Voor een tweezijdige militaire ontspanning (october 1983)
(Koerier, october 1983)
Het goeie van de IKV-leus "Kernwapens de wereld uit, te beginnen bij Nederland" waarmee het IKV omstreeks 1977 begon te werken, was met name de eenzijdigheid ervan. "Als je werkelijk wilt dat er minder atoomwapens komen, begin dan maar eens daar waar je er zelf enige invloed op uit kan oefenen". Dat stelde CDA-ers voor een onontkoombare keus, maar ook voor links betekende het een verandering. Want tot dan toe was de bewapening voor een groot deel van links een zoveelste bewijs van de slechtheid van het kapitalistische systeem, waar pas wat tegen gedaan zou kunnen worden als er een socialistische maatschappij zou zijn. Links reageerde in het begin sceptisch.
De kracht van de leuze was dus de eenzijdigheid die de mensen tot keuzes dwong, en die kracht bleek vooral in het najaar van 1981 toen een paar miljoen mensen in Europa en Amerika de straat op gingen tegen de nieuwe atoomwapens. Maar juist in die periode, toen de beweging haar hoogtepunt bereikte, verloor de leuze een groot deel van haar betekenis, om twee redenen. De eerste reden was het grote succes van de leuze. Internationaal was een grote beweging op gang gekomen en die beweging was zelfs zo sterk dat Russen en Amerikanen gedwongen werden om met elkaar te onderhandelen over een wederzijdse vermindering van de middellange afstandsraketten. Maar juist daardoor veranderde de situatie waarin de vredesbeweging moest opereren. Of we het nou wilden of niet, van toen af moesten de internationale politieke verhoudingen in de argumentatie betrokken worden.
De tweede reden was de staatsgreep in Polen die een bloedig einde maakte aan de veroverde vrijheden van het Poolse volk. Het maakte tegelijkertijd een voorlopig einde aan de optimistische verwachtingen in het westen over de ontwikkelingen in Oost-Europa. (Want ere wie ere toekomt: zonder de strijd van het Poolse volk zouden er nooit 400.000 mensen gedemonstreerd hebben in Amsterdam). Ik denk dat toen het moment was voor de vredesbeweging om de actiedoelen te wijzigen en om te gaan zoeken naar een of andere vorm van tweezijdigheid in onze ontspanningsvoorstellen. Het feit dat dat nog steeds niet gebeurd is, is waarschijnlijk de reden dat er zo weinig nieuws gebeurt in de strijd tegen de atoomraketten. Want iedereen zal toch moeten toegeven dat de demonstratie van de 29-ste oktober niet veel meer belooft dan een magere herhaling van 21 november, en dat "het wapen van Woensdrecht" ondanks alles een tamelijk bloedarmoedig blaadje is.
Eenzijdigheid
Er zijn twee soorten argumenten voor de nadruk op eenzijdige ontwapening. Het IKV is voor eenzijdige stappen naar ontwapening van onze kant, om daardoor ook Oost-Europa onder druk te zetten om van hun kant ook stappen te doen. Een andere, iets "orthodoxere" visie gaat ervan uit dat het Warschaupact slechts een verdedigende taak heeft en geen belang heeft bij opvoering van bewapening en dat daarom de vredesbeweging zich moet richten tegen de bewapening van het westen en van de NAVO als grootste bedreiging van de vrede. Deze visie is volgens mij zo duidelijk achterhaald, dat ik daar weinig woorden aan vuil wil maken. Het bontst maakt het wat dit betreft de (trotskistische) IKB (tegenwoordig heten ze SAP), waarvan een meerderheid nog op het laatste congres in dit voorjaar vond, dat "de gedegenereerde arbeidersstaten kernwapens nodig hebben om zich te verdedigen tegen het imperialisme".
De IKV-argumentatie daarentegen is in principe niet onjuist. Natuurlijk moet het afgelopen zijn met de opvoering van de atoombewapening en hoe eerder we daarmee beginnen hoe beter. Maar we moeten niet te veel illusies koesteren in de vredelievende bedoelingen van het Warschaupact, en druk uitoefenen is daarom niet voldoende. Ik zie geen reden meer waarom we eisen tegen de plaatsing van Cruise en Pershing II niet zouden kunnen verbinden aan eisen tot ontmilitarisering van het Oostblok. Want de politieke en militaire avonturen waarin de Sovjet-Unie of haar bondgenoten zich regelmatig storten, kunnen net zo goed de aanleiding vormen tot een escalatie als de NAVO escapades. En dan zal ik niet graag de taak op me nemen om met pamfletjes uit te leggen dat de NAVO eigenlijk de ergste was, terwijl de atoombommen ons om de oren fluiten.
De krachten tegen de wapenwedloop moeten gebundeld worden, omdat de uitgaven aan bewapening een schaamteloze verspilling betekenen van grondstoffen en van menselijke energie, maar ook en misschien vooral, omdat wapens gebruikt worden, en omdat ook het gebruik van atoomwapens een reëel gevaar is. De vredesbeweging moet er daarom rekening mee houden, dat ze ook een reële macht moet vormen op het moment (en ervóór!) dat militaire conflicten op wereldschaal dreigen te ontstaan. En er moeten reële en overtuigende argumenten aanwezig zijn om zo'n macht te vormen. Ik begin me daarom de laatste tijd te ergeren aan het feit dat je zo vaak alleen maar puur ethische, morele verontwaardiging merkt bij vredesactivisten, en een weigering om in te gaan op de tegenargumenten, van de mensen die wél bang zijn voor de Russen, van mensen die bewapening wel gerechtvaardigd vinden om bepaalde vrijheden te verdedigen, en bijvoorbeeld ook van mensen die oppositie voeren in Oost-Europa. Kortom, een weigering om politieke argumenten te leveren voor militaire ontspanning. (Tussen haakjes, van militaire ontspanning spreek ik liever dan van ontwapening, want dat is een illusie, en van militaire ontspanning spreek ik liever dan van ontspanning zonder meer, want ik ben zonder meer voor het opvoeren van bepaalde vormen van politieke spanning). Als de vredesbeweging een goeie argumentatie wil opbouwen dan zal zij niet langer ermee kunnen volstaan te zeggen, dat als wij in het westen maar beginnen met ontwapening, het Warschaupact wel zal volgen omdat zij geen belang heeft bij het opvoeren van bewapeningsuitgaven. Daarmee trekt de vredesbeweging een even grote wissel op de toekomst als diegenen die voor opvoering van bewapening zijn in de hoop dat de Sovjet-Unie zich dan niet zal durven storten in militaire 'experimenten'.
Ook het Oostblok dwingen
Ik denk daarom dat de vredesbeweging een ander uitgangspunt moet kiezen. Want zoals zij er ook vrij algemeen vanuit gaat dat het westen en de NAVO gedwongen moeten worden om stappen naar ontwapening te zetten, zo moet het ook gemeengoed worden, dat het Oostblok niet vrijwillig zal ontwapenen en dus ook gedwongen moet worden. Als de vredesbeweging haar naïviteit omtrent het karakter van het Warschaupact handhaaft, zullen de pleidooien voor vrede en ontwapening uiteindelijk slechts steriele wensdromen blijken te zijn. En daarvoor zal nooit een meerderheid van de bevolking in Nederland of in het westen te mobiliseren zijn. En misschien heeft zelfs rechts gelijk, dat dan slechts de kans groter wordt dat het wankele internationale evenwicht verstoord wordt.
Ik denk dat een bondgenootschap tussen de vredesbeweging in het westen en oppositiebewegingen in het Oostblok de enige geloofwaardige macht kan worden tegen de voortzetting van de wapenwedloop. Een dergelijk bondgenootschap maakt het misschien mogelijk om ook in Oost-Europa de macht te vormen die nodig is voor de ontmilitarisering van de maatschappijen daar. Zo'n bondgenootschap is er echter nog lang niet en we moeten goed inzien dat dat er ook nooit zal komen als we volstaan met een eenvoudige solidariteitsverklaring aan Charta '77 of Solidarnosc. Er is pas een kans op als we beginnen onze eisen tweezijdig te maken. We moeten daarom onze strijd tegen atoomraketten onlosmakelijk en ondubbelzinnig koppelen aan eisen aan de politiek van het Warshaupact.
Dat betekent nog niet dat we NAVO en Warshaupact eenvoudig op één hoop kunnen vegen en dat we gewoon kunnen zeggen, geen cruise-raketten en geen SS-20. Want beide blokken kunnen weliswaar een bedreiging vormen voor de wereldvrede (waarvan overigens geen sprake is, maar goed), maar niet op precies dezelfde manier: Het is de internationaal onstabiele situatie, die de politiek van de NAVO, als ongetwijfeld nog steeds sterkste militaire macht, zo onzeker maakt. Het gevaarlijkste element van de politiek van het Warschaupact is daarentegen de instabiele interne situatie in de Oostblok landen. Een eis die Charta '77 al jaren stelt, maakt het hele probleem van eenzijdige of tweezijdige ontwapening "plotseling" heel eenvoudig. Zij hebben namelijk regelmatig gepleit voor een terugtrekking van de Russische troepen uit Tsjechoslowakije. En wat let ons om die zeer concrete eis aan het Warschaupact direct te koppelen aan onze eis om niet over te gaan tot de bouw en de plaatsing van de Cruise en de Pershing II ? Deze combinatie van leuzen is een zeer concrete uitwerking van een meer algemeen principe, dat uitgangspunt zou moeten zijn van de gehele vredesbeweging. Namelijk, dat strijd voor vrede of tegen de wapenwedloop verbonden moet zijn met strijd voor allerlei democratische vrijheden, zoals vakbondsvrijheid, vrijheid van meningsuiting en van organisatie, en het recht van naties om een regering te kiezen die zij zelf willen.
Kruisraketten en SS-20's
Er zijn al heel wat discussies hierover geweest en er zijn al heel wat bezwaren genoemd. Vanuit sociaal-democratische hoek hebben we regelmatig kunnen horen dat ontspanning op internationale schaal het allerhoogste belang is en dat daaraan de interne verhoudingen in bijvoorbeeld Oost-Europa ondergeschikt moeten worden geacht. Met zo'n houding worden dus de belangen van de Poolse bevolking opgeofferd aan ons westers verlangen om niet te worden betrokken bij wapengeweld. Vanuit linkse of communistische hoek wordt vaak beweerd dat ondanks alles de Oostblok landen toch socialistische landen zijn en dat het vooral de druk vanuit het westen is, die de uitbreiding van democratische rechten blokkeren. Daarom zou het onterecht zijn, om beide thema's zo direct aan elkaar te koppelen. Zoals ik al gezegd heb, ben ik het ook niet met dergelijke redeneringen eens. Ik zou daarom willen voorstellen om voortaan de eisen tegen de plaatsing van de kruisraketten consequent te verbinden met de eis tot terugtrekking van de Russische troepen uit Tsjechoslowakije.
En misschien zal in de discussie hierover een nog wel betere combinatie van eisen gevonden kunnen worden. Bijvoorbeeld: niet alleen geen plaatsing van kruisraketten en pershing II maar meer algemeen een vermindering van bewapeningsuitgaven en minder nadruk op militaire conflictoplossingen. Samen met: terugtrekking van Russische troepen uit Tsjechoslowakije; herstel van de vakbondsvrijheid in Polen en vrije, geheime verkiezingen in Oost-Europa.
Deze tweezijdigheid is dus bewust geen eenvoudige wegstreping van kruisraketten tegen SS-20's. Andropovs beloften hebben voor ons immers geen enkele betekenis, omdat de middelen om de uitvoering daarvan te controleren, ons ten enen male ontbreken. Die mogelijkheid is er pas als er in Oost-Europa een publieke opinie is, die zich kan uiten en organiseren. Misschien zou een dergelijke combinatie van leuzen van onze kant de merkwaardige patstelling kunnen doorbreken, waarin aan de top twee machtsblokken zitten die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden, en aan de basis oppositiebewegingen die het eveneens slecht met elkaar kunnen vinden. Want op dit moment vertrouwen wij de oppositie in Oost-Europa niet, omdat zij achter Reagan en de Paus aanlopen en de oppositie in Oost-Europa vertrouwt ons niet omdat wij naïevelingen zijn en het Kremlin in de kaart spelen.
Bondgenootschap
Als we die tweedeling van onderen laten voortbestaan, is de kans groot, dat de "Masters of war" aan beide zijden ongestoord met hun pokerspel door kunnen gaan en geen tegenspel krijgen op het moment dat internationale spanningen echt oplopen. En dan kan ineens het nationalisme zwaarder gaan wegen dan het pacifisme.
Eigenlijk zouden we moeten komen tot een moderne variant van de uitspraak van de tweede internationale vóór de eerste wereldoorlog. Volgens die uitspraak zouden de aangesloten partijen zich ieder in hun eigen land verzetten tegen de oorlog als het zover mocht komen. Die afspraak is toen niet nagekomen (dat was de oorzaak van de scheuring in 1914 tussen socialisten en communisten), maar dat is geen argument om niet nogmaals een dergelijke afspraak te proberen te maken tussen de bevolkingen van vijandige machtsblokken.
Ik wil tenslotte nog één aspect noemen dat onlosmakelijk verbonden is met militaire ontspanning op wereldschaal, en dat te vaak over het hoofd wordt gezien. Dat is dat vrede een volstrekte illusie zal blijven in economische wereldverhoudingen, waarin de welvaart van de rijke landen (met name het westen, maar zeker ook de Sovjet-Unie) gebaseerd is op de economische uitbuiting en politieke onderdrukking van de derde wereld landen. Die uitbuiting, zoals die nu plaatsvindt zal steeds weer opnieuw verzet doen ontstaan en conflicten doen uitbarsten. Als we daar niets aan doen, dan blijven onze oproepen voor vrede al even steriel als wanneer we de situatie in Oost-Europa buiten beschouwing laten.