermetisch afgesloten. Er waren er een stel die naar de appèlplaats wilden. Maar die werden tegengehouden. Later zeiden ze wel allemaal: "We hadden ons verdomme niks van het kader moeten aantrekken. We hadden er allemaal heen moeten gaan".
Zo werd niet door iedereen gedacht, maar wel door velen.De mensen leven met je mee. Als er zo'n busje aankomt, dan roept iedereen al: hé, d'r komt marechaussee aan. Dat zal wel weer voor jou zijn. En toen ik een keer terugkwam van de marechaussee -dan moet je zo'n eind lopen en het was vrijdag vijf uur- toen leek het net of ik een defilee afnam. Al die auto's toeteren en wuiven en V-tekens maken. Dat heeft me wel gesterkt in het gevoel dat alles terecht was. Ook al hebben de meesten niet meegedaan. Dat is niet erg. 43
Door de actie is er een toenadering tussen BVD en VVDM gekomen. De VVDM-pamfletten zijn door VVDM en BVD op alle kamers verspreid. Overal werd een oppeppraatje gehouden. De actie bleek meer te leven dan aanvankelijk was gedacht. Overal werden de posters opgehangen. 44
Op 1 augustus, 's morgens, wordt het afdelingsbestuur door de legerplaatscommandant officieel gewaarschuwd. Op de appèlplaats wordt gedreigd (telegram BLS). Veel maten worden tot twaalf uur precies vastgehouden door hun commandanten, zodat ze niet even voor twaalf uur bij de poort aanwezig konden zijn, zoals was afgesproken. Om 12.10 uur waren er toch zo'n honderd man aan de poort. Omdat de demonstratie uiteindelijk geen bevredigend verloop had, werd zij om 13.00 uur herhaald, nu met succes. Door middel van een hernieuwde fluistercampanje tussen 12.30 uur en 13.00 uur is hiertoe opgeroepen. Er stonden circa 250 man bij de poort om de binnenkomende officieren handenklappend en niet-groetend spitsroeden te laten lopen.
Pers was aanwezig; NOS-TV maakte opnamen. Nadat een officier soldaten begon aan te houden, ontbond de groep zich snel. 45
De oprijlaan was op drie plaatsen afgezet door de marechaussee waardoor de pers en andere belangstellenden het gebeuren niet konden volgen (zijn toen naar 't Harde gegaan). (..) De officieren gingen vooral in auto's of via de achterpoort naar buiten zodat het voor die tachtig man een beetje een frustrerende zaak was. 46
Op de Trip-van-Zoutlandtkazerne in Breda verzamelden zich 240 soldaten bij de poort om massaal de groet te weigeren, maar verder waren er geen massale acties. Soms weigerden mensen individueel te groeten, en soms mislukten acties omdat kaderleden zich niet op het kazerneterrein vertoonden (hetgeen overigens opmerkelijk genoeg is: kaderleden die binnen bleven uit angst niet gegroet te worden). Bovendien was de druk op de VVDM op veel kazernes zo groot, dat afdelingsbesturen acties niet door lieten gaan. In totaal werden op de dag voor de groetdag minstens veertig afdelingsbestuurders op verschillende kazernes tijdens het uitdelen van de pamfletten opgepakt. Het effect daarvan bleek bijvoorbeeld op de van-Essen-Koolkazerne in Ede.Wel was op deze kazerne verreweg de beste propaganda gevoerd in Ede. De poster was overal opgehangen. Toen de poster verboden werd, kwam er een pamflet in de trant van: "Nu gaan we zeker door". De overste werd erg boos en zei dat alle basis van vertrouwen weg was. Een dergelijke harde taal paste de VVDM niet, en hij suggereerde dat de BVD erachter zat. Hij dreigde alle faciliteiten op te zeggen zoals het VVDM-hok en de toestemming voor het houden van een ledenvergadering op de kazerne. De genoemde pamfletten werden niet verspreid. 47
Zo ging de groetdag in Ede niet door.Het lullige van dit soort comité's is dat niet-ANJV-ers (of ASVA e.d.) er weinig of niets in te vertellen hebben. De belangrijkste besluiten staan al vast. Inhoudelijke discussies worden niet gevoerd, ook al omdat de ANJV-ers dat niet kunnen. Men hoort voornamelijk leuzen: "Er moet een nieuwe regering komen", en: "Dit is een zaak van de hele Nederlandse jeugd". Blijft de vraag: is een demonstratie à la ANJV wel zo effectief? Op de vergadering van ondersteunende organisaties werd door het NVV-jongerencontact terecht naar voren gebracht (onder hevig protest van de ASVA) dat de massale demonstraties van Onderwijs '71 en de werkende jongeren nauwelijks iets hebben opgeleverd. 48
De BVD stribbelde vergeefs tegen.Dit comité gaat een protestdemonstratie organiseren op 18 november in Amsterdam. In het comité ontstond ook een discussie tussen de aanwezige BVD-ers en de ANJV-ers. Voor ons was het belangrijker om zoveel mogelijk soldaten op de been te brengen, dan zoveel mogelijk mensen in het algemeen. Daarom zagen we meer in een bijeenkomst op een doordeweekse avond, die duidelijk vanuit de kazernes geregeld kan worden. Het ANJV (en enige anderen) zag meer in een bijeenkomst op zaterdag, want dan kunnen er meer mensen komen. 49
De CPN had invloed in Handen af van de VVDM via enkele met de CPN sympathiserende organisaties en door de arbeidskracht van het ANJV, maar probeerde ook op andere manieren de eigen positie te versterken. Zo wenste het ANJV geen vertegenwoordigers toe te laten van de PPR- en de PSP-jongerengroepen. Het ANJV vond dat "het karakter van het comité als bestaande uit jongerenorganisaties behouden zou moeten worden", en dat derhalve de PPR en de PSP in het comité geen zitting konden hebben. 50(..), omdat de argumenten van de legerleiding grote invloed hadden op de ideeën van de soldaten, ondanks al onze pogingen deze voor, tijdens en na de actie te weerleggen: "De VVDM doorkruist het overleg", "De groetplicht wordt binnenkort toch afgeschaft", "Wat de VVDM doet is ondemocratisch", etc. 51
Misschien vonden soldaten de straffen hoog, maar van opwinding zoals die ontstond na het bekend worden van de twee jaar gevangenisstraf voor Rinus Wehrmann was (uiteraard) geen sprake. De waarschuwing in de soldatenkrant van oktober: "Nu wordt de VVDM aangevallen, straks moet jij weer naar de kapper", zou misschien een overdrijving geweest zijn, en alle plannen voor ondersteuning van de VVDM zouden misschien zonder gevolg zijn gebleven, als niet kort daarna bleek dat er inderdaad plannen waren om de vrije haardracht af te schaffen.De hygiëne is een punt dat in verband met de vrije haardracht op dit moment ernstige zorgen baart.
En:Bovendien is er het probleem van de harmonisatie in internationaal verband.
Dit laatste wordt duidelijk als men weet dat in Duitsland, waar Nederlandse militairen regelmatig oefenden, inmiddels de vrije haardracht weer was afgeschaft. De geruststelling die de minister aan zijn uitspraken toevoegde, was eigenlijk ook een bevestiging van het bestaan van de plannen:
Het gerucht dat ik op 30 november een nieuwe beschikking hierover zou uitvaardigen, is ook (..) ter sprake gebracht. Ik zeg toe dat ik in ieder geval niet die datum zal kiezen. 52
De verscherping van het conflict had te maken met het feit dat het VVDM-bestuur op 13 oktober een compromisvoorstel van de minister om de betrekkingen tussen VVDM en ministerie te herstellen, afwees.zich zal onthouden van het meewerken aan of organiseren van acties waarbij wettelijke bepalingen overtreden worden. 53
Uit de AB-notulen van 13 oktober '72 blijkt dat daaraan nog iets werd toegevoegd:Er bestaat de toezegging dat wanneer de VVDM dit wenst, een vage verklaring aan de pers gegeven wordt bij overeenstemming, en niet de volledige verklaring zoals door de VVDM ondertekend.
Zeven AB-leden waren voor afwijzing van dit voorstel en er was één onthouding. Vijf dagen later vond het kamerdebat plaats waar de haardracht van de dienstplichtigen opnieuw in discussie werd gebracht.Bij het Ministerie van Defensie verwacht men dat de legerleiding binnenkort met (tot op de centimeter nauwkeurige) eisen zal komen voor de haardracht van de dienstplichtige soldaten. De kans bestaat dat de nieuwe lichting recruten die binnenkort opkomt, zich al zal moeten onderwerpen aan deze nieuwe normen.
Over deze geruchten ontstond opwinding. Op de Wittenberg bijvoorbeeld werd een pamflet verspreid op woensdag 1 november.De volgende dag ontstond er op een compagnie een "spontane" handtekeningenactie, die door tachtig procent van de maten van die compagnie werd ondertekend. In die petitie stond slechts één eis: "Geen herziening van de vrije haardracht". 's Avonds was er een vergadering met het bestuur. Hier werd besloten om de petitie over de hele kazerne te verspreiden. De organisatie van het geheel zou in handen moeten komen van een harde kerngroep. Dit om onderling wantrouwen onder de organisatoren zoveel mogelijk buiten te sluiten. 54
Zo ontstond op de Wittenberg de eerste "behaarde walnoot", een groep soldaten die onderling afspraken om ten allen tijde te weigeren om naar de kapper te gaan. Andere kazernes volgden dit voorbeeld, bijvoorbeeld 't Harde en Wezep, en alleen al de naam die deze groepen kregen, maakte duidelijk hoe moeilijk het zou worden om de vrije haardracht ongedaan te maken. Op een protestvergadering op 14 november in 't Harde bespraken tweehonderd aanwezigen wat er gebeuren moest als alleen de nieuwe lichtingen naar de kapper moesten.Dan moeten er protestdemonstraties gehouden worden en steunacties voor recruten die weigeren naar de kapper te gaan. Een soldaat vond dat er dan gestaakt moest worden. 55
De VVDM legde er nadruk op dat uitbreiding van douchegelegenheid, warm water en dergelijke beter zou zijn voor de hygiëne in het leger. Op veel kazernes waren deze voorzieningen gebrekkig. De klachten van de legerleiding over de lengte van het haar duurden dan ook niet lang en al in het begin van 1973 werd er niet meer over gesproken. Veel commandanten ergerden zich aan het lange haar, te meer omdat veel soldaten met opzet in hun diensttijd helemáál niet meer naar de kapper gingen. Maar ze moesten zich bij de feiten neerleggen.De voorzitter geeft blijk van gematigd enthousiasme, en merkt op dat hij niet voor wiens karretje dan ook gespannen wil worden. Hij geeft als zijn persoonlijke mening, meer het idee te hebben gehad bij een verkiezingsvergadering van de CPN te zijn geweest dan bij een protestvergadering ten behoeve van de VVDM. 56
Het gescandeer en geroep (kák-kér-lák-kén!) begon op het moment dat de muurkrant op last van de OKP werd verwijderd.
Enkele VVDM-ers vingen enkele kakkerlakken en lieten die zien aan de soldaten en aan de OKP. Eén soldaat liet een kakkerlak zien die in zijn eten zat; ook deze werd aan iedereen getoond.
Door de aanwezige kaderleden werd niets gedaan om het lawaai te doen stoppen. Een poging om één soldaat eruit te pikken had geen enkel gevolg. 57
In een geweldige woedeuitbarsting die zijn weerga niet had, werd ons (het afdelingsbestuur) opgedragen binnen het uur ons kantoor te ontruimen. 58
De VVDM was haar kantoortje op de kazerne kwijt, maar in de week erna werd de eetzaal geheel ontsmet.