Amendementen voor de toekomst (october 2008)
Het lezen en proberen te begrijpen van de ingediende amendementen is een ontmoedigende bezigheid. Want op het moment dat je in de gaten krijgt wat de bedoeling van een amendement geweest kan zijn, stuit je alweer op het eindoordeel dat over dat amendement is uitgesproken: geen wezenlijke verbetering, niet aan de orde in deze paragraaf, te lang, te stellig of de dooddoener: dit is geen uitgangspunt. En als een amendement wordt overgenomen, denk je: shit dan moet ik de amendementen op de oude tekst weer opnieuw gaan overwegen.
Juist de aanbevelingen bij de amendementen zijn ontmoedigend en laat ik er meteen aan toevoegen: in veel gevallen misplaatst.
Natuurlijk zijn er aanbevelingen bij sommige amendementen nodig. Iedere journalist weet dat toevoegingen als: bijvoorbeeld, met name of onder andere teksten alleen maar zwakker maken. Dat mag best even gezegd worden. Het is ook goed om sommige amendementen niet in stemming te brengen of om ze zonder discussie over te nemen.
Maar als het om inhoudelijke verschillen van mening gaat, moeten de aanbevelingen vermeden worden. Het is alsof de voorzitter van een vergadering de discussie begint met te zeggen dat de bedoeling is om een bepaald besluit te nemen. Een flink aantal amendementen probeert te formuleren dat 'wij' (GroenLinks, Nederland, Europa, of het rijke deel van de wereld) een stap terug moeten doen ter wille van het milieu of van de armoede elders op de wereld. Een aanbeveling als schot voor de boeg is niet op zijn plaats, sterker nog: de voorbereiders van het congres konden op hun klompen aanvoelen dat dit een van de discussiepunten zou worden en had al tevoren moeten zoeken naar verschillende formuleringen naast elkaar.
Als de voorbereiders die keuze zo helder mogelijk en onbevangen aan het congres zouden voorleggen, dan kon het congres interessant worden met een uitslag die niet vantevoren duidelijk was. Nu krijgt het hele gedoe iets gejaagds: mensen die zenuwachtig de koppen bij elkaar steken om er toch iets "oppositioneels" door te douwen of bestuurders die zenuwachtig proberen dat te voorkomen. Van gewoon een interessante discussie, waarbij er in de loop van de discussie nog een tekst hier of daar wat veranderen kan, zal geen sprake zijn. Dat staat nu al vast.
Als ik mij de amendementen van de eerste drie uitgangspunten voor de geest haal, dan pik ik daar een paar dilemma's uit: de westerse consumptie die wel of niet terug moet; moeten we iets zeggen over de overbevolking in de wereld; op welke manier spreken wij ons uit over economische groei en moeten we bij milieumaatregelen wel of niet de positie van de laagstbetaalden beschermen of verbeteren. (Zelf had ik nog een voorstel om vermindering van auto en vliegverkeer centraal te stellen, maar dat heb ik ingetrokken omdat ik geen zin had om ermee bij Jan en Alleman te leuren om vijftien ondertekenaars te vinden.) Ik zou willen dat het voorzitterschap de dilemma's eruit zou pikken en zonder vooroordeel op de congresagenda zou zetten. Maar de discussie zal nu alleen gaan over lapjes tekst. En misschien blijft er uiteindelijk zo weinig over, dat de discussie nergens meer over gaat. Die kans is nog het grootst: dat het hele zooitje amendementen er in drie uur doorgejast kan worden en dat we precies op tijd klaar zijn voor de dames en heren journalisten om de feesttoespraak van Femke Halsema op het zeven uur journaal te krijgen.