Rampen.
Ik moet terugkeren naar het catastrofisme waar ik het eerder over had. Want sommigen zullen wel denken dat ik gek aan het worden ben; dat ik mijn eigen nepnieuws aan het produceren ben; dat ik bezig ben de resultaten van tweehonderd jaar wetenschap bij de afvalbak te zetten. Gedeeltelijk is dat zo. Vijfenzestig miljoen jaar geleden vernietigde een meteoriet praktisch al het leven op aarde. Waarschijnlijk is ook daarna de aarde van tijd tot tijd door grotere en kleinere kosmische aanslagen geschokt geweest.
Een inslag in een oceaan kan wereldwijde tsunami's hebben veroorzaakt. Daar zijn aanwijzingen voor gevonden. Een inslag in een van de poolgebieden kan het poolijs hebben doen smelten en daarmee de zeespiegel tijdelijk hebben doen stijgen. Een of andere invloed kan de rotatie-as van de aarde hebben doen veranderen met dramatische effecten op de locatie van het poolijs (ijstijden!). In de bijbel is sprake van een verschuiving van de stand van de zon met tien graden en ook Herodotus maakte 500 jaar voor Christus melding van zoiets. Hardnekkige verhalen over zoiets als de zondvloed zouden verklaard kunnen worden door een botsing van de aarde met een ijsklomp vanuit te ruimte. Ik vindt het niet zo onwaarschijnlijk, zoals ik ook een buitenaardse invloed als oorzaak van de geweldige plooiingen in aardlagen even zo goed denkbaar vindt als de gangbare theorie van de aardschollen die drijven op de vloeibare kern van de aarde en elkaar van tijd tot tijd naar beneden drukken door krachten binnen de aardkern. Wetenschappers hebben te vaak de mogelijkheden van kosmische invloeden op het aardoppervak genegeerd, of categorisch ontkend.