Foto henk spaan

Teksten over Groenlinks

door Henk Spaan





Links en rechts (mei 1994)

(Vuurtoren, ledenblad GroenLinks Wageningen mei 1994)

Een debat tussen de Groenen en GroenLinks gaat al gauw over het verschil tussen links en rechts. Zo ook in de discussie in de Wereld in februari kort voor de gemeenteraadsverkiezingen. De landelijke lijsttrekker van de Groenen Hein van Meeteren vertelde daar dat de Groenen niet per definitie links of rechts zijn. Hij zei dat voor de Groenen niet het verschil tussen links en rechts belangrijk was, maar meer de manier waarop mensen of partijen met elkaar omgaan. Of zoiets. Ik vond het niet erg overtuigend, maar als puntje bij paaltje komt ben ik het met hem eens. Als mensen mij aanspreken als "links", ga ik onmiddellijk uitleggen dat ik daar niet bij hoor. Die tijd heb ik gehad.

Links en progressief zijn heel vaak gebruikt als synoniemen. Ik geloof niet dat ik nog vooruitstrevend ben. Ik zet een vraagteken bij veel aspekten van de vooruitgang. In de economische vooruitgang (en welke andere vooruitgang kan er bedoeld worden?) wordt heel wat platgewalst dat behouden zou moeten worden. Ik kan mezelf met andere woorden heel goed conservatief noemen. Dat is taboe nummer een.

Sinds de vorige eeuw was links met name de beweging van arbeiders die opkwamen voor hun eigen belangen. Dat die arbeiders toen gelijk hadden, betekent niet dat wij hun slogans zomaar kunnen herhalen. De materiƫle positie van de arbeiders is al lang niet meer het meest nijpende probleem in onze samenleving en in linkse partijen en organisaties zijn "de arbeiders" steeds minder vertegenwoordigd. Ik vind dat mensen in Nederland soberder moeten leven, ook "de arbeiders". De verdediging van belangen van kleine zelfstandigen vind ik nu belangrijker, maar daar doet links traditioneel niets aan.

Links is altijd voor overheidsingrijpen geweest in de economie. Dat was logisch omdat links de arbeiders vertegenwoordigde en dus tegen het kapitalisme was. Ik wil niet vervallen in een plat liberalisme, maar ik denk wel dat de overheid te veel taken op zich heeft genomen, daartoe mede aangespoord door links en de sociaal-democratie. Er is een bureaucratie gegroeid die steeds meer een probleem op zich wordt. Ik ben voor een beperking van het overheidsapparaat, voor beperking van het financieringstekort en tegen allerlei processen van schaalvergroting waarin de overheid bij uitstek een stimulerende of dwingende rol speelt. Links biedt daartegen geen noemenswaardige weerstand, vaak integendeel.

De lessen van de omwentelingen in Oost-Europa zijn nog maar zeer gedeeltelijk getrokken. Het beeld dat links heeft van de geschiedenis van het deze eeuw, is nog steeds vertekend. Links is er trots op in de strijd tegen het fascisme aan de goede kant te hebben gestaan en beseft te weinig aan de verkeerde kant te hebben gestaan als het ging om een even zo vernietigend en omvangrijk kwaad als het communisme. Dit laatste op te schrijven is bijna het grootste taboe van allemaal.

Tenslotte is er het linkse of progressieve idee dat de mens in principe goed is of in ieder geval op de goede weg is. Dat idee heb ik laten varen. Mensen kunnen goed zijn, maar kunnen ook beesten zijn. Dat zal niet gauw veranderen. Als er de komende vijftig jaar vooruitgang zal zijn, dan zal die vooruitgang erop neerkomen dat de mens 300.050 jaar oud is tegen 300.000 jaar nu.

Dit zijn de voornaamste reden waarom ik mezelf zo links niet meer voel en waarom ik het eens ben met de groenen dat het milieu en de manier van leven van de mensen in het rijke westen prioriteit verdient boven alle andere mogelijke thema's.