Amendementen voor het 29ste congres (februari 1985)
(Henk Spaan, afdeling Wageningen; koerier februari 1985).
Hoofdstuk VI paragraaf 1.
Deze paragraaf in zijn geheel vervangen door:
1) Vooruitlopend op nieuw vast te stellen statuten, besluit het congres tot het instellen van een landelijke ledenvergadering. Het doel van deze ledenvergadering is het democratiseren en inzichtelijker maken van besluitvormingsprocedures in de partij. Voor deze landelijke ledenvergadering zullen de volgende regels moeten gaan gelden:
- Tussen twee congressen is de landelijke ledenvergadering het hoogste orgaan in de partij;
- De landelijke ledenvergadering komt minstens eenmaal per twee maanden bij elkaar;
- Op deze vergadering wordt besloten over standpunten van de partij en over de activiteiten die de partij en het bestuur gaan aanpakken;
- Het landelijk bestuur is ten allen tijde ondergeschikt aan deze ledenvergadering.
- De ledenvergadering kan niet zomaar ingaan tegen een congresbesluit. Mocht zo'n geval zich voordoen, dan moet zo snel mogelijk een nieuw congres worden bijeengeroepen.
- De afvaardiging vanuit afdelingen naar de landelijke ledenvergadering kan kleiner van omvang zijn dan die naar een congres. Evenredig aan het ledental van een afdeling wordt een maximum aantal afgevaardigden vastgesteld.
- Binnen dat maximum kan een afdeling zelf bepalen hoeveel mensen er naar de vergadering gaan.
- In eerste instantie wordt op de landelijke ledenvergadering gestemd bij handopsteking. Als er twijfel is over de uitslag van de stemming, of als iemand daar om vraagt, dan moet er schriftelijk worden gestemd, waarbij elke afdeling zoveel stemmen krijgt als het aantal leden van die afdeling.
- Als een afdeling meerdere mensen heeft afgevaardigd, dan worden bij een schriftelijke stemming het aantal afdelingsstemmen gelijkelijk verdeeld over die afgevaardigden,
- Als er in een afdeling meer mensen naar de landelijke vergadering willen worden afgevaardigd dan het vastgestelde maximum, dan gelden voor de verkiezingsprocedure dezelfde regels als bij de afvaardiging naar een congres.
- Er moet naar gestreefd worden, om zoveel mogelijk leden toegang te geven tot de ledenvergadering. Ook niet-afgevaardigden moeten zoveel mogelijk als waarnemers toegelaten worden, uiteraard binnen zekere grenzen.
Hoofdstuk VI paragraaf 2.
Deze paragraaf in zijn geheel vervangen door;
2) Het congres erkent het recht van alle leden om hun mening onverkort en ongewijzigd te publiceren in een ledenblad. Er moet daarom meer ruimte geboden worden voor discussiebijdragen dan in de huidige ledenkrant. Alleen indien een aflevering een bepaalde maximum omvang overschrijdt, mag de redactie voor artikelen een maximum lengte vaststellen en die grens moet dan voor alle artikelen gelden. Een redactie krijgt daardoor voornamelijk administratieve taken en van een redactiebeleid is pas sprake bij een gering aantal artikelen van leden.
Toelichting.
Op dit moment zijn er voor leden teveel beperkingen om hun opvattingen in de gehele partij kenbaar te maken. De ledenkrant moet daarom "geliberaliseerd" worden. Het is op zijn minst interessant om eens te experimenteren met ruimere grenzen: Iedereen is immers vrij om lange stukken over te slaan en bovendien kan een verruiming er toe leiden dat schrijvers zich toch (maar dan vrijwillig) beperken om te voorkomen dat hun stuk ongelezen blijft. Daaraan kan worden toegevoegd, dat als de partij te enge grenzen stelt, vele leden als reactie hun stukken elders gaan publiceren en in laatste instantie een andere organisatie gaan zoeken. Dan kunnen we toch beter beginnen met pakweg vijftig bloemen te laten bloeien ?
Hoofdstuk VI. paragraaf 5,4,3 en 6 geheel vervangen door:
3) Vooruitlopend op nieuw vast te stellen statuten, stelt het congres vast dat leden van de partij ten allen tijde het recht hebben om bij elkaar te komen buiten het verband van de afdeling; op basis van een gemeenschappelijke (minderheids-) opvatting; op basis van een gemeenschappelijk werkterrein (b.v. vredesstrijd, of een bedrijfsgroep); of op basis van sekse.
Dergelijke groepen hebben steeds het recht om een meer permanent karakter te krijgen. Zij zijn dan slechts verplicht om de rest van de partij op de hoogte te stellen van het bestaan van de groep. Als de activiteit voor een partijgroep ertoe leidt dat een partijlid veel meer daarin actief is dan in zijn of haar afdeling, dan is het ook mogelijk om te worden geadministreerd als lid van die partijgroep in plaats van als lid van een afdeling.
Toelichting.
Het is niet zinvol om van bovenaf de noodzaak van vorming van partijgroepen af te kondigen, zoals in de ontwerp-resolutie gebeurt. Beter is het om de principiële rechten van leden op dit gebied vast te stellen, en om de daadwerkelijke vorming van groepen aan de leden over te laten. De onder paragraaf 4) voorgestelde verplichte raadpleging van groepen door het partijbestuur is in wezen corporatistisch en niet noodzakelijk indien besloten wordt tot instelling van een landelijke ledenvergadering.
Hoofdstuk VI, paragraaf 7
Deze paragraaf geheel vervangen door:
7) Het congres besluit dat in de partij een discussie gevoerd zal worden over nieuwe statuten, onder andere met behulp van het door het aftredende partijbestuur gepubliceerde materiaal. De verschillende opvattingen die in deze discussie naar boven komen, zullen aan een volgend congres worden voorgelegd, zodat dat congres de uiteindelijke tekst kan vaststellen. Bij voorkeur wordt deze discussie nog in 1985 afgerond.
Toelichting.
Mijn kritiek is dat er niet één discussieronde georganiseerd moet worden, maar een hele discussie (de leden moeten bij alle ronden betrokken worden); voorts moet de discussie niet slechts met behulp van het materiaal van het partijbestuur gevoerd worden, maar ook met materiaal van andere leden; tenslotte moet aan het volgende congres niet één definitief ontwerp worden voorgelegd, zoals in de ontwerpresolutie staat, maar alle voorstellen die in de discussie geformuleerd zijn, naast elkaar.
Hoofdstuk VI paragraaf 8, 9 en 10,
Het begin van 8) en 9): "Het congres draagt het partijbestuur op om ......" veranderen in: "Het congres besluit om …..".
Het begin van 10): "Het congres draagt de partij op om ….." veranderen in: "Het congres draagt het partijbestuur op om ….".
Toelichting.
Merk op dat in de ontwerp-tekst van hoofdstuk VI de meeste politiek-inhoudelijke kwesties door het congres worden opgedragen aan het partijbestuur, terwijl alleen de administratie (paragraaf 10) en de vorming van groepen met een minderheidsopvatting (paragraaf 5) wordt overgelaten aan de partij zelf. Op deze wijze zal het partijbestuur steeds controle blijven houden op alle discussies in de partij. In mijn amendering heb ik dat precies omgedraaid: de inhoudelijke kwesties zijn een zaak voor de partij als geheel, terwijl het bestuur als voornaamste verantwoordelijkheid heeft om het organisatorische kader te bieden waarin de discussie gevoerd kan worden. Het bestuur krijgt daardoor meer administratieve taken. Het socialisme moet namelijk zeker een verandering inhouden van de verhouding tussen bestuurders en bestuurden en dat principe moet dus ook in de partij tot uiting komen.