Een bezoek aan Charta '77 (september 1982)
"Laten we maar een stuk door het park gaan lopen, want in huis kunnen we er zeker van zijn dat we worden afgeluisterd" zegt Maria S, nadat ik heb aangebeld en gezegd heb dat ik uit Nederland kom. "We kunnen het best die kant opgaan, want daarginds staat iemand van wie ik niet kan zien wat hij daar uitvoert". Dergelijke ervaringen maken me al vrij kort na aankomst in Praag duidelijk, dat de "indianenverhalen" over de toestanden in het oostblok toch niet helemaal uit de lucht gegrepen zijn. Meerdere malen moet ik met mensen een eind gaan lopen om met ze te kunnen praten en soms moet ik informatie schriftelijk doorgeven om het "ze" niet al te makkelijk te maken. Op iemand uit het westen komen dat soort maatregelen nogal overdreven over. Maar zodra je merkt dat mensen van Charta '77 zich er wel aan houden, pas je je aan en na verloop van tijd vind je het niet raar meer. Het is heel gewoon, maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen constant schichtig om zich heen kijkt en dat niemand ooit een mond durft open te doen.
"Als je steeds met alles rekening zou willen houden, zou je binnen de kortste keren knettergek worden. Je kan er alleen wel van uit gaan, dat ze bijna alles van je weten, ook heel intieme dingen en je moet voorzichtig zijn als je namen en adressen en dergelijke noemt. Niet iedereen wordt even scherp in de gaten gehouden. Sommigen alleen af en toe door middel van microfoontjes, maar er zijn er ook een paar die dag en nacht worden gevolgd. Als ik een afspraak wil maken met een officiële woordvoerdster van Charta, vraagt Marcella P of het voor mij een probleem is om op te vallen bij de politie, "want zij heeft altijd een hele "staart" agenten achter zich aan". Ik zeg dat het voor mij niet zo'n probleem is en dat ik het risico wel kan lopen, waarna zij enigszins sarcastisch opmerkt, dat het wel goed is om een keer mee te maken, "voor jou met je linkse ideeën". De afspraak gaat de volgende dag door een ongelukkig toeval niet door. Dat is wel voordelig voor mij, want dan hoef ik minder bang te zijn dat ze mij in de gaten hebben. De neiging om overal achtervolgers te zien is al moeilijk genoeg te onderdrukken als je in Praag in gesprek probeert te komen met mensen van Charta.
Milieuvernietiging
Maria en haar man waren tot 1968 lid van de communistische partij en zijn er daarna uitgegooid wegens hun opstelling in de Praagse lente. Ik hoef haar geen vragen te stellen, ze begint gelijk te vertellen. "Het is verschrikkelijk, alles is hier verschrikkelijk. Wat ze de mensen aandoen natuurlijk, maar dat is nog niet eens het ergste; uiteindelijk is dat toch maar tijdelijk. Het ergste is de aangerichte schade die onherstelbaar is, de vernietiging van de natuur en in de steden de verwaarlozing van gebouwen en monumenten". Het is opvallend hoe veel mensen uit zich zelf over dit onderwerp beginnen. "Er zijn gigantische gebieden die vroeger groen waren en nu helemaal bruin en grijs, omdat alles is afgegraven voor die vervloekte bruinkool. Gebieden waar niets meer groeit omdat het koelwater van electriciteitscentrales al het leven heeft gedood. In Bohemen ligt Uranium dat wordt gewonnen met SO4. Dat schijnt de allerslechtste methode te zijn omdat dat gespoeld moet worden met water wat ze zo weer de rivier in laten lopen. En dat uranium is dan ook nog eigendom van Rusland. Die mogen dat allemaal weghalen, zonder daar iets voor te betalen aan Tsjechoslowakije. Over ecologie hebben we een tijdje geleden een heel belangrijk document gepubliceerd, maar daarmee is in het westen vrijwel niets gebeurd. Je zou er goed aan doen dat nog een keer boven tafel te halen want dat is ontzettend belangrijk. En inmiddels zijn we al weer veel meer te weten gekomen en we zouden het nu nog veel scherper kunnen formuleren".
Een bezoek aan Praag op dit moment is tamelijk onthutsend. Onthutsend door de verhalen over de permanente terreur die de politie uitoefent op Charta, en door de verhalen over de levensomstandigheden van de bevolking. En vooral onthutsend omdat je beseft hoe weinig er in het
westen en vooral bij links bekend is over Oost-Europa en de oppositie daar. Voor mezelf geldt dat ook, dus in het eerste gesprek met iemand van Charta moet ik me uitgebreid laten uitleggen wat Charta eigenlijk is en hoe het zich ontwikkeld heeft. Daarover vertelt Jana B, vóór '77 psychologe en nu magazijnbediende, ergens in een rumoerig café.
Harde lessen
"We begonnen in 1977 toen de Tsjechische regering de akkoorden van Helsinki over de rechten van de mens tekende. Volgens onze ervaring was er geen sprake van dat de regering zich daaraan hield. Dus we besloten om een openlijke verklaring te maken, waarin we wezen op fouten in het systeem. We zeiden dat er al een grote verbetering zou komen als de overheid zou beginnen om zich aan haar eigen wetten te houden. We wilden geen oppositie zijn, we waren niet tegen het systeem, we wilden alleen strijden tegen de uitwassen van het systeem, tegen gevallen waarin de machthebbers de wetten overtraden. We wilden daarvoor alleen legale middelen gebruiken. Daarbij is het van belang om te weten dat Tsjechoslowakije op papier een van de meest progressieve grondwetten ter wereld heeft.
Charta '77 is dus eigenlijk alleen een verklaring die door een heleboel mensen is ondertekend. We zijn geen organisatie en we hebben geen vaste struktuur of vaste vergaderingen.
In het begin was de stemming heel enthousiast en optimistisch. Er waren 250 initiatiefnemers en dat groeide aan tot een stuk of duizend en we wilden alle overtredingen gaan uitzoeken. Maar al gauw merkten we dat we zélf de beste voorbeelden geworden waren van die overtredingen. Want er volgde een enorme repressie, waar de meesten van ons niet op gerekend hadden. Na een tijdje deden we niets anders meer dan onszelf daartegen verdedigen. Direkt na '68 was er ook een sterke repressie. Tallozen werden toen uit de partij gezet of verloren hun baan, maar rond '70 - '71 werd het stil. Pas na onze verklaring kwam er weer een golf van repressie op gang, die tot nu toe voortduurt. Inmiddels hebben van de duizend ondertekenaars een stuk of driehonderd het land moeten verlaten; ik denk dat er minstens dertig op dit moment in de gevangenis zitten, maar niemand kan dat met zekerheid zeggen.
Er zitten er trouwens nog veel meer in de gevangenis om politieke redenen, wel een paar honderd, die individueel gewerkt hebben. De meerderheid van de ondertekenaars heeft zijn baan verloren. Mensen
die vroeger op de universiteit werkten hebben nu de slechtste en slechtstbetaalde baantjes die verder niemand wil hebben. Ook de arbeiders die tekenden ondervonden dezelfde soort moeilijkheden, baan kwijt, premies kwijt enzovoorts.
We leven ook nu nog steeds onder een onafgebroken druk van de politie. Elke dag gebeurt er wel wat, processen, verhoren, huiszoekingen, moeilijkheden met de kinderen op school, moeilijkheden op het werk, collega's die met roddels tegen ons worden opgezet, in elkaar geslagen worden, voortdurend achtervolgd worden, telefoons zijn afgesneden, rijbewijzen worden ingetrokken, het afluisteren en ga zo maar door. We moeten er ook nog rekening mee houden dat mensen binnen Charta kunnen werken voor de politie. Mij hebben ze ook een keer proberen om te kopen omdat ze wisten dat ik bepaalde moeilijkheden had. Ze hebben talloze manieren om ons lastig te vallen. Dat is een van de weinige punten waarop ze blijk geven van een enorme creativiteit. Hun methoden zijn aangepast aan ieder persoon afzonderlijk, de een heeft altijd dit, de ander dat. Na een jaar ontstond een aparte groep van Charta mensen die zich met het rechtssysteem ging bezig houden. Dat is het gevaarlijkste werk omdat dat uiteraard het gevoeligste ligt bij de autoriteiten. Zij richtten de VONS op, dat betekent het comité ter verdediging van ten onrechte vervolgden. Daartoe waren ze onder andere geïnspireerd door het KOR in Polen dat al sinds '76 met dergelijke aktiviteiten bezig was. In '79 werden de belangrijkste mensen van de VONS opgepakt en veroordeeld tot straffen van drie tot vier jaar.
Door de oprichting van de VONS kreeg de rest van Charta de mogelijkheid om ook andere dingen te gaan aanpakken. We begonnen verklaringen op te stellen; in de loop van de tijd hebben we over heel wat onderwerpen onze mening naar voren gebracht. Bijvoorbeeld over de willekeur bij de beoordeling van kinderen op scholen; over atoomenergie; over de levensstandaard; over de gezondheidsdienst waar
een verschrikkelijke corruptie heerst en over een heleboel andere zaken. We begonnen ook met studiegroepen voor jongeren die niet naar school mochten. Dat heeft zich in de loop van de jaren zover uitgebreid, dat je allang niet meer kan zeggen dat het een Charta-activiteit is. Verder ontstonden er groepen van mensen op een bepaald vakgebied, zoals historici, filosofen of schrijvers, die bijeenkomsten en seminars organiseren. In het geheim uiteraard, want officieel wordt dit soort dingen beslist niet toegelaten. Het probleem daarbij was (en is) telkens weer, dat als er een stuk of tien mensen bij elkaar willen komen, de politie daar altijd wel op een of andere manier achter komt. En dan beginnen ze weer met treiteren, intimideren, verhoren enzovoorts. Maar in ieder geval bestaat er nu een uitgebreid netwerk van groepen, waarbij veel meer mensen betrokken zijn dan de ondertekenaars en dat netwerk breidt zich nog steeds uit".
Vermoeidheid
"Charta zelf breidt zich niet meer uit. We worden een steeds kleinere groep, omdat veel mensen het land uit zijn of de bak in of niet erg aktief meer en omdat we niet meer zo makkelijk kontakt kunnen leggen met ondertekenaars van buiten Praag. Er komen weinig mensen meer bij omdat nu bekend is welke verstrekkende gevolgen het ondertekenen heeft. We zijn dus met steeds minder mensen en de politie heeft herhaaldelijk gedacht, dat ze nou toch de laatste klap hadden uitgedeeld. Maar het grappige is dat de overblijvers steeds aktiever zijn geworden. In het afgelopen jaar hebben we 26 verklaringen uitgegeven over allerlei zaken en dat is veel meer dan in de jaren hiervoor. Een paar dagen geleden is bekend geworden dat er een proces zou komen tegen een aantal mensen en dat bericht werd dezelfde avond al gemeld op Radio Vrij Europa. Dat is een heel goed teken".
Ondanks een aantal van die positieve ontwikkelingen zijn veel mensen van Charta moe. Dat geldt zeker ook voor Jana, die steeds een gespannen indruk maakt. Toen ik de eerste keer bij haar aanbelde, reageerde ze duidelijk geschrokken, alsof ze dacht: "Oh jee, ook dat nog". Dat is geen wonder, met haar werk, haar activiteiten, een kind en haar man lange tijd in de gevangenis. En niet te vergeten met een inkomen van 1800 kronen, waarvan 700 opgaan aan huur zodat er een bedrag overblijft dat vergelijkbaar is met 500 gulden in de maand in Nederland. "In het begin was de atmosfeer enthousiast, maar nu na vijf en half jaar constante druk zijn we allemaal erg moe. Nieuwe mensen hebben werk overgenomen, maar we zijn bang dat we zwakker zijn dan de eersten, dat we het niet zullen volhouden als ze tegen ons hetzelfde geweld zullen gaan gebruiken als tegen de eersten".
Een ander uit een soortgelijke verzuchting: "ledereen heeft krisissen. Ons perspektief is onduidelijk, want het ziet er niet naar uit dat er snel iets gaat veranderen en bij alles wat we willen organiseren is er de moeilijkheid dat we de telefoon niet kunnen gebruiken. We moeten altijd bij iedereen langsgaan, we hebben weinig geld en we moeten eerst een uur zoeken voordat we ergens een plaats hebben, waar we ongehinderd kunnen praten. Dat soort eenvoudige dingen kost enorm veel energie. Maar een weg terug is er niet meer. We moeten wel doorgaan met ons werk. Onze enige hoop is dat we méér doen, méér van ons laten horen, méér kabaal maken. Als we dat niet doen en ons zouden terugtrekken, dan kunnen we er helemaal zeker van zijn, dat we een voor een te pakken worden genomen".
Polen
De berichten over Polen in 1980, '81 zijn in Tsjechoslowakije natuurlijk met veel enthousiasme ontvangen, maar uiteindelijk is Charta er niet optimistischer door geworden. Door de tragische afloop van de gebeurtenissen, maar ook omdat er nogal wat verschillen zijn tussen Polen en Tsjechoslowakije.
Maria S: "Er zal hier niet gauw iets gebeuren zoals in Polen. De mensen hier zijn veel passiever. In Polen is een hele lange geschiedenis van strijd en verzet. Economisch was de situatie daar nog veel slechter, terwijl er politiek gezien juist veel meer mogelijkheden waren. Wat dat betreft is Tsjechoslowakije altijd het allerslechtste af geweest. Vergeleken met Polen, Hongarije of Oost-duitsland bleken wij altijd de minste boeken, films of andere mogelijkheden te hebben. En in Polen bestonden al voor augustus 1980 allerlei ondergrondse blaadjes. Die hebben ze daar al vanaf de oorlog gehad.
Bij ons is het vrijwel onmogelijk om een ondergronds blaadje te maken. Alle stencilapparaten, kopieermachines en dergelijke staan onder een zeer strenge controle; ze kunnen zelfs het bezit van een typmachine onwettig verklaren".
Ook Jana B. is op zoek naar redenen voor de passiviteit: "Een redendat er zo weinig verzet is, is dat er maar weinig mensen zijn die hard werken en dat willen ze zo houden. Het systeem maakt de mensen slechter. Corruptie is hier de normaalste zaak van de wereld geworden. Toen ik een baantje had als chauffeur, verklaarden collega's mij voor gek dat ik geen benzine stal. Ze vroegen hoe ik in godsnaam rond kon komen van alleen mijn loon. Het is zo erg, dat het moeilijk zal worden om de mensen weer aan het werk te krijgen, als er een ander systeem komt". "Maar er zullen toch wel ergens mensen zijn die hard moeten werken, onder een strenge discipline en kontrole?", vraag ik, omdat ik het gevoel heb dat politieke en ekonomische onderdrukking vaak nauw met elkaar samenhangen. "Ja er zijn wel bedrijven waar mensen regelmatig 12 uur werken, omdat ze door overwerk meer kunnen verdienen. Maar dan doen ze overdag wel kalmer aan. Er zijn ook wel bedrijven waar echt hard gewerkt moet worden, daar waar lopende-bandwerk gedaan wordt. Het zijn vooral vrouwen die daar werken". Jana is enigszins verrast over wat ze nu zélf zegt, want kort ervoor hadden we een discussie gehad over feminisme. Ze had gezegd dat ze het feminisme maar onnatuurlijk vond en dat ze het fout vond dat vrouwen zich keren tegen mannen, omdat er op het moment wel belangrijker problemen zijn dan dat. Nu herinnert ze zich ineens dat een andere vrouw bij haar op het werk, die een beetje bang voor haar is en niet veel van Charta wil weten, een keer had gezegd dat het hele systeem pas goed zou wankelen als alle vrouwen zouden ophouden met werken. En als ik vertel over het kamerlidmaatschap van Ina Brouwer, over vergadertijden en kinderverzorging, over beroepspolitici en boodschappen doen, zegt Jana dat ze precies daarover elke keer ruzie met haar man had.
Is Charta geïsoleerd ?
Aan verschillende mensen vraag ik of Charta geïsoleerd staat van de rest van de bevolking.
"Het is wel een probleem voor ons dat we maar een beperkte groep zijn. De meeste mensen weten wel van ons bestaan, voornamelijk door berichten op Radio Vrij Europa en de Voice of America. Die zenden al onze verklaringen in het Tsjechisch uit. Ik denk wel dat de meeste mensen het goed vinden wat wij doen. Tenslotte is 90 procent van de bevolking tegen het systeem. Maar anderzijds merk je wel dat mensen een beetje afstand van ons houden. Bij mij op het werk zijn er een paar die angstvallig alle kontakt met mij vermijden, omdat ze bang zijn dat zij er ook op zullen worden aangekeken. Die zullen ons niet zomaar steunen en vinden ons toch een beetje gevaarlijk. Veel mensen zien niet dat datgene, waar wij ons mee bezig houden, mensenrechten en vrijheid van meningsuiting, alles te maken heeft met de dingen waar zij ook van balen. Zij kankeren op de televisieprogramma's, maar zien niet dat dat allemaal samenhangt". "De mensen die samen met mij in de gevangenis zaten, vonden ons wel een beetje stommelingen: wie houdt zich nou met dat soort dingen bezig, terwijl je wéét dat je ervoor gepakt wordt ?", vertelt Jiri Dienstbier. Hij heeft drie jaar gevangenisstraf uitgezeten voor zijn activiteiten voor de VONS. "Maar daar waren ook mensen, die zaten voor het in elkaar slaan van een politieagent of voor het plegen van een roofoverval, die tegen mij zeiden dat zij nooit gedurfd zouden hebben wat ik gedaan heb; Kan je je dat voorstellen ? ha ha, ha !".
Kritiek
"Er zijn ook wel mensen in de oppositie, binnen en buiten Charta, die vinden dat we teveel een club intellectuelen zijn en te exclusief, en dat we te weinig contacten hebben met het volk. Dat is belangrijke
kritiek, maar ik geloof niet dat het terecht is. Er zitten veel arbeiders bij Charta. En het mag misschien zo zijn dat veel mensen 'materiëlere' problemen hebben dan de rechten van de mens, maar ik merk dat er een verandering plaatsvindt. De zeventiger jaren waren als een doodstil wateroppervlak. Daar begint nu beweging in te komen. De economische toestand wordt steeds slechter, deze zomer gebeurde het voor het eerst sinds 1945 dat er geen boter meer te krijgen was. Dat was geen ramp, maar wel een heel slecht teken en ik ben bang dat zich dat in de toekomst steeds vaker gaat herhalen. De prijzen gaan heel snel omhoog terwijl de lonen gelijk blijven. We kunnen overal merken dat de mensen ontevredener worden, ze bewegen zich in de richting van Charta. Charta zal daarom ook haar koers iets moeten verleggen in de richting van de mensen. Dat zal ook zeker gebeuren en is al een beetje te merken aan onze verklaringen van de laatste tijd. Ik denk dat de kritici teveel voorbij gaan aan alles wat door Charta al is bereikt, en zij bieden niet veel anders als perspectief dan afwachten en niets doen. Ik denk dat ze te pessimistisch zijn".
Dit zegt Anna Sabatova, een van de weinigen die echt een optimistische indruk maakt. Ze heeft een uurtje tijd om met me te praten, terwijl de kinderen op gymnastiek zitten. Haar man zit al meer dan drie jaar in de gevangenis. "Vergeet niet, dat de druk die wij permanent voelen door 'gewone' mensen net zo worden gevoeld als door ons. Iedereen kan op elk moment problemen krijgen, thuis, op het werk of op straat. Veel mensen proberen te doen alsof er niets aan de hand is, maar de druk is er wel degelijk.
In zeker opzicht hebben wij het nog gemakkelijker, want wij kunnen er tamelijk openlijk over praten. Wij hoeven niet meer bang te zijn dat de politie ontdekt dat we ontevreden zijn, dat wéten ze toch al. Wij
hóeven niet meer aanwezig te zijn op de 1-mei viering of andere plechtige bijeenkomsten. Wij kunnen hooguit in de gevangenis gezet worden; Andere mensen moeten voorzichtiger zijn omdat ze meer te verliezen hebben of dat in ieder geval denken". Een ander die somberder is, verzucht op een gegeven moment wanhopig: "Veel mensen doen alsof ze niets zien en trekken zich terug in hun eigen familie. Veel mensen denken nu, na 1968, dat veranderingen tóch niet mogelijk zijn, dat we alleen maar kunnen afwachten tot er in Rusland iets gaat veranderen. Maar dat kan toch niet ?? Je kan toch niet zomaar berusten ?? Het is toch ook een ethische keuze om iets te doen, als een vriend of bekende voor vier jaar onschuldig de gevangenis in gaat ? Iemand moet toch zeggen dat er iets niet deugt ?? Dat hebben we met Charta gedaan".
Balans
Maar zelfs voor de sombersten is de balans van vijf jaar Charta positief. "Het grootste succes van Charta is dat mensen met een heel verschillende instelling nu samenwerken. Daarvoor was dat niet zo. Daarvoor had elk persoon of elk groepje zijn eigen activiteiten en kende de anderen niet en dacht dat hij de enige was. Sinds we met Charta zijn begonnen, heb ik veel meer mensen leren kennen". "Het is heel belangrijk dat liberalen, communisten, socialisten en uiterst-linksen, katholieken en protestanten, ouderen en jongeren, arbeiders en intellektuelen binnen Charta eendrachtig kunnen samenwerken. Iedereen heeft een andere mening, maar je ziet en je voelt dat je toch iets gemeenschappelijks hebt. Dat biedt ook hoop voor de toekomst, als je merkt dat bijvoorbeeld de traditionele kloof tussen gelovigen en communisten kan worden opgeheven. En een heel belangrijke betekenis is natuurlijk, dat Charta heel openlijk hele duidelijke dingen heeft gezegd, en vrijwel de enige oppositie was en ondanks de sterke repressie toch heeft overleefd".
Ideologie
"Wat willen jullie precies bereiken ?". In een tweede gesprek met Jana komen wat algemenere punten aan de orde. "De doelstellingen van Charta zijn eigenlijk heel beperkt, dat wat in de verklaring staat. Dat is voor heel veel mensen aanvaardbaar. Verder hebben we geen doel geformuleerd, want we zijn geen organisatie. Dat betekent overigens niet dat we anarchisten zijn. We zijn alleen heel bang voor theoretische maatschappijmodellen, want we hebben aan den lijve ondervonden wat ideologie kan doen ". "Is dat een kritiek op links in het westen ?". "Nee maar wel een bron van misverstanden. Misschien is links in het westen wel een beetje naïef. Ik denk dat er hier veel minder mensen zijn, die geloven dat een of andere socialistische maatschappij werkelijk mogelijk is. Jullie denken dat kapitalisme slecht is en dat socialisme goed is, maar wij weten dat socialisme zoals dat in de praktijk werkt, óók slecht is. Wij hangen dus maar liever geen ideologieën aan. Het probleem is eigenlijk dat niemand weet hoe de maatschappij er anders uit zou kunnen zien. Want dat het hier slecht gaat, heeft te maken met de invloed van de Sowjet-Unie, maar nog veel meer met het systeem zélf dat geen kritiek en oppositie kan verdragen".
Ook aan anderen stel ik een soortgelijke vraag: "Moet je proberen om te formuleren wat voor maatschappij je wil ? Of is dat gevaarlijk omdat zo'n doelstelling weer het begin kan worden van een nieuw onderdrukkend systeem?". De meningen zijn hierover verdeeld. Vaclav Maly, die toevallig op de zelfde plaats aanwezig is waar ik een afspraak heb met Jiri Dienstbier, vindt van wel: "Je moet natuurlijk door vrije verkiezingen kunnen bepalen wie er in de regering zit; je moet het recht hebben om je mening naar voren te brengen en om je te organiseren en dergelijke. Verder denk ik dat ondernemingen zelf moeten kunnen beslissen wat ze willen maken, zonder de dictatuur van een plan van bovenaf". "Dus produceren voor een markt?". "Ja, maar dat functioneert niet als er niet een basis is van demokratische rechten; zonder dat kan niets funktioneren".
Jiri Dienstbier is sceptischer. "Ik geloof niet in allerlei ideeën die de wereld kunnen veranderen. Het belangrijkste is dat de discussie mogelijk moet zijn. Pas als dat zo is kunnen de mensen met voorstellen komen, en dan zien we wel verder. Ons probleem is dat die discussie nog helemaal moet beginnen. Ze vragen me vaak of ik een communist ben, maar ik snap eigenlijk niet goed waarom. Willen ze weten of ik voor het stalinisme ben ? In ieder geval, ik weet het niet en ik vind het ook geen belangrijke vraag. Het wordt toch steeds weer een kwestie van woorden: wat is dan een communist, wat is communisme. vind je Tsjechoslowakije een communistisch land ?".
Socialisme
Over een ding lijken alle mensen van Charta het eens: Met socialisme heeft het systeem in Tsjechoslowakije niets te maken. "Ze zijn hier nog veel militaristischer dan in het westen. Op een bevolking van 15 miljoen mensen zijn hier 150.000 man politie. Frankrijk, met 35 miljoen inwoners heeft er 110.000". Een oudere man, ook ondertekenaar van Charta, verzekert mij dat heel veel dingen weer precies zo zijn als ten tijde van de Duitse bezetting. Veel verschil tussen dit socialisme en het nationaal socialisme ziet hij niet meer. Het geweld, de angst, het militarisme en ook het rascisme, alles is er weer. En iemand anders: "Een duidelijk verschil tussen links en rechts bestaat bij ons niet meer. Ik beoordeel de mensen nu liever op de manier waarop zij zich gedragen in het dagelijks leven, of ze behulpzaam zijn of alleen maar aan zichzelf denken. Misschien is dat wel een belachelijk vrouwelijk idee van me. Maar ik weet wél, dat de meest conservatieve figuren van Tsjechoslowakije te vinden zijn in de communistische partij".
De vredesbeweging
Een steeds terugkerend onderwerp is dat van de vredesbeweging en de kloof tussen de oppositie in Oost-Europa en oppositiebewegingen in het westen. Geen wonder, want één van de redenen om naar Praag te gaan, waren voor mij de discussies die we daarover in Nederland voerden. Discussies die gingen over de konklusies die de vredesbeweging zou moeten trekken uit de gebeurtenissen in Polen. Dat er een kloof is en dat die overbrugd móet worden, daar is iedereen het wel over eens. Jana: "Maar erg veel kan ik er niet over zeggen, want wij krijgen erg weinig informatie over die problemen. Daarbij speelt ook een rol dat wij totaal andere ervaringen hebben dan mensen in het westen. Onze problemen zijn veel alledaagser, wij zijn provincialer. Wij hebben ons tot nu toe niet zoveel bezig gehouden met internationale problemen. Dat is nu wel aan het veranderen in het bijzonder binnen Charta". Anna Sabatova: "Eigenlijk, zou een samnewerking tussen "basisgroepen" in het westen en in het oosten een begin moeten vormen, van een nieuw Europa. Je zou Charta ook kunnen beschouwen als zo'n basisgroep zoals er in het westen zoveel zijn". Ik vertel Anna dat ik een voorzichtige verschuiving zie binnen de vredesbeweging om niet langer aan te sturen op onderhandelingen met partijen of regeringen in Oost-Europa en om in plaats daarvan meer contacten te leggen met oppositie bewegingen. "Merken jullie daar iets van ?" vraag ik haar. "Daarvoor weet ik niet genoeg van wat er precies aan de hand is, maar het zou wel een goeie ontwikkeling zijn. Want wij voelen dat het grootste gevaar uit Moskou komt. Er zijn hier ook mensen die de vredesbeweging daarom een beetje naïef vinden. Wij vinden het in ieder geval een belangrijke fout om de NATO te beschouwen als slechter dan het Warshaupact. Die twee houden elkaar in evenwicht. De een is voorwaarde voor de ander. En je kan er zeker van zijn, dat geen van beiden als enige zal ontwapenen. Daarom is druk op beide partijen noodzakelijk". "Maar in Nederland willen we in ieder geval tegenhouden dat die nieuwe raketten geplaatst worden, onafhankelijk van de onderhandelingen met de Russen", breng ik daartegen in. "Ja dat is ook prima, maar dan moeten jullie er wél voor zorgen, dat het Warshaupact die vredesbeweging niet meer kan gebruiken als propaganda voor haar politiek. Want dat is wat wij er over te horen krijgen. Dus jullie zullen veel duidelijker moeten worden in je afwijzing van het Warshaupact. Want wij willen ook vrede, maar niet de vrede van het kerkhof die we nu kennen". "Wij hebben in Tsjechoslowakije ook een grote handtekeningen aktie gehad tegen de neutronenbom van Carter. Die werden vooral opgehaald in fabrieken en je zal begrijpen dat het niet verstandig was om niet te tekenen".
"Een belangrijke ervaring voor ons is, wat er met Rudolf Battek is gebeurd. Hij is socialist en ook lid van de tweede internationale. Hij schreef aan verschillende kopstukken daarvan, onder andere aan Willy
Brandt en Bruno Kreisky, open brieven over de mensenrechten hier. Rudof werd gearresteerd, maar zij wilden niets doen om hem te verdedigen. Zij reageerden niet eens op zijn brieven, omdat zij hun ostpolitik niet in gevaar wilden brengen. Zij wilden liever op regeringsnivo praten met Oost-Europa. Rudolf Battek heeft nu vier jaar gevangenisstraf gekregen. Aan zo'n vredespolitiek van bovenaf hebben wij niet zoveel. Het zou daarom goed zijn als we aan beide kanten minder zouden vertrouwen op
machthebbers".
Solzjenitsyn
Vaclav Maly is een priester die maar enkele maanden zijn ambt heeft uitgeoefend. Toen hij Charta ondertekend had, werden hem verdere activiteiten als priester verboden. Hij moest gaan werken als stoker van een of andere verwarmingsketel. "Het woord stoker in het duits hoefden we vroeger niet te kennen, maar nu is het een deel geworden van ons dagelijks spraakgebruik. Een tijdje geleden hadden we een voetbal wedstrijd tussen mensen van de VONS en leden van de rockgroep 'plastic people of the universe'. In het VONS-elftal speelden toen zeven stokers mee !". Maly heeft al zeven maanden in de gevangenis gezeten in 1979 wegens zijn VONS activiteiten. Daarna is hij vrijgelaten zonder dat overigens de aanklacht tegen hem werd ingetrokken. Op elk gewenst moment kunnen ze die weer te voorschijn halen. Hij is een van degenen die regelmatig, wel twee keer per week soms, soms wat minder, wordt opgepakt voor verhoor. Juist een week geleden heeft hij te horen gekregen, dat de 'gewone' politie nu klaar met hem is; hij zal nu onder behandeling komen van een speciale verhoorafdeling die gewend is om hardere methodes toe te passen, "totdat hij zal smeken om naar het buitenland te mogen". Maly weigert dat beslist. Hij vindt het ontzettend belangrijk om met mensen uit het westen te praten en om de contacten te verbeteren.
Zijn belangstelling voor wat er in het westen omgaat, blijkt uit een groot aantal vragen dat hij mij stelt. "Welke rol spelen de kerken in de vredesbeweging?; Is het waar dat linkse organisaties in het westen zo verdeeld zijn en ieder hun eigen gang gaan?? Waar houden jongeren in Nederland zich mee bezig?! Waarom maakten zij tijdens gesprekken in de afgelopen zomer zo'n negatieve indruk op mij?; Waarom vinden jullie in het westen dat het systeem veranderen moet, terwijl mijn indruk nou juist is dat het er zo slecht nog niet is?". Een andere vraag van hem is wat mensen in het westen afweten van Charta. Ik antwoord dat linkse mensen er vaak niet veel méér van weten dan dat Charta bestaat. Want voor ons is het niet prettig om ons teveel bezig te moeten houden met oppositie in Oost-Europa. Ik probeer hem uit te leggen hoe velen toch maar gedeeltelijk solidair waren met Solidarnosc. Er werden talloze argumenten voor genoemd: dat de invloed van de roomse kerk zo groot was; dat er in Solidarnosc ook allerlei anti-communisten actief zouden zijn geweest; dat het precies was wat Reagan wilde; dat El Salvador veel erger zou zijn enzovoort. Veel mensen in het westen denken of hopen toch nog dat het systeem in Oost-Europa iets te maken heeft met socialisme. Hij reageert enigszins verrast. "Als de héle arbeidersklasse in Polen zo massaal opstaat tegen het systeem, is zelfs dat nog niet genoeg ? Misschien hebben jullie ook nog wel een shock-treatment nodig zoals wij die gehad hebben".
Tenslotte vraagt Maly welke invloed de boeken van Solzjenitsyn in het westen gehad hebben.
Ik: "Hij is heel bekend en veel mensen hebben hem wel gelezen. Maar voor linkse personen was het vaak wel genoeg om te weten dat Solzjenitsyn zich had uitgesproken vóór de staatsgreep in Chili. Voor mij had hij daarmee wel afgedaan". "Ja, politiek is hij verschrikkelijk en er is bijna niets waarover wij het met hem eens zijn, maar de toestanden in Rusland, die hij beschrijft, de goelag, de vervolgingen, die beschrijft hij heel nauwkeurig. Het is heel erg belangrijk dat ledereen dat leest. Want uiteraard heeft Solzjenitsyn de hoogste schattingen, 70 miljoen, maar objectievere historici houden het toch ook nog op minstens 40 tot 60 miljoen personen, die tijdens Stalins heerschappij verdwenen zijn !". "40 tot 60 miljoen ?1? Dat heb ik niet geweten !", stamel ik verbaasd in mijn gebrekkige Duits. Op de terugweg naar Nederland ontmoet ik nog een Tsjechische jongen, een computerprogrammeur, die duidelijk zegt dat een kapitalistisch systeem veel beter zou zijn. En dan valt me ineens op dat ik dat niemand van Charta heb horen zeggen. Die zeiden steeds dat het systeem niets met socialisme te maken heeft. Is dat misschien een geruststelling ?
Slotopmerking. Een aantal namen in het bovenstaande stuk zijn veranderd om de betreffende personen te beschermen tegen mogelijke repressiemaatregelen. De namen die voluit zijn vermeld zijn wél de juiste namen.