Stukken / Stukjes

door Henk Spaan




Klimaatconclusies (jan recent)

In de afgelopen twee jaar heb ik de stukjes die ik schreef geplaatst op mijn website onder de kop "klimaat". De laatste maanden van 2019 ben ik ermee gestopt, omdat het onderwerp me eerlijk gezegd begon te vervelen. Niet omdat klimaatproblemen minder zijn geworden, integendeel, maar omdat ik het gevoel had dat ik mezelf ging herhalen. Ik zélf werd vervelend. Misschien is het toch goed een paar conclusies te trekken.

Ten eerste. Toen mij rond oudjaar gevraagd werd wat ik zou willen voor het komende jaar, realiseerde ik me dat ik zou willen dat in de toekomst alles en iedereen precies hetzelfde tarief zou betalen voor energie. Daarvan is nu geen sprake: de grootverbruikers betalen een derde van het tarief dat burgers betalen. Als we zuinig willen zijn met energie moet dat in de eerste plaats gelden voor de grootverbruikers. Bereken het maar door in de prijzen bijvoorbeeld bij de hoogovens, de glastuinbouw maar ook het gebruik van internet door middel van energiegebruik van datacentra. Die dingen moeten veel duurder worden. Zo kunnen we klimaatbeleid koppelen aan rechtvaardigheid. Een hoofdpunt.

Ten tweede. Er zijn ambitieuze plannen voor een klimaatbeleid, maar ik betwijfel of, als al die plannen gerealiseerd worden (onwaarschijnlijk), we over twintig jaar tevreden tegen elkaar kunnen zeggen: "Goh, de winters zijn toch weer kouder geworden, we kunnen weer vaker schaatsen dan rond recent". Ik geloof daar niets van. Ik heb nog steeds twijfels. Spelen het broeikas-effect en CO2 wel zo'n centrale rol in de temperatuurstijgingen als meestal (of altijd) beweerd wordt? Is niet het totaal aan menselijke productieve en consumptieve activiteit minstens zo belangrijk voor opwarming? Of misschien de wereldwijde daling van het grondwaterpeil. Die vraag wordt nauwelijks gesteld. Je mág die vraag niet eens stellen als je geen scepticus wil worden genoemd.

Ten derde. En dan heb je er de idioten die zeggen dat een klimaatneutrale economie gemakkelijk te realiseren is, het komt er slechts op aan, het te wíllen. Een gevaarlijke illusie. Een economie die zuiniger is met grondstoffen en met energie en die meer nadruk legt op een eerlijker verdeling van rijkdom is moeilijk te verwezenlijken. Zég dat dat moeilijk zal zijn: bereid mensen er maar op vóór. De nadelen van electrische auto's (accu's, kostbare elementen) worden systematisch over het hoofd gezien en ik vermoed dat de werkelijkheid ons uit onze klimaatneutrale dromen nog wel eens ruw zal wakker schudden.

Ten vierde. De tijd waarin economische groei een centrale doelstelling is in de samenleving lijkt aan zijn eind te komen. De aarde kan dat niet langer hebben en mensen móeten zoeken naar een andere oriëntering. Dat zal niet makkelijk en niet vrijwillig gaan. Een tijdje geleden dacht ik nog: "Rustig maar, we hebben nog tijd", maar mensen in Australië zullen zolangzamerhand zich wel realiseren dat er niet heel veel tijd meer is. Het economische-groeimodel loopt dood en ik denk eigenlijk dat mensen moeten beseffen dat het centrale doel in de economie, schaalvergroting en grotere verkeersstromen van mensen en goederen (kortom, vervangen van menselijke arbeid door machines en auto's), zal moeten worden bijgesteld. Mensen moeten weer meer met de handen doen, en met hun eígen hersens. Kernachtig gezegd: Boeren moeten niet met oprotpremies de landbouw uit, er moet méér menselijke arbeid de landbouw in.

Ten vijfde. Toen de Hoge Raad in december het Urgenda-vonnis bevestigde, was ik op geen enkele manier blij of opgelucht. Integendeel. Het gaf mij de zekerheid dat Nederland, of de mensen, of de wereld met rasse schreden voort zou gaan met reeksen ingrijpende en in ieder geval peperdure technische maatregelen. Heel haastig meer dwaasheid. Er zijn redenen om vragen te stellen bij de effectiviteit daarvan, temeer om het eigenlijke doel ervan, minder energiegebruik, minder verkeersstromen, minder verspilling van grondstoffen, niet centraal staat en zelfs niet daadwerkelijk als doel geformuleerd worden. Dure technische maatregelen zijn nu verplicht, maar hoe toetsen we of we maximaal 1,5 graden temperatuurstijging zullen halen? Of 25 procent minder CO2-uitstoot volgend jaar?