Stukken / stukjes

van Henk Spaan



Niemandsland (okt 17)

Ik ben altijd heel links geweest, althans dat beeld heb ik van mezelf en ik denk dat anderen dat beeld ook wel van mij hebben / hadden. Maar op een gegeven moment realiseerde ik me dat die linkse periode eigenlijk maar kort geduurd heeft: vanaf september 1970 toen ik begon met studeren in Wageningen en ik pats boem terecht kwam in een cursus Marxisme Leninisme (van een maoistische voorloper van de SP), tot begin 1982 vlak nadat generaal Jaruzelski in Polen met een staatsgreep een einde had gemaakt aan de massale protestbeweging onder aanvoering van de vakbond Solidarnosc. Het is al met al maar elf jaar en inmiddels zijn we 35 jaar verder.
Ik was in 1982 uitgekeken op links radicale groepjes, ik werd lid van de "gematigder" CPN, maar ik vond dat ik dat alleen kon verantwoorden als ik mijn best zou doen contact te krijgen met oppositie in communistische landen. Zo kwam ik in 1982 op een camping in Praag terecht om van daaruit te spreken met ondertekenaars van Charta '77.
In Nederland maakte ik kennis met een zanger die Tsjechoslowakije was uitgezet, Jaroslav Hutka, ook ondertekenaar van Charta '77.
Hij kon kiezen tussen de gevangenis of het land uit. Hij koos voor het laatste en leidde sindsdien een enigszins kwijnend bestaan ergens in een oudere wijk in Rotterdam. In Tsjechoslowakije was hij een gevierd zanger met een populariteit die vergelijkbaar was met die van Boudewijn de Groot. (Enkele jaren geleden op een camping in Tsjechië hoorde ik nog een groepje Tsjechen met een gitaar zijn liedjes zingen). Maar in Nederland voelde hij zich niet thuis; een enkele keer trad hij op voor een publiek van 25 mensen, vooral vrienden en bekenden. Hier was niemand dol op zijn melancholieke en soms ronduit sombere liedjes.
Ik zocht hem af en toe op als ik in Rotterdam bij mijn ouders was. Hij vertelde dat hij het ook in de Tsjechoslowaakse exil-gemeenschap voor zichzelf verpest had, omdat hij in een interview in een Duitse krant had gezegd dat als hij in het Westen geboren was, hij misschien ook wel bij de communistische partij was terechtgekomen. Dat was het verwarrende: hij zag er precies zo uit als wij, linkse studenten, hippie-achtig, met lang haar en een baard en hij leidde eenzelfde soort bestaan; hij was dol op de Beatles, maar zijn 'natuurlijke' houding was: "Ik ben rechts" en hij was een groot fan van George Bush en Margareth Thatcher. Door zijn interview moest de Tsjechische gemeenschap in West-Europa niets meer van hem hebben.
Ik voelde daarmee een verwantschap, omdat ik er inmiddels een gewoonte van had gemaakt op bijeenkomsten van de "vredesbeweging" te foeteren over de misdaden van Stalin en te pleiten voor de noodzaak om oppositie in communistische landen te steunen. Zoiets hadden de vredesvrienden nog nooit gehoord.
We spraken in Rotterdam over deze verwarrende situatie en constateerden dat we beiden in een soort niemandsland verkeerden, een niemandsland ergens tussen links en rechts. We bedachten dat het een mooie titel zou zijn voor een blaadje. Ik heb me wel eens afgevraagd: zou dat echt kunnen, zo'n blaadje maken, maar een niemandsland is een land waarin zich daadwerkelijk niemand begeeft en ik ben nooit ook maar in de buurt gekomen van realisering ervan.
Al tijdens de omwenteling in Tsjechoslowakije keerde Hutka terug naar Praag en sindsdien wilde hij niets meer met Nederland te maken hebben.
Voordat ik verder inga op dat niemandsland, wil ik nog even stilstaan bij het werk van Jaroslav Hutka. Hij kwam aan in Nederland en begon met het zingen van vertalingen naar het Nederlands van zijn liedjes en vervolgens schreef hij nieuwe liedjes in het Nederlands waarin hij zijn positie als vluchteling beschreef. Hij gaf in eigen beheer een LP daarvan uit, en een cassette-bandje. Het niemandsland beschreef hij in "Een lied over vrede" waarin hij een ontmoeting beschrijft met een aanhanger van de vredesbeweging.

Jaroslav Hutka - Een lied over vrede:


Zijn positie als vluchteling bezong Hutka nog in de volgende twee liedjes:

Jaroslav Hutka - Het liedje:

Jaroslav Hutka - Lange ij, korte ei:


Ik dacht weer terug aan mijn contacten met Jaroslav Hutka, omdat ik het gevoel heb opnieuw in een soort niemandsland te zijn terecht gekomen, met name nadat ik begin 2016 mijn lidmaatschap van GroenLinks had opgezegd.
Vóór die tijd was ik in GroenLinks al een vreemde eend in de bijt, maar toen had ik tenminste nog een club waar ik "tegen aan kon schoppen", waarover ik mijn ongenoegen op (digitaal) papier kon zetten. Dat vond niet iedereen prettig, maar was soms ook nuttig en interessant en leverde soms wel wat op.
Het niemandsland waarin ik me nu bevind, komt erop neer dat ik me niet links meer voel, maar evenmin rechts. En er is niet één politieke partij waarbij ik me thuis voel terwijl ik toch de neiging heb me ermee te willen bemoeien. Er zit niets anders op, dan af en toe mijn ergernis over deze of gene onder woorden te brengen. Dus toen deze week twee PvdA leden in de straat alle huizen langs gingen en dus ook bij mij aanbelden kon ik het niet laten te zeggen, dat ze Samsom nooit hadden mogen laten vallen en dat ik Hans Spekman en Lodewijk Asscher twee flapdrollen vind.
Dus zelfs als ik erover ga denken om toch maar weer PvdA te stemmen, lid worden lijkt geen optie.