Stukken / Stukjes

door Henk Spaan



Professoren en het broeikaseffect

Iedereen is het er tegenwoordig over eens dat feitenvrije politiek gevaarlijk en nepnieuws verwerpelijk is en dat wetenschappelijke toetsing van beweringen daartegen tegenwicht moet bieden. Ik ben het daar mee eens, maar dat betekent niet dat de wetenschap altijd de waarheid spreekt en dat beweringen van wetenschappers boven alle kritiek verheven zijn.
Het is misschien een beetje laat, maar ik wil me toch nog eens buigen over een open brief die 90 Nederlandse hoogleraren in april van dit jaar publiceerden met een pleidooi voor een ambitieuzer klimaatbeleid van een nieuwe regering. Een aantal van negentig hoogleraren, zou daarmee de wetenschappelijkheid van hun beweringen meer gewicht krijgen? Ik betwijfel het. Ik beweer niet dat ik daartegenover wél wetenschappelijke beweringen kan stellen, ik ben ook maar een mannetje, maar de open brief maakt op mij niet veel indruk. In de brief vinden we twaalf aanbevelingen.

Laat ik beginnen met een klein zijtakje in het betoog van de professoren. Bij punt drie pleiten zij voor invoering van een CO2 belasting, en dan: "De extra inkomsten voor de staat kunnen in de nieuwe economie worden geinvesteerd, en in compensatie van energie armoede voor mensen met lage inkomens". Hoe komt dat laatste stukje zin in de open brief terecht? Stond dat al in het eerste ontwerp en was er vervolgens niemand onder de andere 89 professoren, die gezegd heeft dat we dat er maar beter buiten kunnen houden? Of stond het er niet in, en zeiden enkele heldere geesten dat duurzaamheid (of transitie, of klimaatbeleid) prima is, maar dat de zieligste mensen van Nederland er in ieder geval niet op achteruit mogen gaan? Ik herken een beetje de gemakzuchtige (en populistische?) redenering van GroenLinks dat iedereen bij elke maatregel er alleen maar op vooruit mag gaan.

Een andere, voor mij toch vrij schokkende constatering is dat er negentig professoren zijn, die denken dat "Duurzaamheid" gebaat zal zijn bij het sluiten van drie splinternieuwe electriciteitscentrales binnen drie jaar. Hoe is dat mogelijk? "In de toekomst gaan we zuinig zijn, en we beginnen dús met het wegsmijten van die nieuwe centrales". De milieubeweging pleit ervoor, maar moeten wetenschappers niet wat meer afstand houden en pleiten voor een geleidelijker omvorming van de energievoorziening? Ofwel: gooi geen nieuwe schoenen weg, voor je nog nieuwere schoenen hebt. Sluiting van nieuwe centrales ten behoeve van het milieu is dermate onlogisch, dat er wel een extra zorgvuldige argumentatie moet komen en dat is wat ik met name van wetenschappers zou verwachten.

CO 2
Maar ik wil nog iets verder gaan. Als CO2 de óórzaak is van opwarming van de aarde dan kan ik de logica van een CO2-beleid begrijpen, maar ik vermoed eigenlijk dat opwarming veeleer een gevólg is van menselijke en industriele activiteiten. CO2 in de atmosfeer kan ook helpen bij beperking van opwarming. Veel glastuinbouw bedrijven (broeikassen!) passen CO2-bemesting toe, want de tuinders weten dat daarmee de groei van hun gewas sneller gaat. CO2 in de lucht is dus voor de natuur niet slecht en groei van bomen en planten zullen we dus (gedeeltelijk) afremmen als we krampachtig proberen CO2 uit de atmosfeer te verwijderen. Planten zetten CO2 namelijk weer om in plant en zuurstof.

Volgens de theorie maken broeikasgassen de atmosfeer dikker, de dikkere atmosfeer verspreidt de warmtestraling van de zon (infrarood licht) over het aardoppervlak. Zonder die dikke atmosfeer zou de uitstraling van warmte terug de ruimte in veel sterker zijn en zou de temperatuur op aarde lager zijn, vergelijk het maar met de temperatuurdaling in heldere nachten. Het valt niet mee om alle verschillende processen en invloeden te begrijpen, maar als ik dan op wikipedia lees dat de temperatuur-effecten van de verbranding van fossiele brandstoffen verwaarloosbaar zijn ten opzichte van in- en uitstraling van de aarde, dan wordt ik wantrouwig. Ik twijfel niet aan het bestaan van een broeikaseffect, maar wel aan de grootte ervan.

De planeet Venus
Voor zover ik weet, werd de term broeikas-effect ergens in de jaren vijftig aktueel, toen ruimteonderzoekers ontdekten dat de temperatuur aan de oppervlakte van onze buur-planeet Venus rond 450 graden Celsius ligt en dat de dampkring er vrijwel geheel uit CO2 bestaat. Zij zochten een verklaring en bedachten dat op een bepaald moment een proces op gang was gekomen van temperatuurverhoging tot voorbij van wat je normaal gesproken van de zonne-energie zou mogen verwachten. Die theorie was gebaseerd op het idee dat Venus ontstaan was in dezelfde omstandigheden als de andere planeten. Maar dat is niet noodzakelijk zo. In de miljoenen jaren dat het zonnestelsel bestaat, kan Venus ook een andere geschiedenis hebben. Misschien was Venus een heel andere, veel hetere klodder uit de oer-soep.

Met het broeikaseffect verklaart men de temperatuur van 450 graden op Venus. Als een broeikaseffect zulke enorme gevolgen heeft, begrijp ik wel dat de verbranding van fossiele brandstof op aarde daarbij volkomen in het niet valt. Maar ik geloof niet dat het warmte-effect van verbranding van geen betekenis is en dat alleen de CO2 wat dat betreft van belang is. De opwarming kan heel makkelijk het gevolg zijn van alle machines, alle motoren, alle kachels en alle airconditioning die dag in dag uit, jaar in jaar uit, overal op aarde aangezet worden.

Menselijk handelen
Er is nog een ander aspect aan de discussie over broeikasgassen. Als we accepteren dat de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer doorslaggevend zijn voor de temperatuur op aarde, dan wordt het probleem enigszins losgekoppeld van het directe handelen van individuen en van organisaties en wordt de temperatuur een technisch probleem, dat alleen kan worden aangepakt door wetenschap en politiek. Ik wil liever een directe verbinding leggen tussen de productieve en consumptieve menselijke activiteit met de negatieve gevolgen ervan op klimaat en milieu; Ik zou liever nadruk leggen op de noodzaak van een vermindering van bijvoorbeeld auto- en vliegverkeer en op de noodzaak van een zuiniger omgaan met natuurlijke grondstoffen. Dat is meer dan een nuanceverschil in vergelijking met het preken voor "duurzaamheid".

Met dit soort opmerkingen wordt je al gauw weggezet als "klimaatscepticus". Ik herinner me de zure gezichten toen ik op de partijraad van GroenLinks mijn twijfel over het broeikas-effect uitsprak. Maar ik geloof niet dat ik een klimaatscepticus ben; ik heb helemaal niet de neiging om te zeggen dat de milieubeweging zich zorgen maakt om niets. Ik kan alleen niet goed tegen het eindeloos elkaar napraten en het tot taboe verklaren van elke kritische overweging bij het klimaatbeleid. Ik heb sterk de indruk dat het beleid om CO2 terug in de grond te stoppen voor het klimaat als geheel en voor de temperatuur op aarde bitter weinig effect zal hebben. Aardgas uit de grond halen is relatief gemakkelijk want het gewicht van de bodem boven die gasvelden perst als het ware het gas uit de grond. Maar hoeveel energie, en hoe sterke ventielen zullen er niet nodig zijn om een ander gas (CO2) weer terug te persen? Gaan we dat experiment weer doen in de buurt van Noordoost Groningen? Een experiment in de Noordzee werd in juli van dit jaar nog stopgezet en mij verbaast dat niets.

De negentig professoren omzeilen zorgvuldig elk vraagteken dat een gewone sterveling kan plaatsen bij een doortastend klimaatbeleid. Zij brengen de discussie niet verder en herhalen simpelweg wat stokpaardjes van de milieubeweging. Ik zal nog een paar puntjes noemen: Alle woningen moeten op termijn "energieneutraal" worden, maar mag dat alsjeblieft door een twijfelaar eens doorgerekend worden, ik bedoel dus een 'onwillige' doorrekening van álle voor en nadelen van een zo ingrijpende maatregel. Daar zouden onze wetenschappers ons een plezier mee doen, en niet met de haleluja-verhalen over een energieneutrale samenleving. Zo'n onwillige doorrekening is ook op zijn plaats bij de nadelen van de winning van zeldzame grondstoffen nodig voor de productie van zonnecellen en accu's en van zeldzame metalen nodig voor de bouw van windmolens.

Kilometerheffing
In punt zeven vinden we een pleidooi voor een kilometerheffing, maar een voor de hand liggend tegenargument is dat daarvoor dus iedere auto-beweging geregistreerd moet worden en dat de heffing op een of andere manier geïnd moet worden. Ik heb nooit begrepen waarom een verhoging van de benzine-accijns niet veel eenvoudiger zou zijn, plus een afschaffing van de voordelen van het gebruik van diesel, van kerosine in de luchtvaart en stookolie in de scheepvaart en de afschaffing van quantum-kortingen in de industrie ("als je veel gas van ons koopt, krijg je het goedkoper"). Bereken het maar door in de prijzen, maar dat durven de progressieve professoren niet, want daar hebben ook de laagstbetaalden last van.

Bij punt negen staat dat duurzaamheid een belangrijke plek in het onderwijs moet krijgen. Dat zien we vaker: Ieder probleem waarvoor oplossingen niet voor de hand liggen, krijgt het onderwijs op het bordje geschoven. Leraren en onderwijzers krijgen niet alleen als taak kennisoverdracht maar moeten ook een soort domimees worden. Ik heb overigens niet de indruk dat het onderwijs op het gebied van milieu-bewustzijn nalatig is. Laten wetenschap en politiek maar hun eigen wegen vinden om hun boodschap aan de samenleving kenbaar te maken.

Ik kan nog wel even doorgaan om mijn kritiek op de open brief te geven, maar dat zal ik niet doen. Ik wil besluiten met het noemen van twee zaken die ik op dit moment het belangrijkst vind: ten eerste: Laten we de theorie over het broeikaseffect nog eens goed tegen het licht houden en ten tweede: we moeten eens gaan twijfelen aan de grondslag van ons economisch streven naar voortdurende schaalvergroting en automatisering, en de daarmee samenhangende groei van verkeersstromen; we moeten ons realiseren dat op den duur de vervanging van handarbeid door mechanisering zal moeten worden teruggedraaid. We moeten meer met de handen gaan doen en minder met brandstof en dure grondstoffen. Ik zal daarmee wel niet realistisch zijn, maar ik wacht geduldig tot het moment dat ik dat wél blijk te zijn.