Een sprong in het duister (nov 2009)
Het voorstel van het partijbestuur voor een nieuwe inrichting voor de partijraad binnen groenlinks is een goed voorstel, maar het is ook een beetje een sprong in het duister. Aannemen van het voorstel betekent namelijk dat vrijwel alles waarover de partijraad gepraat heeft in de afgelopen vier jaar (de tijd die ik heb meegemaakt), overbodig wordt verklaard. Een blik op de agendapunten van die afgelopen tijd leert dat meer dan driekwart ervan niet meer zal terugkeren in de nieuwe opzet. De partijraad zal geen controle meer uitoefenen op fracties en bestuur, geen commissies meer samenstellen, niet meer beslissen over wijzigingen in statuten of huishoudelijk reglement en geen invloed meer hebben op kandidatencommissies en verkiezingsprocedures van landelijke verkiezingslijsten. Je zou kunnen zeggen dat het ´personeelsbeleid´ van groenlinks in handen van het bestuur komt.
Wat overblijft zijn discussies over het maken van verkiezingsplan voor de verschillende verkiezingen voor tweede kamer, provincies, gemeenten en europa en ik neem aan ook over de evaluatie ervan. Verder wordt voeren van het inhoudelijke debat een hoofdtaak van de nieuwe partijraad.
Het voorstel is een beetje een sprong in het duister omdat de inhoudelijke debatten nou juist zelden of nooit van de grond kwamen en vroegtijdig werden afgebroken omdat de vergadering haastig weer verder moest naar het volgende agendapunt en naar de verslaglegging van de een of andere fractie. Ik heb daarover al uitvoerig in mijn stukjes geklaagd en zal dat nu niet herhalen.
Bij het lezen van de voorstellen, bekruipt mij de gedachte dat het beter was geweest om alvorens de statuten te wijzigen eerst eens een paar keer inhoudelijk debat te organiseren om te zien wat de mogelijkheden of de beperkingen ervan zijn. Maar hoe dan ook juich ik de voorstellen toe en hoop ik dat ze worden aangenomen. Want in principe zie ik wel mogelijkheden om het inhoudelijke debat in groenlinks handen en voeten te geven.
De eerste vraag is nu wat de partijraad zelf zal vinden van de huidige voorstellen als die er in september over gaat praten. Dat is belangrijk, want de mening van de partijraad of van leden ervan zal op het congres in november zwaar meewegen bij het uiteindelijke besluit. Als er een grote weerstand is in de partijraad en als er gesproken wordt van schande en van een machtsgreep van het bestuur of zoiets dergelijks, dan is de kans reëel dat alles bij het oude blijft. Dat zou geen ramp zijn, maar zeker een gemiste kans.
Natuurlijk komen er verwijten dat zo het bestuur en de toezichtsraad in de nieuwe structuur teveel macht krijgen en dat je de deur openzet voor vriendjespolitiek. Dat risico is aanwezig maar in de verkiezingen voor commissies die ik heb meegemaakt, was er misschien geen vriendjespolitiek, maar de volslagen willekeur waarmee de partijraad koos, lijkt mij niet beter dan een weloverwogen keuze van het bestuur. Bovendien behoudt de partijraad in de toekomst de mogelijkheid om te pleiten voor een bepaalde diversiteit en daar moet het bestuur dan rekening mee houden.
De volgende vraag is hoe het inhoudelijke debat in de nieuwe partijraad gaat plaatsvinden. Daarop zal ik in een volgend stukje verder ingaan.