Oost-Europadiscussie, een spookbeeld voor radicalen (october 1985)
Is de vredesbeweging tegenstander van de verspilling die plaatsvindt in de wapenwedloop, tegenstander van militarisme en oorlogsgevaar, en van uitbuiting van de ene mens door de andere, of van het ene werelddeel door het andere? Nee, niet altijd en overal.
Zaterdag 21 september waren de strategen van het radicale deel van de vredesbeweging bijeen om te praten over de perspectieven van de vredesbeweging na 1 november, als de regering al of niet besloten heeft tot plaatsing van de kruisraketten in Nederland. De bijeenkomst was georganiseerd door het BONK (Burgerlijke Ongehoorzaamheid en Non-Koöperatie) onder het motto "De NAVO op de korrel".
Voor de zoveelste keer werd duidelijk dat een deel van de vredesbeweging, en in ieder geval de aanwezige "radicalen", slechts tegen wapenuitgaven, militarisme, uitbuiting en onderdrukking zijn, als die zich afspelen binnen de invloedsfeer van de westerse mogendheden.
Alle aanwezigen waren het erover eens, dat de vredesbeweging niet stil moet blijven staan bij de vraag of de kruisraketten wel of niet geplaatst zouden gaan worden. Deze vraag zou in een breder kader geplaatst moeten worden, ook alle andere atoomwapens in het westen mochten niet vergeten worden ("vasthouden aan de oorspronkelijke IKV-leuze"), zelfs de wapenwedloop als geheel (ook de conventionele wapens) en de oorzaak van de wapenwedloop, namelijk de NAVO, zou moeten worden aangepakt, en er waren zelfs mensen die meenden dat de maatschappij als geheel veranderen moest, dat er structurele veranderingen nodig waren in de kapitalistische maatschappij.
Dit alles werd gepresenteerd als een vondst van de radicale vleugel, en je zou op de bijeenkomst haast denken dat zonder de radicalen er helemaal niemand op deze briljante vondsten gekomen zou zijn.
Het merkwaardige is dat ik de afgelopen jaren geen bijeenkomsten meer heb bijgewoond van (delen van) de vredesbeweging waar deze zaken niet benadrukt werden. Of het nou christelijke groepen waren, of communistische, of links radicale, of zuiver pacifistische, overal nam men het bovenstaande als uitgangspunt, en ook de sociaal-democraten hebben het belang van dergelijke discussies steeds benadrukt, vaak nog in dezelfde woorden als op deze zaterdag gehoord konden worden. De "politieke analyse" verschilde bijna geen haar van die van de rest van de vredesbeweging, en degene die zich in de meest radicale bewoordingen uitliet over de bewapening, bleek Leon Wecke te zijn, die zijn woedende betoog afsloot met een "woedende" oproep om bij de volgende verkiezingen op een linkse partij te stemmen. Dat was het enige wat er volgens hem nog opzat. Vermakelijk was, dat toen Leon Wecke zijn redevoering afgesloten had, het verblufte publiek zeker tien seconden stil bleef, waarna iemand in de zaal vond toch in ieder geval uit beleefdheid te moeten klappen en nog een mager applausje volgde.
Wat verbond dan de aanwezigen? Het feit dat zij radicalere acties wilden voeren dan de rest van de vredesbeweging? Dat was het niet, want wat dat betreft was het net zo'n bonte verzameling als alle andere bijeenkomsten. De een wilde een discussie over geweld en geweldloosheid voeren in de hoop anderen te vinden die ook voor harde acties waren, maar hij werd vervolgens instemmend aangevuld door een ander: "Ja, want we moeten beter aan de rest van de maatschappij duidelijk maken dat we principieel elke vorm van geweld afwijzen". Sommigen vonden dat bij plaatsing op 1 november onmiddellijk tot actie overgegaan moest worden, terwijl anderen zich al aan het voorbereiden waren op een langdurige, geduldige strijd om in de komende tien jaar geleidelijk meer mensen te winnen voor zijn opvattingen. Het breed overleg non-coöperatie deed zijn naam eer aan.
Nee, men was nauwelijks radicaler dan een willekeurige groep van honderd andere mensen uit de vredesbeweging. Toch was het geen willekeurige groep mensen; de verbindende elementen waren ten eerste de gemeenschappelijke afkeer van de "verraders" van de sociaal-democratie, en ten tweede de daar nauw mee samenhangende consequente weigering om de politieke verhoudingen binnen Oost-Europa in de analyse te betrekken. Op die manier beschouwd zou je de bijeenkomst een "horizontaal reveil" kunnen noemen. Dit horizontaal reveil is echter gedoemd tot mislukken en ik zal in de rest van dit stuk proberen aan te geven waarom ik dat denk. Ik zal daarbij vooral ingaan op de Oost-Europa discussie. Het verraad van de sociaal-democratie zal een andere keer wel beter behandeld worden.
De radicalen en Oost-Europa.
Men was het erover eens, dat de achtergronden van de bewapening meer benadrukt zouden moeten worden. Henk Branderhorst van 't Kan Anders en lid van de PSP, een van de meer gematigde aanwezigen, omschreef dat in de inleidende brochure als volgt: "We zullen moeten werken aan de opbouw van een nieuwe coalitie, die zich niet richt op de strijd tegen de incidenten, maar tegen de wortels van het kwaad van het militarisme: de structuren van een kapitalistische samenleving die zich in de vorm van een militair bondgenootschap tot de tanden bewapent om ongelijkheid, onvrijheid en ongerechtigheid te laten voortbestaan". Alle anderen varieerden op ditzelfde thema. Huub Jaspers van AMOK (een tijdschrift uitgegeven door het Anti Militaristisch Onderzoeks Kollektief) pleitte ervoor om de vredesbeweging te verbreden tot een anti-NAVO beweging. De SAP (Socialistische Arbeiders Partij, een trotskistische organisatie) was hier niet erg voor (bang dat daardoor teveel mensen zouden afhaken), maar vond wel dat de discussie over de NAVO zoveel mogelijk gestimuleerd moest worden:
"....., anderzijds in de vredesorganisaties en vakbeweging en PvdA (waar het het hardste nodig is) werken aan een anti-NAVO stroming. Door discussies voor, tijdens en na de acties. Door in acties met anti-NAVO leuzen en spandoeken aanwezig te zijn om de discussie over de NAVO te verbreden" (zie klassenstrijdbrochure nr. vier).
Zover zijn de radicalen (en met hun een groot deel van de vredesbeweging), maar ze zijn nog geen centimeter verder.
In een eindeloze reeks variaties wordt steeds weer herhaald "kijk eens hoe slecht de NAVO is" (en heus, ze zijn erg slecht), maar inhoudelijk is de argumentatie tegen de NAVO in ieder geval al sinds 1979 niet meer veranderd. De anti-NAVO groep van het BONK heeft inmiddels nieuwe anti-NAVO brochures en manifestaties aangekondigd. Maar de politisering van de vredesbeweging die hiermee beoogd wordt, zal in de praktijk alleen maar verlammend blijken te zijn, omdat aan de NAVO discussie al heel lang niets nieuws is toegevoegd (alleen het aantal details is gegroeid), én omdat een deel van het probleem nog steeds buiten beschouwing blijft. Het Warschaupact is namelijk een deel van het probleem. Nu is het merkwaardig dat juist degenen die de IKV-leiding verwijten de strijd te depolitiseren en te versmallen tot alleen een strijd tegen de kruisraketten, systematisch terugvallen op de meest oudbakken argumenten als de IKV-leiding in de vredesbeweging een discussie over Oost-Europa proberen te stimuleren. Juist als de IKV-leiding een politieke discussie wil beginnen, spreken de radicalen over "depolitisering". Zij zien discussie over Oost-Europa als een truc van sociaal-democratische verraders. Hans Krikke van BONK bespreekt in de inleidende brochure de sociaaldemocratisering die al begon bij het vaststellen van de leus van de demonstratie van 21 november 1981 "Geen nieuwe kernwapens in Europa":
Oost-West discussie als verraad
"Toen al werd de eis van eenzijdige stappen geweld aangedaan. Iets wat in de toekomst nog meer zou gebeuren. Na de demonstratie in Amsterdam -vierhonderdduizend mensen- werd de oost-west discussie aangekaart. Vervolgens -weer een fase verder, en als bekroning- kwam men met het freeze-idee uit de verenigde staten op de proppen. De atoomarsenalen moesten wederzijds bevroren worden".
We lezen hieruit dat de oost-west discussie een stap is op de weg van het verraad. Voor het gemak vergeet Krikke weer eventjes dat de oost-west discussie niet door de sociaal-democratie werd aangekaart, maar door het stalinisme, net drie weken na die 21ste november, op 13 december 1981, zijn we het alweer vergeten?
"Verzet", een soort neo-maoistisch maandblad, zegt het in een anti-NAVO nummer dat speciaal voor de gelegenheid gemaakt werd, nog wat duidelijker.
"De groeiende aandacht en bezorgdheid in de vredesbeweging en met name bij figuren als M.J.Faber, voor doorbreking van het 'blokdenken', en de bemoeienis met de politieke situatie in Oost-Europa ('mensenrechtenkwestie'), leidt op een gevaarlijke manier af van de kern van het probleem: namelijk de bewapeningswedloop zelf". En verderop: "In zoverre als de vredesbeweging zich voor het karretje van de 'tweezijdige' ontwapening laat spannen, dat wil zeggen, eisen aan het militair en economisch veel zwakkere Oostblok stellen, voordat in West-Europa zelf spijkerharde ontwapeningsresultaten zijn bereikt, maakt het daarmee iedere werkelijk wederkerige ontwapening onmogelijk". Verzet vindt de oost-west discussie dus niet alleen een truc, maar zelfs gevaarlijk. Zou het door de invloed van Verzet gekomen zijn, dat een van de vijf oorspronkelijke thema's voor groepsdiscussie aan het begin van de middag, uiteindelijk van de agenda bleek te zijn verdwenen? Dat was het thema "De NAVO en het oosten". Misschien ben ik te achterdochtig; misschien hadden ze gewoon niemand kunnen vinden die er iets vanaf wist. "Het is gewoon een kwestie van prioriteitenstelling", hoor ik al mompelen.
Naar mijn mening is een politisering van de vredesbeweging niet mogelijk zónder een discussie over het Warschaupact. Wie zijn analyse beperkt tot de NAVO, en wie de NAVO als de enige bron van onderdrukking en oorlogsgevaar ziet, houdt zich slechts met een deel van het probleem bezig. En stel dat de NAVO het grootste deel wan de totale hoeveelheid onrechtvaardigheid voor zijn rekening neemt en het Warschaupact slechts 40% dan is die 40% toch nog wel voldoende om zorgvuldig te onderzoeken?
De motor achter de wapenwedloop
Laten we nu eens kijken hoe die eenzijdige gerichtheid op de NAVO beargumenteerd wordt. Of, anders geformuleerd, wat weerhoudt toch zovelen ervan, om zich niet alleen uit te spreken tegen de NAVO, maar eveneens tegen de belangrijkste partner van de NAVO in de wapenwedloop, namelijk het Warschaupact?
Meent Verzet dat de top van het Warschaupact uit nobele lieden bestaat en de NAVO-top uit schurken? Denkt men dat de top van het Warschaupact een hogere beschaving vertegenwoordigen dan de NAVO-top? Welke aanwijzingen hebben we dat de bazen in het Kremlin meer zijn dan alleen een corrupte kliek militaristen die niet anders willen dan hun eigen machtsposities verdedigen of liever nog uitbreiden?
In klassenstrijdbrochure nummer vijf zegt de SAP: "Het is duidelijk dat wij de Sovjetunie en haar bondgenoten anders inschatten dan de NAVO. En dat wij de NAVO als de drijvende kracht achter de bewapeningswedloop zien. (..) Hoe onderdrukkend het sovjet systeem voor de eigen bevolking en voor de bevolkingen in Oost-Europa ook mag zijn, de Sovjet-Unie heeft vanuit zichzelf geen belang bij nog weer een nieuwe ronde in de wapenwedloop".
De analyse van Verzet wijkt niet wezenlijk af van die van de SAP. "In een situatie waarin het militair potentieel van de westerse imperialistische landen in totaal driemaal groter is dan dat van het Warschaupact, betekent dit dat pleidooien voor een gelijktijdige en tweezijdige ontwapening de krachtsverhoudingen tussen NAVO en Warschaupact zich nog meer ontwikkelen ten gunste van de NAVO. Eveneens verhult dit dat het juist de westerse imperialistische landen zijn, die de motor achter de bewapeningswedloop vormen en dat de militaire superioriteit alsmaar groter wordt ten opzichte van het Warschaupact". Ik wil onmiddellijk aannemen dat in militair technisch opzicht en ook in de numerieke verhoudingen de NAVO nog steeds superieur is en dat de verhalen over inhaalmanoeuvres van de Sovjet-Unie grotendeels sprookjes zijn en het is nuttig om telkens weer de feiten boven tafel te halen als Rodgers ze eronder probeert te frommelen. Maar in de bovenstaande citaten worden twee vergissingen gemaakt.
Ten eerste heeft in de IKV-top niemand pleidooien gehouden voor gelijktijdige en tweezijdige ontwapening. De IKV-top is nog steeds voor eenzijdige ontwapening aan deze kant, maar hoopt daarnaast te bereiken dat ook in Oost-Europa stappen worden gezet naar ontwapening. Daar komt bij dat het belangrijkste van die oost-west discussie niet is dat het oosten ook moet ontwapenen, maar de democratisering van oost-europa, de erkenning van de meest fundamentele democratische rechten, de afschaffing van de censuur, de vrijheid van vergadering, van demonstratie, van vakvereniging enzovoorts.
Publieke opinie
De discussie gaat er al minstens drie jaar over dat als er in oost-europa geen publieke opinie is die zich onafhankelijk van het staatsapparaat kan organiseren, het niet veel zin heeft om eisen te stellen aan de bewapening van het Warschaupact, omdat er toch geen enkele manier is om te controleren of de bazen van het Warschaupact de waarheid spreken of niet. Daarom praat de IKV-top terecht niet over aantallen SS 20's, maar over mensenrechten. ('mensenrechtenkwestie') zou Verzet schrijven.
Wat Oost-Europa betreft ligt daar de bottleneck voor ontspanning, en dat is wat bedoeld wordt als gezegd wordt dat de strijd voor vrede direct gekoppeld moet worden aan een strijd voor mensenrechten. Maar aan onze vrienden de NAVO-kenners is deze discussie ontgaan. Ik vermoed dat ze de stukken erover niet eens gelezen hebben, anders zou het toch wel mogelijk geweest zijn om op die discussie in te gaan in plaats van honend te schrijven over "pleidooien voor een gelijktijdige en tweezijdige ontwapening".
De tweede vergissing maakt Verzet (en de SAP en andere radicalen) als het de NAVO de gangmaker van de wapenwedloop noemt en daarna met de redenering ophoudt. Ik denk dat de NAVO inderdaad de gangmaker is van de wapenwedloop, maar het belangrijkste is niet de wapenwedloop, maar het reële oorlogsgevaar. Verzet spreekt bij voorkeur over de strijd tegen de oorlog in plaats van over de strijd voor de vrede, en ik denk dat Verzet in die nuancering wel gelijk heeft, maar als het over Oost-Europa gaat wordt die redenering ineens niet meer doorgetrokken. Dan is de NAVO ineens weer de gangmaker en daarmee basta. Maar als we het hebben over mogelijke oorzaken van oorlogen, van lokale oorlogen of van wereldoorlogen wordt het beeld ineens anders. Dan kan je alleen maar concluderen dat ook een conflict binnen het Warschaupact of een roekeloze stap van het Warschaupact de lont in het kruitvat kan doen ontbranden. Het kan beginnen op de Falklandeilanden (Malvinas), dus waarom niet in Polen? Verzet mag het misschien jammer vinden, maar het blijft een feit dat de politieke verhoudingen binnen Oost-Europa veel instabieler zijn dan die binnen de rijke westerse wereld. De Poolse communistische partij bestaat in feite niet meer, het leger is bezig geleidelijk alle belangrijke posities in de maatschappij in te nemen, er is weinig kans dat het leger zich zomaar weer zal terugtrekken en ook de andere maatschappijen in het Oostblok lijken moeilijk aan deze tendens van geleidelijke militarisering te kunnen ontkomen. Wat vindt Verzet daarvan? Wat is Verzet van plan te doen, als de Poolse arbeiders over vijf of tien jaar nog een keer proberen om te veroveren waar ze recht op hebben?
Is het voldoende om te waarschuwen dat de NAVO nog erger is? Denkt Verzet dat de Poolse arbeiders nog wel willen luisteren naar links in het westen, als dat in de tussentijd geen vinger voor hun heeft uitgestoken (en integendeel elke kritiek op het Warschaupact heeft gerelativeerd, verzwegen of onderdrukt)? Weet Verzet niet dat een nieuwe opstand ergens in Oost-Europa makkelijk kan omslaan in een burgeroorlog en vervolgens het begin kan zijn van een internationaal conflict? De onderdrukking (ook met militair geweld) van elke oppositie in Oost-Europa is de geheel eigen bijdrage van het Warschaupact aan de wapenwedloop, zoals ook de staatsgreep van 13 december daarin een belangrijke nieuwe stap was. Is de discussie daarover belangrijk of niet? Slechts een sociaal-democratische afleidingsmanoeuvre?
Verboden te praten over het Warshau-pact
En dan moet ik nog even terugkomen op het argument dat de SAP noemt, namelijk dat de Sovjet-Unie geen belang heeft bij een nieuwe ronde in de wapenwedloop. Dat is juist. Als geheel heeft het westen evenmin belang bij nieuwe rondes in de wapenwedloop. Want ook hier gaan alle grondstoffen en menselijke arbeid die worden gestopt in wapenproductie, ten koste van de productie van huizen, voedsel en andere consumptiegoederen. Maar in het westen is dat evenmin een reden om geen wapens te produceren als in het oosten. De Sovjet-Unie heeft geen belang bij wapenproductie, maar bepaalde groepen in de Sovjet-Unie wél. En dat zijn met name de machtigste groepen die beseffen dat ze op een kruitvat zitten en die weten dat ze die wapens nog wel eens heel hard nodig kunnen hebben, voor binnenlands gebruik, maar ook om hun economische belangen in derdewereldlanden veilig te stellen. Ik durf het bijna niet te noemen, maar de oorlog in Afghanistan is een onmiskenbaar feit.
Hoe lang moeten we die onzin nog horen, dat de heersende groepen in de Sovjet-Unie geen belang hebben bij wapenproductie? Hoe vaak moeten we nog horen dat de heersers in het oosten het liefst aan het volk, aan de arbeiders, een zo groot mogelijke welvaart zouden schenken?
Toen ik me naar de bijeenkomst van het BONK begaf, leek het me prima om aandacht aan de NAVO te besteden, en was ik slechts benieuwd naar wat er gezegd zou worden over Oost-Europa en het Warschaupact. Maar na de bijeenkomst, nu ik alles nog eens op een rijtje zet, wordt het heel duidelijk dat een anti-NAVO campagne de slechtst mogelijke voortzetting zou zijn voor de vredesbeweging na 1 november.
Ik kan een anti-NAVO kampanje alleen maar beschouwen als een poging om actief en bewust elke kritiek op de verhoudingen in Oost-Europa de kop in te drukken: dat komt dus neer op een poging om de koude oorlog weer op te rakelen: niet de NAVO-bijdrage daarin, maar de stalinistische bijdrage. Als er een anti-NAVO kampanje komt, (hetgeen niet waarschijnlijk is, want de bijeenkomst maakte een krachteloze en ongeïnspireerde indruk) dan hoop ik dat daar actief tegenin gegaan wordt, niet ter verdediging van de NAVO, maar om te voorkomen dat de politieke situatie in Oost-Europa wéér buiten het gezichtsveld verdwijnt, zoals al zo vaak gebeurd is.
Het moet nou maar eens duidelijk worden dat de gebruikelijke lippendiensten aan oppositie in Oost-Europa ("natuurlijk vinden we het goed wat solidarnosc gedaan heeft"; "natuurlijk willen wij niet goedpraten dat ondertekenaars van Charta worden gevangen gezet") niet meer voldoende zijn.