Foto henk spaan

Teksten over Groenlinks

door Henk Spaan





Het zevende congres over organisatie (dec 1994)


EEN OPENER DISCUSSIE IN GROENLINKS
(Vuurtoren; sept 1994)
De organisatie van GroenLinks is het onderwerp op het zevende congres dat in januari volgend jaar plaats vindt. De organisatie is het enige agendapunt. Op het vorige congres stond het verkiezingsprogramma op de agenda en daarmee alle problemen ter wereld. Dat was te veel en leverde een oninteressant congres op. Dit keer is de balans naar de andere kant doorgeslagen. Alleen de organisatiestructuur is een beetje weinig. De congrestekst bevat slechts een vijftiental voorstellen die gemakkelijk op een bladzijde kunnen worden afgedrukt. Het is toe te juichen dat de tekst kort is. Wat stelt het bestuur voor?

Het ledencongres.
Ten eerste komen er voortaan congressen waar alle leden welkom zijn in plaats van congressen met afgevaardigden van afdelingen. In plaats van de voorbereiding in de verschillende afdelingen, komt er nu een voorbereiding in "regionale voorrondes" waar ook weer alle leden aanwezig kunnen zijn. Er komt een open discussie in drie regionale bijeenkomsten. Daarna kunnen amendementen worden ingediend, telkens ondertekend door tenminste twintig leden. De eerste zes voorstellen gaan over dit ledencongres.
In de toelichting staat dat het niet goed is de discussie in GroenLinks alleen aan de "vergadertijgers" over te laten. Er wordt gesproken over de "twee-minuten-democratie" die frustrerend is en niet aantrekkelijk voor de buitenwereld. De vergadertijgers zijn er en de "twee-minuten-democratie" die ik op enkele congressen heb meegemaakt, was inderdaad frustrerend. Maar met een ledencongres zijn de problemen de wereld niet uit.

De buitenstaanders vinden discussies in GroenLinks niet interessant, dus moeten de buitenstaanders gemakkelijker ook op congressen hun invloed kunnen doen gelden. Dat lijkt de achterliggende gedachte. Dat is een oplossing uit armoede. Als de discussie niet interessant gevonden wordt, moeten we zorgen dat die wél interessant wordt, of we moeten over andere onderwerpen gaan praten. We moeten niet in verlegenheid redding bij de buitenwereld zoeken.
Het voorstel om voortaan ledencongressen te houden kan ik ondersteunen. Het zal niet veel veranderen aan de samenstelling van het congres. Mensen die echt willen, kunnen ook nu meestal wel toegang krijgen tot congressen. Het belangrijkste is echter dat met een ledencongres de aanwezigen niet langer zogenaamd de afdeling vertegenwoordigen. Mensen die naar een ledencongres gaan, moeten hun éigen mening geven en hun éigen stemgedrag bepalen. Daarmee is veel gewonnen in een politieke partij.
Een bezwaar tegen een ledencongres is dat op zo'n congres een bepaalde groep door massale aanwezigheid de congres-resultaten vrij gemakkelijk kan beïnvloeden. Je kan dat negeren en zeggen dat een volgend congres de fout kan herstellen. Je kan ook zeggen dat een bepaald aantal leden of afdelingen desgewenst op een afdelingencongres de resultaten van het omstreden congres nogmaals ter discussie kan stellen. Wat het beste is weet ik niet. Maar statuten zijn er om júist dit soort theoretische problemen te regelen. Als er heibel is, is het te laat.

Ledencongressen zijn een onvoldoende garantie voor een stimulerende discussie. Waarom zijn congressen van GroenLinks niet aantrekkelijk? Dat de agenda vaak te vol is heb ik al gezegd. In de ontwerp-resoluties die aan het congres worden voorgelegd, komen zoveel problemen aan de orde dat geen enkel probleem écht behandeld kan worden. Er zijn zoveel amendementen, dat per amendement slechts enkele minuten toelichting en discussie mogelijk zijn.
Belangrijker is dat het begin van de discussie telkens verkeerd is. Het begin is een ontwerp-tekst die geamendeerd kan worden; de amendementen krijgen een preadvies en komen in stemming. Dat geeft per definitie compromisteksten die onduidelijk zijn om de vereiste meerderheid te kunnen halen.

Meerdere voorstellen naast elkaar.
Het begin van de discussie moet open zijn. Wat let ons om in januari ook de verhouding tot de Groenen nog op de agenda te zetten? Het zal niet gebeuren, maar laten we het als voorbeeld nemen. Het is per slot van rekening aktueel met die verklaring van tachtig. Om te beginnen moet ieder die dat wil, zijn of haar mening op papier kunnen zetten. Die algemene teksten met indien nodig een maximumlengte moeten beschikbaar zijn voor alle leden, in ieder geval voor alle belangstellenden. Daarna kan de discussie beginnen in afdelingen of in regio's. Dit moet dan in december leiden tot concrete voorstellen aan het congres. Er komt dan niet één voorstel ter amendering maar meerdere voorstellen. Een groep zegt bijvoorbeeld: geen samenwerking; een andere groep: een gemeenschappelijke verkiezingslijst; één persoon stelt voor te streven naar fusie in 1996 en twee afdelingen willen voorlopig alleen een openbare discussie tussen Groenen en GroenLinks. Zo zijn er meer nuances te bedenken. De verschillende voorstellen kunnen aan het congres worden voorgelegd en het congres beslist.
Zo krijg je interessante congressen waarvan het resultaat niet bij voorbaat vaststaat. Het bestuur kan de procedure versnellen door al aan het begin de eigen meningsverschillen naast elkaar te plaatsen. Zijn alle bestuursleden het bijvoorbeeld eens met de voorstellen voor een ledencongres en voor oprichting van een GroenLinks Forum? Afwijkende voorstellen hadden nu al afgedrukt kunnen worden naast de 15 voorstellen van "het bestuur". Het bestuur staat dan niet langer als blok tegenover de 'gewone leden' of 'het congres'. In dat kader moet de pre-adviezering ook worden afgeschaft, met name in belangrijke kwesties. Natuurlijk moeten individuele bestuursleden wel stemverklaringen kunnen geven.

Ik kom zo tot de volgende voorstellen in plaats van voorstellen 2 t/m 6:
1 Het partijbestuur bepaalt de onderwerpen die op een congres aan de orde zullen komen, inventariseert de verschillende meningen in het bestuur en nodigt in de eerste ronde leden uit om discussiebijdragen te schrijven en voorstellen te doen. De teksten die hiervan het resultaat zijn, worden verspreid onder de leden of zijn voor leden opvraagbaar. Indien nodig kan het bestuur een maximumlengte vaststellen voor discussiebijdragen.
2 In de tweede discussieronde moeten bijdragen worden toegespitst op concrete voorstellen aan het congres. Personen en groepen kunnen in deze periode voorstellen formuleren of voorstellen van anderen amenderen. De verschillende voorstellen worden onder de leden verspreid. In principe worden alle voorstellen in behandeling genomen mits zij betrekking hebben op het onderwerp dat ter discussie staat. Het bestuur kan een nadere inperking geven van het onderwerp dat ter discussie staat.

De voorstellen van het bestuur geven echter geen opening in deze richting. In voorstel 4 en 6 staat zonder meer dat het partijbestuur bepaalt welke amendementen in stemming komen en gepubliceerd worden. Dat is een veeg teken. Als er teveel amendementen over teveel onderwerpen zijn, moet je minder onderwerpen op de agenda zetten. Als je een beperkt aantal onderwerpen góed behandelt, hoeft het bestuur niet als zeef op te treden.

Het GroenLinks Forum
Het bestuur stelt voor een GroenLinks Forum in te stellen dat toegankelijk is voor alle leden met een "initiërende en opiniërende functie". Daarnaast komt er een partijraad die besluitvormend is en bestaat uit afdelingsvoorzitters. In de toelichting staat: Het forum wordt het kristallisatiepunt voor de interne discussie over de hoofdlijnen van Groenlinkse politiek. De leden kunnen zo rechtsstreeks participeren en meepraten in de GroenLinks discussie. Als ik het goed begrijp zijn de bijeenkomsten openbaar en kunnen ook niet-leden zich mengen in de discussie.

Ik begrijp dat er brede frustratie is over het functioneren van de GroenLinkse raad. Die verdoet zijn tijd met punten en komma's, en met elkaar vliegen afvangen (ik heb het van horen zeggen). Nu komen er "interessante" discussies en worden formele bevoegdheden aan de raad (het forum) ontnomen. Dat is begrijpelijk, vanuit het bestuur geredeneerd, maar verkeerd.
Als de GroenLinkse raad niet goed functioneert, moet dat besproken worden; er moet gezocht worden naar de oorzaken van de verlamming en van het onderlinge wantrouwen. Het zal allemaal niet een, twee, drie opgelost zijn, maar er moet iets aan te doen zijn. Het móet. Het bestuursvoorstel omzeilt dit heikele onderwerp, zegt iets over "vergadertijgers" en grijpt organisatorisch in.
- De GroenLinkse raad wordt opgeheven;
- Er komen interessante discussies in een forum zonder bevoegdheden;
- Er komt een keer per jaar een partijraad van afdelingsvoorzitters;
- Om te voorkomen dat het forum weer een soort GroenLinkse raad wordt krijgt het forum een bestuur dat benoemd wordt door het partijbestuur.

Het voorstel komt neer op een uitbreiding van de macht van het partijbestuur, alle mooie woorden over betrokkenheid en publieke partijen ten spijt. Dat is niet goed. Politieke partijen bemoeien zich met name met de verbinding tussen het publieke debat en besluitvorming en moeten dus ook in interne kwesties beiden met elkaar kunnen verbinden. Dat de macht van het bestuur groter wordt, lees ik uit de voorstellen 4 en 6 over toegelaten amendementen, uit de voorstellen over het forum en partijraad, en uit de opwaardering van de functie afdelingsvoorzitter. Ik lees het ook in de voorstellen 11 over "kaders voor de ontwikkeling van de hele partijorganisatie" (dat is iets voor congressen), in de benoemingsbevoegdheden in 12 en vooral ook in voorstel 13 waaruit blijkt dat de partij meer "projectmatig" moet werken: het partijbureau en de afdelingen moeten de landelijke folders trouwer gaan verspreiden. Het is overbodig te zeggen dat het partijbestuur dus ook liever donateurs heeft dan leden (voorstel 15).

Samengevat concludeer ik dat voorstellen 7 t/m 11 afgewezen moeten worden en dat GroenLinks moet streven naar een beter functioneren van de GroenLinkse raad. Daarvoor is een goede discussie nodig, geen hele nieuwe partijorganisatie.

Terugkomend op het eerste deel van dit stuk over de opzet van congressen zou het beter zijn om in de eerste ronde het functioneren van de GroenLinkse raad aan de orde te stellen en verschillende personen daarover hun mening te vragen. Dan zou de discussie geopend worden. Nu is er echter een bestuursvoorstel waartegen je van buitenaf moet schoppen. Dit stuk bijvoorbeeld is daardoor bijna per definitie destructief, negatief van toon. De discussie is alweer gesloten voordat zij begonnen is.

Ten slotte wil ik nog twee opmerkingen maken. Het lot van dit stuk is onduidelijk. In het afdelingskrantje kan het wel terecht. Maar als bijdrage aan de landelijke discussie maakt het weinig kans. GroenLinks magazine heeft er geen ruimte voor en andere partijkanalen zijn er niet. Dat is precies waarom ik pleit voor een eerste open ronde waarin iedereen schriftelijk zijn bijdrage kan leveren. Als die mogelijkheid er niet na dit congres komt, zal ik geen lid meer zijn.

Ten tweede wil ik nog een op merking maken over het feit dat zo veel mensen GroenLinks kennelijk niet interessant vinden en dat de interne discussie kennelijk zo stroef verloopt. Het is een groot probleem in GroenLinks, dat groenlinksers bang zijn platgetreden paden te verlaten. Er wordt te vaak gedacht en gepraat in clichées en teveel over steeds dezelfde onderwerpen. Het interne debat verloopt teveel volgens de vaste patronen; De terugkerende ruzies tussen "principiëlen" en "realisten" zijn vaak rituelen. Het is geen wonder dat veel mensen de schouders ophalen en een andere partij kiezen. GroenLinks moet over andere onderwerpen gaan praten als het het volgende millennium wil halen.