Eeuwen in Chaos


Portret van I. Velikovsky

Een samenvatting van het historische werk van Immanuel Velikovsky

Hoofdstuk VIII. Conclusies


Hiermee zijn we 'rond' met de herziening van de volgorde van de Egyptische geschiedenis en we kunnen dat even heel kort samenvatten. Tussen 1500 en 1100 v.C. waren de Hyksos aan de macht, die we als Amalekieten uit de bijbel kennen. Toen kwam de achttiende dynastie die uiteenviel na de dood van Echnaton, Toetanchamon en Eje in 830 voor Christus. Daarna kwam de Lybische overheersing van Egypte, die doorgaans de 22ste en 23ste dynastie genoemd worden en geen 230 jaar duurt maar 120 jaar. Vervolgens kwam de 25ste, Ethiopische dynastie gedurende 50 jaar (de 24ste dynastie heerste ongeveer gelijktijdig in het Noordwesten van de Nijldelta). Rond 665 v.C. kwam de 26ste dynastie aan de macht die dezelfde was als de 19e dynastie met Seti en Ramses II (ofwel Psammeticus I en Necho II). Deze dynastie werd verdreven door de inval van de Perzen in 525 voor Christus. De Perzische overheersing noemt men de 27ste dynastie en duurde tot 400 toen Nectanebo I de Perzische invallers versloeg. Nectanebo I en II waren van de 30ste dynastie maar hoorden tegelijkertijd tot de 20ste dynastie; zij waren Ramses III en Ramses VI (de 29ste dynastie leefde tijdens de Perzische overheersing en hun macht was beperkt). Na Nectanebo volgde nog tien jaar Perzische overheersing en tenslotte kwam Alexander de Grote.
In dit overzicht ontbreekt alleen nog de rest van de 20ste dynastie en de 21ste dynastie. In het tweede deel van "de Zeevolken" gaat Velikovsky hierop in. Hij meent dat Ramses de zevende en achtste geen koning waren en alleen probeerden de macht te krijgen. Velikovsky geeft argumenten dat sommige van de farao's van de 21ste dynastie leefden tijdens de Perzische overheersing (evenals Ramses de negende en Ramses de elfde) en een soort hogepriester waren, en dat er sommigen tijdgenoot waren van Nectanebo I en II; Si-amon bijvoorbeeld leefde nog later, in de Ptolemeïsche periode.

De gangbare geschiedenisopvatting samengevat
In de gangbare opvatting van de Egyptische geschiedenis was de bloeiperiode van het Egyptische rijk de periode van de 18e, de 19e en de 20e dynastie. Het begin van de 18e dynastie wordt geplaatst rond 1550 v.C..Thoetmoses III veroverde Kanaän en kwam met rijke buit terug rond 1475 v.C., zijn opvolger Amenhotep II moest zich terugtrekken, diens opvolgers herstellen hun macht, die vervolgens weer rond 1340 onder Echnaton verloren gaat. In de tachtig jaar daarna herstellen achtereenvolgens Horemheb, Seti I en Ramses II de Egyptische macht. Ramses II strijd eerst tegen de Hettieten maar sluit een vredesverdrag ongeveer in 1250 voor Christus. Vijftig jaar later meldt Ramses III, de belangrijkste farao van de twintigste dynastie, dat de Hettieten verpletterd zijn maar hij komt op zijn beurt in conflict met indringers uit het noorden, de zeevolkeren en de Pereset. Het merkwaardige is dat hij meldt dat hij de orde in Egypte heeft hersteld na een lange periode van vreemde overheersing. Ramses III verjaagt de zeevolkeren en de Pereset in 1180 voor Christus, maar daarmee hebben we de grootste successen, wat betreft de Egyptische bronnen wel gehad.
De volgende Egyptische koning die in de geschiedenis opduikt is de bijbelse Sisak die de tempel van Salomo in ongeveer 925 v.C. plundert en men neemt aan dat dat Sheshonk is van de 22e, Lybische dynastie. Zera de Ethiopiër wordt 25 jaar later verslagen en deze moet toch via Egypte zijn opgerukt naar Palestina. Daarna speelt Egypte geen rol in de bijbel totdat rond 725 v.C. de koning van Israel tevergeefs steun zoekt bij de Egyptische koning So in zijn strijd tegen de Assyriërs. Ook de Ethiopiër Tirhaka kan Israël kort daarna niet helpen. Volgens Herodotus levert hierna de Egyptenaar Psammeticus strijd met de Assyriërs en zijn opvolger Necos heeft een soort machtsevenwicht met de nieuwe heerser in het tweestromenland, Nebukadnesar, tot het einde van diens rijk rond 600. De bijbel zegt dat Necho strijd leverde met Assyrië bij de rivier de Frath (de Eufraat) en de Joodse koning Jozia doodde en zijn zoon gevangen nam in 609. Apries leverde hierna strijd met Lybiërs en Grieken en Amasis verwelkomde hen in Egypte totdat de Perzen Egypte onder de voet liepen in 525 voor Christus.
Merkwaardig is dat de 18e, de 19e en de 20e dynastie hun daden uitvoerig verslagen hebben, maar dat we voor de daden van de latere farao's moeten zoeken in de bijbel, bij griekse historici en bij de assyriërs. Het is logisch dat de Egyptenaren hun overwinningen uitgebreider verslagen hebben dan hun nederlagen. We kunnen ons nu voorstellen dat Manetho bij het maken van zijn indeling in dynastieën, terecht vaststelde dat de achttiende dynastie de oudste was, dat ergens daarna de de bouwer van andere grote monumenten, Ramses II, gekomen moet zijn en daarna nog Ramses III die ook vrij veel bouwwerken na liet. Het resultaat lijkt te zijn dat de perioden van overwinningen in de geschiedschrijving achter elkaar geplakt zijn en dat de rest een beetje onduidelijk geworden is.

Een denkfout?
Toen ik voor het eerst "De aarde in beroering" van Velikovsky bij de kringloop aantrof werd ik daardoor aangetrokken door de visioenen die het boek opende op rampen die het aardoppervlak troffen en vervormden in het grijze verleden. Ik vond het interessant en grappig op een manier dat ik vaak ook andere buitenissigheden grappig en interessant vond, zoals theorieën over de moord op president Kennedy of de theorie over de grote overeenkomsten tussen Julius Caesar en Jezus Christus.
Ik begon te lezen en merkte dat Velikovsky zijn betoog uitgebreid beargumenteerde en dat hij over het algemeen goed schreef en in zijn beweringen goed te volgen was. Ik ging op zoek naar andere werken van Velikovsky en vervolgens naar andere werken op het gebied van de oudheidkunde om te kunnen toetsen of er iets van waarheid kon schuilen in de beweringen van Velikovsky, of integendeel of ik de onjuistheid ervan voor mezelf aannemelijk kon maken.
Vanaf het begin twijfelde ik wat ik ervan moest vinden. Soms dacht ik dat het waarschijnlijk niet waar zal zijn, maar dan weer dat de argumenten vrij redelijk zijn en dat het toch leuk zou zijn als er wél iets in zat. Ik zal niet ontkennen dat ik zou wíllen dat Velikovsky gelijk heeft.
Om het simpel te zeggen: aanvankelijk achtte ik de kans dertig procent dat Velikovsky met zijn herordening van de oude geschiedenis het bij het rechte eind had. Dat percentage steeg toen ik ontdekte dat de wetenschappers die hij aanhaalde en de archeologische vondsten waarop hij zijn conclusies baseerde niet obscure figuranten waren, maar echt de hoofdfiguren en de hoofdontdekkingen op het terrein van de geschiedenis van het Midden Oosten. Velikovsky noemt namen die steeds weer terugkomen in overzichten van Egyptische, Bijbelse of Griekse geschiedenis. Nu, na het maken van bovenstaand overzicht en samenvatting, heb ik weer iets meer vertrouwen in Velikovsky's herziening van de geschiedenis, laten we zeggen iets meer dan vijftig procent. Maar ik houd er nog steeds rekening mee dat ik ergens een denkfout gemaakt heb.

Twee fronten
Het werk van Velikovsky riep veel weerstand op. En wat dat betreft heeft hij het zichzelf ook niet gemakkelijk gemaakt. Want allereerst publiceerde hij "Werelden in botsing", waarin hij de meest controversiële stelling verdedigde dat de baan van planeten in het zonnesteltsel enkele malen veranderd was tussen 1500 en 700 voor Christus, met rampzalige gevolgen op aarde. Hij deed dat niet in een vragende vorm maar in een stellende vorm.
En slechts twee jaar later, terwijl hij nog volop verwikkeld was in heftige discussie over dat werk, publiceerde hij "Ages in chaos", waarin hij de fundamenten van een geheel andere tak van wetenschap, de oudheidkunde, volledig op zijn kop wilde zetten. Later stelde hij zichzelf de vraag of hij zijn stellingen niet wat rustiger of wat meer twijfelend of wat meer in kleine brokjes naar voren had kunnen brengen, hetgeen hij overigens meteen weer ontkende.
Een feit is dat zijn theorie over de beweging van de planeten op zoveel weerstand stuitte, dat hij in de ogen van het grootste deel van de wetenschappelijke wereld bekend werd als een fantast in het gunstige geval en als een oplichter in het ongunstige geval. Zonder dat overigens ooit iemand hem heeft kunnen beschuldigen van verkeerde of van tendentieuze citering van het werk van anderen.
Misschien heeft daardoor de publicatie van zijn historische werk, Ages in Chaos, een valse start gekregen. Misschien was de ontvangst van "Ages in chaos" gunstiger geweest zonder "Werelden in botsing".
Nu streed hij op twee fronten, om het plastisch uit te drukken: hij zei eerst dat de astronomen gek waren en twee jaar later kwam hij melden dat ook de archeologen gek waren. Dan zullen zowel astronomen als archeologen waarschijnlijk concluderen dat het Velikovsky is, aan wie wat mankeert.
Dat is ook de reden waarom ik in deze samenvatting me beperkt heb tot het vermelden van "grote rampen" en niet ben ingegaan op de achtergrond van die rampen of de theorie van Velikovsky daarover. Afgezien van het feit dat ik dat nog niet goed kan of wil beoordelen.
Er zijn mensen die de stellingen van Velikovsky verdedigen, maar het lijkt me dat wat hij beweert over rampen en planeten, pas werkelijk getoetst kan worden als datgene wat hij beweert over de herordening van de oude geschiedenis van het midden oosten meer aanvaard wordt dan nu. Als historici kunnen aantonen dat Velikovsky's herordening werkelijk onjuist is, dan kunnen we de rest van zijn theorieën waarschijnlijk ook met een korreltje zout nemen. Als daarentegen historici geen overtuigend antwoord kunnen geven op de beweringen van Velikovsky, dan wordt het tijd de rest van zijn opvattingen nogmaals aan een serieus onderzoek te onderwerpen om uit te zoeken wat er werkelijk gebeurd is tussen 1500 en 700 voor Christus.

Twee constructies.
Ik heb gezocht naar kritiek op het werk van Velikovsky, maar ik moet zeggen dat ik nog geen kritiek gevonden heb die mij heeft kunnen overtuigen. Er zijn niet veel mensen die de moeite genomen hebben om in detail het werk van Velikovsky te kritiseren. Het is gemakkelijker om iets te mompelen over pseudo-wetenschap en niet voor niets moet men boeken van Velikovsky bij antiquariaten zoeken in het hoekje esoterie en buitenaardse verschijnselen. Kritiek die ik gevonden heb gaat vaak over een detail dat volgens de kriticus niet kloppen kan. De kriticus kan daarin gelijk hebben, maar eerlijk gezegd denk ik dat het voor het historische werk van Velikovsky er niet meer om gaat onjuiste details aan te wijzen, maar om de fouten in het bouwwerk van Velikovsky aan te wijzen.
Er staan voor de oude geschiedenis twee constructies naast elkaar. In beide constructies zitten fouten, maar op het eerste gezicht lijkt de herziene versie van de geschiedenis van Velikovsky simpeler en eleganter in elkaar te zitten dan de conventionele versie uit de leerboeken. Ik ben geneigd te zeggen als niet ingewijde, dat de conventionele opvatting meer ongerijmdheden bevat dan de herziening van Velikovsky. En in ieder geval heb ik nog nergens een omvattende kritiek gevonden van waarom de herziening van Velikovsky niet kan kloppen.
En ik zou zeggen dat Velikovsky het verdient, niet te worden weggezet als oplichter. Hij verdient een gedegen onderzoek en een gedegen kritische behandeling van zijn werk. Want het staat vast dat hij van zijn theorie serieus werk gemaakt heeft. Dan is het misschien niet onverstandig om nog een keer uit te leggen waar Velikovsky zijn denkfouten gemaakt heeft. Ik denk dat de discussie nog niet is afgelopen. Of zoals een medewerker van de Slegte zei, toen ik een keer een boek van Velikovsky kocht: "Ja dat is toch een blijvertje".

Gemakkelijk te toetsen.
Velikovsky beweert dat de Egyptische geschiedenis veel ouder wordt geschat dan zij werkelijk geweest is. De grote Egyptische koningen leefden vóór het jaar 1000 voor Christus terwijl andere beschavingen in het oostelijk Middellandse-Zeegebied pas na 1000 voor Christus opkwamen. Om dat aannemelijk te maken bouwden de Egyptologen uit de gegevens die zij vonden over de oorlogen van die Farao's een heel schaduwrijk van koninkrijken in de Egyptische omgeving. Zo is daar het land Poent, er zijn de Kanaänieten die veel beschaafder waren dan vaak gedacht, daar zijn de Zeevolkeren, de Hoerriërs, de Mittanniërs, de Hettieten en er zijn de Pereset.
Deze volkeren hebben iets gemeen: ten eerste er is weinig over bekend waar die rijken vandaan kwamen en waar ze gebleven zijn en ten tweede lijken veel gebeurtenissen zich tweemaal te hebben afgespeeld, want Velikovsky ziet veel overeenkomsten in de lotgevallen van respectievelijk: het rijk van Salomo, Juda en Israel, de Grieken, de Cariërs, de Chaldeeën, de Meden en de Perzen.
Eigenlijk moet het gemakkelijk te toetsen zijn of Velikovsky gelijk heeft. De bewijzen voor de ene of de andere opvatting moeten te vinden zijn. Ik zal niet zeggen bij elke willekeurige opgraving in Griekenland of in het Midden-Oosten, maar toch wel op behoorlijk veel locaties moeten in verschillende lagen boven elkaar de opvolging van rijken of van koningschappen te vinden zijn. Velikovsky claimt dat op zowat elke locatie de bewijzen te vinden zijn van de onjuistheid van de gangbare geschiedopvatting. Maar als hij ongelijk heeft, dan moet juist het tegendeel blijken: dat bijvoorbeeld overal de vondsten van de 19e dynastie zich bevonden onder de vondsten van de 22ste of de 24ste dynastie en niet erboven zoals Velikovsky beweert. Of dat de vondsten van de Hettieten zich bevinden ver onder, in plaats van vlak boven de Assyrische vondsten zoals Velikovsky beweert; of toch maar weer: dat de Myceense voorwerpen gevonden worden onder en niet te midden van de voorwerpen met geometrische vormen.
Als Velikovsky onzin beweert, moet aan te tonen zijn dat de voorbeelden die Velikovsky aanhaalt, elke keer de zeldzame uitzonderingen zijn op de verder algemeen geldende regels. Er zijn echter niet veel pogingen gedaan om de theorie van Velikovsky in die richting te weerleggen. Het is mogelijk dat ik niet genoeg gezocht heb en dat de kritiek er wel degelijk is gemaakt. Maar voorlopig ga ik er van uit dat de afwezigheid van zo'n kritiek bewijst hoe moeilijk die te leveren is.