Beroepsoptimisten.
In diezelfde NRC lezen we een opinie stuk dat in zijn strekking lijnrecht ingaat tegen het stuk van Ewald Engelen. Een aantal filosofen, journalisten en publicisten heeft een "Bende van de vooruitgang" gevormd. Zij weten dat er maatschappelijke problemen zijn, maar spreken de overtuiging uit dat technische en economische vooruitgang het overwinnen van die problemen mogelijk zal maken. In de ondertekenaars herkennen we schrijvers van een boek over Ecomodernisme en bijvoorbeeld ook Maarten Boudrie, kolomnist van de NRC. De schrijvers willen tegenwicht bieden tegen alle doemdenkers en pessimisten. Zij vinden optimisme niet slechts een plicht, maar ook iets dat wordt onderssteund door harde feiten. Niet alleen is de economische, technische en wetenschappelijke vooruitgang in de afgelopen honderden jaren onmiskenbaar, de ervaring leert dat mensen telkens ontstane problemen weten op te lossen. Dat is zeker, maar het is óók zeker dat de redenering niet klopt.
Want soms krijgen pessimisten gelijk: zouden er ook "Bendes van de Vooruitgang " geweest zijn in de zomer van 1914 of van 1939? Het betoog van de beroepsoptimisten overtuigt dan ook niet. Veel mensen hebben pessimistische toekomstverwachtingen en willen niet alleen maar horen dat de mens vanaf het Stenen Tijdperk enorm is vooruit gegaan. Ik ben niet dol op het gesomber van Ewald Engelen, maar het antwoord van de Bende van de Vooruitgang: "Joh, het gaat goed en we moeten gewoon dóór", kan ik ook niet goed pruimen. We schieten daar niets mee op.