Hoe verder met de partijraad (mei 2009)
Tijdens de discussie op zaterdag 16 mei over de plaats van de partijraad in de organisatie van GroenLinks kreeg ik op een bepaald moment een idee van welke kant de discussie op zou kunnen of moeten gaan. Maar we zijn daar niet aan toe gekomen, want zoals gebruikelijk was de tijd voor de discussie weer te kort. We moesten haastig naar het volgende agendapunt. Het zou toch leuk zijn als de partijraad eens echt zou doorpraten over een onderwerp, waarbij iedereen die er iets over te zeggen heeft, aan het woord is gekomen en waarbij anderen daar op konden reageren en waarbij tenslotte gekeken werd welke conclusies de vergadering uit de discussie kon trekken en of en hoe de discussie kon worden voortgezet.
We konden vantevoren weten dat we over het functioneren van de partijraad gemakkelijk het middag-gedeelte van de vergadering zouden kunnen vullen. Dat had ook gemoeten.
Laten we nou eens in de partijraad een "groot" onderwerp op de agenda zetten en daar over dóórpraten tot we er meer duidelijkheid over hebben. Behalve ons eigen functioneren zijn er andere onderwerpen zoals de economische krisis, het onderwijs, de opwarming van de aarde of sociale zaken (ontslagrecht, pensioenen, vakbonden). En dan wil ik benadrukken dat we daar geen discussiedeskundigen bij nodig hebben die de boel doodstructureren, we hebben alleen af en toe een goede voorzitter nodig. Want voor het gemak neem ik even aan dat er in de partijraad genoeg ervaring aanwezig is om goede discussie mogelijk te maken.
Op de vergadering tekende zich een aantal verschillende mogelijkheden af: Er werden bezwaren geopperd tegen het voorstel om een aantal statutaire taken af te splitsen van de partijraad taken: de benoeming van allerlei commissies en controle op bijvoorbeeld financiële zaken.
Dan is er de gedachte dat er iets veranderen moet in de omvang van de partijraad en in de manier waarop de leden gekozen worden en in de zittingsduur van de leden van de raad. Er gingen echter ook stemmen op die de huidige structuur verdedigden en die dus in feite pleitten om statutair aan de positie van de raad niets te veranderen.
Dan was er ook nog een verschil te bespeuren in de manier waarop de verantwoording van fracties van eerste en tweede kamer en van europarlement zou moeten plaatsvinden, maar misschien blaas ik dat verschil teveel op omdat dat een stokpaardje van mijzelf aan het worden is.
We moeten nu als partijraad proberen deze keuzen exact te formuleren en zo onbevangen mogelijk aan onszelf en vervolgens aan het congres voor te leggen. Dus dan krijgen we op de partijraadvergadering van september de keuze: er komt een toezichtgroep voor controle van financiële zaken, tegenover: een toezichtgroep is niet nodig;
en: het bestuur gaat diverse commissies benoemen (plus de benodigde openheid naar de rest van de partij) tegenover: de partijraad kan deze taken beter aan zichzelf houden.
Andere keuzen zijn vervolgens: zittingperiode van twee of van drie jaar; vervanging van de leden wel of niet allemaal tegelijk, de preciese omvang van de raad, vertegenwoordiging van de werkgroepen en misschien het wel of niet nieuw leven inblazen in het groen forum.
Een andere keuze is de frequentie van de vergaderingen; nu wordt gezegd minimaal vier maal per jaar, maar vier jaar geleden was het streven nog zesmaal per jaar. Dat is niet strijdig met elkaar en hoeft ook niet aan een congres te worden voorgelegd, maar het is wel de moeite van het bespreken waard.
De partijraad moet over deze keuzen een peiling houden en daarna moeten deze keuzen net zo aan het congres in november worden voorgelegd. Dat zou een doorbreking zijn van de gewoonte om aan een congres één voorstel te doen en om de amendering aan het toeval of aan eventuele oppositiegroepen over te laten. Die amendering blijft mogelijk, maar tevoren zijn er al meerdere mogelijkheden. Er komt dan geen officiële pre-advisering maar het is wel mogelijk om bekend te maken dat het partijbestuur deze of gene voorkeur heeft en dat de partijraad bij de peiling zus of zo verdeeld was.
Maar eerst moet de partijraad de keuzen scherp formuleren en het is niet ondenkbaar, dat al doende blijkt dat er geen heikele kwesties aan het congres hoeven voorgelegd te worden. Dan komt er meer tijd vrij voor de opwarming van de aarde.