Een samenvatting van het historische werk van Immanuel Velikovsky
Hoofdstuk I. Inleiding
Immanuel Velikovsky is een man die veel opschudding in de wetenschappelijke wereld veroorzaakte, vooral in de jaren vijftig, maar ook daarna nog. Hij veroorzaakte veel opschudding en velen noemden hem liever een pseudo-wetenschapper. Hij werd geboren in 1895 in Vitevsk in Wit Rusland. In 1921 verhuisde hij naar Berlijn, daarna in 1924 naar Palestina en in 1939 vestigde hij zich in New York. Hij had een psychoanalytische praktijk en op een bepaald moment vanaf 1940 stortte hij zich op historische onderzoek. Hij overleed in 1979.
De opschudding die hij veroorzaakte lag op twee verschillende terreinen, ten eerste op het gebied van de astronomie, omdat hij de theorie ontwikkelde dat de planeten in ons zonnestelsel niet miljoenen jaren lang dezelfde omloop om de zon maakten, maar regelmatig en zelfs in het recente verleden nog, veranderden van richting onder invloed van kometen of zoiets dergelijks. Ten tweede veroorzaakte hij opschudding onder archeologen en kenners van de Egyptische, de Bijbelse en de Griekse geschiedenis, omdat hij de gebruikelijke datering van gebeurtenissen en van beschavingen ter discussie stelde en op een andere manier rangschikte dan gebruikelijk. In dit stuk wil ik het vooral hebben over het historische werk van Velikovsky om te kunnen beoordelen of er enige waarheid in zijn opvatting over de oude geschiedenis kan schuilen. In principe zal ik mij beperken tot het maken van een uitgebreide samenvatting van zijn historische werk. Dat werk heeft hij gepubliceerd in verschillende delen tussen 1952 en 1978. Sommige delen ervan zijn nooit gepubliceerd, maar terug te vinden in het internetarchief van zijn werk. Ik begon met het maken van de samenvatting omdat ik de stellingen van Velikovsky fascinerend vond, en omdat ik met het maken ervan de waarde van zijn stellingen beter zou kunnen schatten; temeer omdat ik een uitgebreide samenvatting van dit zo gecompliceerde en uitgebreide onderwerp niet elders heb kunnen vinden.
De exodus
Velikovsky begon zijn onderzoek vanuit de gedachte dat de Exodus van het Joodse volk uit Egypte plaatsvond in een periode van grote natuurlijke rampen. De tien plagen die Mozes aankondigde waren natuurlijke rampen en het feit dat aan het eind ervan de Joden in staat waren het land te ontvluchten, was een aanwijzing dat die rampen ook de bestaande regeringsmacht in Egypte ten val hadden gebracht. De vraag was wanneer deze rampen plaats vonden en wanneer het Egyptische rijk zo'n totale ineenstorting (laten we zeggen een hele grote aardbeving) beleefde.
Uit de Egyptische geschiedenis is de ineenstorting van het Middenrijk bekend, die gevolgd werd door een overheersing van de "Hyksos" gedurende een paar honderd jaar. Daarna ontstond 'het Nieuwe Rijk' met farao's als Thoetmoses, Amenhotep en Toetanchamon en Ramses II om maar een paar bekende namen te noemen. De exodus kon echter niet zijn samengevallen met de ineenstorting van het Middenrijk, omdat alom werd en nog steeds wordt aangenomen dat de meeste farao's van het Nieuwe Rijk veel eerder leefden dan Mozes en zijn opvolgers.
Velikovsky vond in het Nieuwe Rijk geen periode van volkomen ineenstorting, maar vond Egyptische teksten die een ineenstorting van de macht beschreven, onder andere de "Ipuwer-papyrus". Deze tekst kwam in een aantal details overeen met de beschrijving van de exodus en de tekst had kenmerken van teksten uit het Middenrijk. Maar als de exodus plaatsvond aan het einde van het Middenrijk, was de exodus dan ouder dan men dacht of was het einde van het Middenrijk later dan gedacht? Al vrij snel in zijn onderzoek ontwikkelde Velikovsky de hypothese dat de Egyptische geschiedenis in de gangbare opvatting ongeveer 600 jaar te oud gedateerd wordt. In de loop van 1940 begon Velikovsky zijn onderzoek naar de oude geschiedenis van het Midden Oosten en hieraan werkte hij door tot aan zijn dood in 1979. Zijn onderzoek publiceerde hij in een reeks van werken die hij "Ages in Chaos" (in het Nederlands "Eeuwen in chaos") noemde.
Hoe kwam de datering van dynastieën tot stand?
Er zijn bibliotheken vol geschreven over de Egyptische geschiedenis en die boeken gaan allemaal uit van ongeveer dezelfde dateringen. Kunnen al die schrijvers en wetenschappers systematisch dezelfde grote fout maken? Dat beweert Velikovsky in de eerste delen van zijn serie werken over "Eeuwen in chaos". In het vierde en laatste deel daarvan, getiteld "De zeevolken" gaat hij dieper in op hoe deze fout ontstaan is.
De oudste poging om de opeenvolging van farao's te rangschikken is van de Egyptenaar Manetho uit de derde eeuw voor Christus die de nu nog steeds gehanteerde indeling in dynastieën maakte. Van die indeling zijn flinke stukken door later onderzoek nooit bevestigd en van de dynastieën waarover later veel bekend werd (de achttiende en de negentiende) bleken de lijsten veel onjuistheden te bevatten. Van het bestaan van sommige dynastieën werd nooit enig bewijs gevonden. Op zijn zachtst gezegd was de indeling van Manetho onbetrouwbaar.
Hoe dan ook was er een lijst. Als op een of andere manier een koning nauwkeuriger gedateerd kon worden, zou een schatting van de anderen daaraan gekoppeld kunnen worden. Die datering kwam tot stand via het 'grote jaar' ofwel het 'Sothis jaar'. Egypte hanteerde lange tijd een jaar van 360 dagen. Op een bepaald moment werd dat 365 dagen en in 238 voor Christus werd in het 'Canopus-decreet' vastgesteld dat het jaar daarmee nog een kwart dag tekort kwam en dat er eens in de vier jaar een schrikkeldag zou moeten worden toegevoegd om te voorkomen dat het jaarlijkse feest van de ster Isis "door de seizoenen zou gaan dwalen".
Censorinus schreef in 238 na Christus dat Egyptenaren een groot jaar hadden dat begon bij de opkomst van de hondsster op de eerste van de maand Thot. Ervan uitgaande dat Sothis de hondsster was, berekende hij dat dit grote jaar 1461 jaren moest duren (4 maal 365 plus 1). Hij voegde er nog aan toe dat honderd jaar voordat hij zijn boek schreef een nieuwe Sothis-periode was begonnen en dan begon de vorige Sothis-periode dus in 1322 voor Christus. In een manuscript van Theon van Alexandrië sprak hij over de era die begon met farao Menophres met een berekening die uitkwam op het jaar 1321 voor Christus. De vraag was nu nog wie Menophres geweest was.
Een ster of een planeet?
Het Canopusdecreet noemt de ster Isis en het Isis-feest en spreekt ook over Sothis, wat vermoedelijk Sirius is. Bij de interpretatie van de tekst ging men ervan uit dat met Sothis en met Isis dezelfde ster bedoeld werden, maar Velikovsky gaat ervan uit dat dat nou juist niet het geval was. Als Isis (Sothis) een ster is dan duurt een Sothis-periode 1461 jaar. Maar als Isis de planeet Venus is, dan is een Sothisperiode eigenlijk een Isis-periode en dat zou dan een periode van acht jaar zijn want in acht jaar heeft de aarde precies acht banen om de zon gemaakt en Venus precies vijf, zonder een merkbaar verschil. Om de acht jaar kwam Venus dus op een vaste datum op, en in de tijd waarover we nu spreken werd de omloop van Venus nauwlettend en misschien met angst en beven in de gaten gehouden door de mensen en werd de nieuwe opkomst van Venus ook jaarlijks gevierd. Het was voor de Egyptenaren een belangrijke dag, maar voor de datering van historische gebeurtenissen of van dynastieën of van koningschappen dus van nul en gener waarde. De Egyptenaren gebruikten de Sothis-periode nergens als een manier om tijd in te delen. Voor een buitenstaander is het ook nauwelijks aannemelijk te maken dat Egyptenaren een tijdrekening zouden hebben, ingedeeld in stukken van 1461 jaar.
De datering van Egyptische dynastieën klopte niet en daarmee valt ook de basis weg onder de datering van vrijwel alle andere beschavingen in die periode in het Midden Oosten en in het Middellandse-Zeegebied. Want via vondsten van bijvoorbeeld afbeeldingen van Thoetmoses de derde in Knossus of in Mycene of in Klein Azië (het huidige Turkije) kwam ook de datering van de beschavingen aldaar tot stand.
Op de een of andere manier werd Ramses I ervan verdacht Menophres te zijn en werden de farao's die de naam Ramses hadden gekregen gestopt in de twintigste dynastie, omdat Manetho bij die dynastie geen namen had ingevuld. Het is allemaal nogal nattevingerwerk maar een soort nattevingerwerk dat over het algemeen aanvaardbaar wordt geacht omdat de plaatsing van de belangrijkste farao, Ramses II, die de grootste bouwwerken had nagelaten, in de twaalfde tot dertiende eeuw voor Christus overeenkwam met wat Manetho bij zijn indeling in dynastieën al had aangeduid.
Velikovsky beweert echter dat de Egyptenaar Manetho een soort ideologische strijd voerde met de Grieken die op dat moment in Egypte heersten, over de vraag welke beschaving de oudste beschaving was. Ook de Grieken wilden graag de oudste zijn en zo plaatsten een aantal Griekse historici toen al de Trojaanse oorlog in de twaalfde eeuw voor Christus.
Levenswerk
Het feit dat de datering van Egyptische geschiedenis niet zeker is, hoeft nog niet te betekenen dat die datering onjuist is. Er is meer nodig om de bestaande datering aan de kant te zetten en in te ruilen voor een daarvan sterk afwijkende datering. We kunnen wel stellen dat de herziening van deze geschiedschrijving het levenswerk geweest is van Velikovsky, ook al werd hij het meest beroemd en ook wel het meest berucht en het meest bespot door zijn boek "Werelden in botsing" (1950). Dat boek verscheen het eerst en daarin verdedigde hij de stelling dat niet lang voor het begin van onze jaartelling (slechts duizend tot vijftienhonderd jaar) er verschuivingen geweest zijn in de banen van de planeten van ons zonnestelsel, met name van de twee planeten die het dichtst bij de aarde staan, Mars en Venus. Dit werk veroorzaakte veel opschudding, maar ook toen al beschouwde Velikovsky het werk aan de herziening van de geschiedschrijving als zijn belangrijkste taak. Hij schreef daarover vier boeken, vier delen van de reeks "Eeuwen in chaos". Die boeken zijn respectievelijk "Eeuwen in chaos" (1952), Oidipous en Echnaton (1960), De zeevolkeren (1977) en Ramses II (1978). Hij schreef ook nog enkele delen die nooit gepubliceerd werden, maar die zijn terug te vinden in het Velikovsky-archief op internet: "De Assyrische verovering" en de "Duistere eeuwen in Griekenland".
In die reeks werkte hij aan een herziening van de geschiedschrijving van het Midden Oosten vanaf de periode van de ondergang van het Egyptische middenrijk en de Exodus (volgens hem 1500 voor Christus), tot aan de aankomst van Alexander de Grote in Egypte in 332 voor Christus. Ik zal daarvan hier een verdere samenvatting proberen te maken.
Behalve de hierboven genoemde werken publiceerde Velikovsky ook nog in 1955 "Earth in Upheaval", ofwel "Aarde in beroering" over de fysieke invloed van rampen op het aardoppervlak en na zijn dood verscheen in 1982 nog "Mankind in Amnesia" ofwel "Mensheid zonder geheugen" over de psychologische invloed van rampen op de mensheid.