Guerrilla Gardeners (mei 2008)
We worden in GroenLinks overspoeld met oproepen om deel te nemen aan akties voor een groene omgeving en voor guerrilla gardeners. Ik ben voor een groene woonomgeving, maar toch staat deze campagne me erg tegen.
Om te beginnen de gedachte dat je een guerrilla moet voeren om de woonomgeving groener te maken. In een tijd waarin alom gewaarschuwd wordt voor de gevaren van radicalisme, gaat GroenLinks nog eens even spelen met de gedachte aan een guerrilla (letterlijk betekent dat een kleine oorlog) om haar schone doelstellingen te verwezenlijken. Ik bedoel: hoe kunnen we van de onze islamitische landgenoten vragen om het radicalisme in de eigen omgeving binnen de perken te houden, als we zelf lichtvaardig dreigen met oorlog voor onze idealen. GroenLinks is zich niet voldoende bewust van het gevaar van radicalisme in de eigen kring. Na de moord op Theo van Gogh deed Femke Halsema met een aantal vrouwen een oproep tegen radicalisme en uit de tekst van die oproep begreep ik dat zij bedoelde het radicalisme van Mohammed B. en tegelijkertijd het radicalisme van de groepen rechtse jongeren die de moord een aanleiding vonden om moskeeën in de fik te steken. Het stoorde me toen al dat het radicalisme uit de eigen kring daarbij overmeld bleef. En er ging een storm van protest op toen ik laatst op de partijraad zei dat de moordenaar van Pim Fortuyn uit onze eigen kring kwam. Volkert van der G. werkte voor Milieu-offensief, een club die alleen al door de naamkeuze kennelijk vond dat Milieu-defensie te voorzichtig was, niet radicaal genoeg.
Ik zou het prettig vinden als GroenLinks een hele grote afstand houd van radicalisme in de eigen kring. Met eigen kring bedoel ik niet alleen de leden van GroenLinks, maar ook de wereld eromheen van milieuvrienden, wereldverbeteraars en dierenvrienden. Wat dat betreft klaag ik overigens niet en ik was blij dat GroenLinks duidelijk afstand nam van acties van dierenactivisten tegen individuele medewerkers van dierenproef-bedrijven. Soms mag dat nog wel een keer extra gezegd worden: wij willen niets te maken hebben met radicale milieu-acties die mensen persoonlijk kunnen gaan bedreigen. En laten we ook maar niet spelen met de gedachte aan een guerrilla voor een groene woonomgeving want voor dat je het weet doen er een paar idioten mee die het idee letterlijk nemen.
Een groene woonomgeving is bovendien een onderwerp dat zich bij uitstek leent voor geduldig overleg met bewoners van buurten, met gemeenteambtenaren en met plantsoenendiensten. Het is een onderwerp waarop heel gemakkelijk mensen bijeen zijn te brengen en waarop je in overleg goede resultaten kan boeken. En juist de door de guerrilla gardeners gekozen actievorm is het minst geschikt om blijvende veranderingen te bewerkstelligen. Als tien mensen op een dag wat van de overbekende prikkelstruikjes weghalen en daarvoor in de plaats wat viooltjes en afrikaantjes neerzetten, dan weet je zeker dat na een maand of drie alleen nog maar een kale troep over is en dat je dan beter die struikjes had kunnen laten staan. Onderhoud van groen is een vak waar iets meer bij komt kijken dat goede wil en mooie idealen.
Voor werkgroepen die zich verdiepen in de inrichting van de woonomgeving is veel te doen, maar het vraagt ook geduld. Je moeten praten over breedte van trottoirs, over inrichting van parkeerterreinen, over maaibeleid, over onderhoud van bloemperken; je moet praten over speelgelegenheid en over de veiligheidsnormen voor speeltoestellen. In mijn eigen buurt was een grasveldje met wat toestellen, maar toen kwam de gemeente met nieuwe toestellen en met de daarbij behorende veiligheidsnormen en het grasveldje is veranderd is een zandvlakte met in een hoekje nog 50 vierkante meter gras. Ik had de indruk dat de gemeente zo min mogelijk groen en zoveel mogelijk zand en steen in het ontwerp te stoppen omdat zand en steen nou eenmaal minder onderhoud vragen. Dat zijn belangrijke problemen die je tegenkomt als je de woonomgeving groen wilt maken.
Een ander punt waar je over moet nadenken en praten is de vraag of je openbaar groen wilt of privé-tuinen. Er zijn nogal wat flatwijken met veel openbaar groen maar ook met de mogelijkheid om dat groen in te richten als privé tuinen. Daarmee zou de leefbaarheid van die flatwijken aanzienlijk kunnen verbeteren en groenlinks zou zich daarvoor kunnen inzetten in overleg met gemeente, bewoners en woningbouwverenigingen. Echte veranderingen komen op zijn vroegst pas na een jaar of na twee jaar praten, vergaderen en ontwerpen. En zeker niet door overvalacties op een zaterdagmorgen of erger nog in de nacht, wat (voorzover ik begrepen heb) de Engelse uitvinders van de Guerilla-gardeners doen.