Foto henk spaan

Teksten over Groenlinks

door Henk Spaan





Moet groenlinks liberaal worden? (december 2005)

Het wetenschappelijk bureau GroenLinks heeft een boekje gepubliceerd onder de titel “Vrijheid als ideaal”, met bijdragen van verschillende GroenLinksers en niet GroenLinksers. Het boekje gaat kennelijk over de idealen en over de koers van GroenLinks en verdient als zodanig wel enige aandacht. Ik wil er graag mijn commentaar op geven.
Allereerst valt op, dat GroenLinks zich kennelijk wil presenteren als een daadwerkelijk liberale partij. GroenLinks probeert op het gebied van het liberalisme zijn plekje te veroveren. Ik moet aannemen dat de fouten van GroenLinks (en de voorgangers ervan) in het verleden waren dat men niet echt liberaal was en waarschijnlijk teveel drammerig, teveel rechtlijnig socialistisch. Het is jammer dat dat nergens expliciet in de tekst wordt uitgewerkt, maar dat gevoel blijft hangen: “Toen waren we niet goed, maar nu wel”. Een enkele keer wordt daar iets meer over gezegd, maar dan bij voorkeur in de vorm van kritiek op de SP en eigenlijk nooit in de vorm van zelfkritiek. Jammer.
Als GroenLinks liberaal wil zijn, wordt het dringen binnen het liberalisme. De PvdA wil dat ook al heel lang, dan is er nog D’66 en natuurlijk de klassiek liberale partij de VVD. Van de grotere partijen blijven alleen de CDA en de SP over die niet liberaal zijn. GroenLinks kan zich dus alleen een plaatsje veroveren door het begrip liberaal uit elkaar te trekken en de verschillen te overdrijven. Dat gebeurt dan ook in het boekje. Er wordt een verschil bedacht tussen positieve vrijheden en negatieve vrijheden en dan is GroenLinks natuurlijk de verdediger van positieve vrijheden. Het andere liberalisme (klassiek, seculier) wordt allerlei tekortkomingen in de schoenen geschoven en krijgt het verwijt niet echt liberaal meer te zijn, conservatief, autoritair of zoiets dergelijks. Het boekje lijkt een strijd te voeren om de juridische rechten op het gebruik van de term liberaal.
Dat GroenLinks liberaal wil zijn wordt vrij sterk in het boekje benadrukt; je krijgt bijna het idee dat het iets nieuws is, maar dat is het niet. GroenLinks en ook de voorgangers ervan zijn al lang te kenschetsen als "links liberaal". De vernieuwers in de CPN wilden al afrekenen met de dogma's van de orthodoxe vleugel in de partij, zoals ook Andree van Es een liberale kritiek had op de rechtlijnigheid van de pacifist Fred van der Spek. Ook in de PPR kreeg de liberalere Ria Beckers de overhand toen Bas de Gaaij Fortman een zwakke poging deed om de partij een groenere kant op te sturen.
Het is de vraag of dat wenselijk is. Het is goed als radicalisme en zendingsdrang van sommigen wordt geremd door anderen, door meer gematigde personen of stromingen. Relativering en matiging, ofwel laten we zeggen een soort liberalisme, zijn nuttig en belangrijk. Dat betekent echter niet dat alle politieke partijen gematigd of liberaal moeten zijn. Integendeel. Een van de belangrijke taken van de politiek is het maatschappelijk debat te voeren en ook voor niet-ingewijden gegrijpelijk te maken. De VVD hoort liberaal te zijn, niet religieus en voor werking van de vrije markt, het CDA hoort te spreken over haar christelijke normen en waarden, de PvdA hoort te pleiten voor kleinere inkomensverschillen en zo voort. Een vereenvoudiging van de werkelijkheid en hier en daar wat overdrijving zijn voor het debat nuttig en noodzakelijk.
Als alle partijen het midden opzoeken, zullen de discussies over steeds onbelangrijker details gaan. Men gaat elkaar vliegen afvangen; het debat wordt saaier en het publiek verliest zijn belangstelling. Ik heb niet veel sympathie voor de SP, maar ik geef toe dat de spectaculaire winst die de SP in de afgelopen 15 jaar geboekt heeft, te danken is aan het feit dat zij het midden niet heeft opgezocht. Zij vervulde daarmee een nuttige functie. Ik denk dat niemand erbij gebaat is als GroenLinks nu wél het midden opzoekt door zichzelf als liberaal te presenteren.
Maar het is ook niet wenselijk als GroenLinks teruggrijpt op de oude idealen uit het verleden van de partij of van de voorgangers ervan. De kritiek op dat verleden is meestal terecht en er zijn heel wat punten waarop die kritiek nog niet scherp genoeg is geformuleerd. Maar daar gaat het nu niet om. Ik zou willen dat GroenLinks stopt zichzelf te presenteren als belangenbehartiger van allerlei groepen of organisaties in de samenleving, de laagstbetaalden, de consumenten, de jongeren, de ouderen, de allochtonen of dergelijken. Groepen die zich te kort gedaan voelen moeten daar zeker iets aan doen. Maar GroenLinks moet zich niet langer automatisch solidair verklaren met elke ontevredene of elke klager. We hoeven niet meer elke aktie van de vakbonden te steunen; er zijn ondernemers (sommige boeren, sommige middenstanders) die te weinig verdienen en er zijn werknemers die teveel verdienen. Ik verbaasde mij over de massale steun binnen GroenLinks voor de akties twee jaar geleden voor behoud van de prepensioenen. Dat waren akties voor belangen van werknemers met een vast dienstverband, terwijl niemand in de gaten leek te hebben dat er een groeiende groep uitzendkrachten en flexwerkers is die inmiddels geen enkel pensioen meer opbouwt, geen enkele periodieke loonsverhoging kan verwachten of wat voor ontslagpremie dan ook. Die groep zal zich vroeg of laat heus wel melden en GroenLinks kan daar wat mij betreft rustig op wachten.
Als GroenLinks stopt zich te gedragen als plaatsvervangend belangenbehartiger, ontstaat er ruimte voor een vrij eenvoudige vaststelling, namelijk dat er in de maatschappij veranderingen wenselijk kunnen zijn die in niemands privé-belang zijn, die tegen allerlei belangen in gaan. Dan ontstaat er ook ruimte voor de vaststelling dat de armen in Nederland in wereldverhoudingen nog steeds rijken zijn. Dan kunnen we ook vaststellen ten eerste dat Nederland (of uitgebreider met een ouderwetse term: het rijke westen) een onevenredig deel van de maatschappelijke rijkdommen en van de grondstoffen op de wereld naar zich toetrekt; en ten tweede dat een probleem als de opwarming van de aarde ons dwingt te denken over maatregelen om zuiniger om te gaan met grondstoffen, met brandstof en met het milieu. In de praktijk kan dat uitdraaiing op een pleidooi tegen liberalisering, met name economische liberalisering.
GroenLinks moet de ongelijkheid in de wereld meer vooropstellen, het gevaar van de opwarming van de aarde, de verspilling van grondstoffen en brandstoffen, kortom zich verzetten tegen het inmiddels dwangmatig te noemen streven naar economische groei. Dat is moeilijk, maar de partij hoeft daarmee niet veel te verliezen. Een groot deel van de groepen die GroenLinks pretendeert te verdedigen is sowieso al niet op GroenLinks georienteerd. Die vinden (niet helemaal ten onrechte) GroenLinks maar een intellectuelen-partijtje. Zij hebben bovendien andere organisaties die voor hun een logischer vertegenwoordiger in de politiek zijn, de PvdA natuurlijk, om historische reden, de SP om praktische reden omdat die vaak feller zijn en natuurlijk de vakbonden. De belangrijkste afvallers zullen delen van het oude (linkse) kader van GroenLinks zijn, die vast willen houden aan de idealen van socialisme of pacifisme. Die zijn waarschijnlijk net zo ontevreden over "Vrijheid als ideaal" als ik, maar dan om heel andere redenen. Zij mogen gerust van mij met een bedankje en een bos bloemen een onderdak zoeken in de SP. No hard feelings.
Uit het boekje "Vrijheid als ideaal" begrijp ik echter dat GroenLinks helemaal niet de kant op wil, die ik zou willen. Het laatste hoofdstuk is geschreven door Femke Halsema die een soort overzicht van het boekje geeft en dan tegen het eind het volgende schrijft:
"Vooral in de groene politiek zou niet het moralisme maar het praktisch idealisme moeten regeren. (…) Veel beter dan het veroordelen van consumentistische leefstijlen of het milieuvervuilende bedrijfsleven, is het hanteren van het principe dat de vervuiler betaalt, van radicale 'vergroening' van het belastingstelsel en het goedkoper maken van milieuvriendelijk gedrag. Praktisch idealisme is gebaseerd op de gedachte dat mensen redenen hebben voor de keuzes die zij maken. Het 'geheven vingertje' brengt mensen niet op andere gedachten, noch doet het recht aan de (al dan niet milieuvervuilende) beslissingen die zij met gegronde redenen nemen. Mensen herzien hun beslissingen veel eerder als zij praktische milieuvriendelijke en groene handelingsalternatieven krijgen aangereikt".
Ik kan dat maar op één manier uitleggen: "We hoeven niemand een verwijt te maken, de mensen willen nog steeds het goede, maar we moeten zorgen dat de overheid met subsidies en belastingen prijzen en gedragingen zodanig stuurt, dat een beter milieu en grotere rechtvaardigheid daaruit vanzelf voortvloeien. Wij heffen ons vingertje niet meer, de overheid zal wel zorgen dat alles in orde komt". Met enige kwade wil zou ik kunnen toevoegen: "Geef ons, GroenLinksers, maar de goedbetaalde overheidsbanen om die problemen voor jullie op te lossen".
Ik geef toe: moralisme is vervelend. Moralisme is hinderlijk. Als iemand over iets vreselijk verontwaardigd is en mij daarvan wil overtuigen heb ik een onbedwingbare neiging om het hoofd weg te draaien en denk ik : bespaar me dat gepreek! Maar het is nou juist een taak van GroenLinks om de discussie over een aantal belangrijke onderwerpen van moralisme vrij te maken door het onderwerp te maken van een degelijke serieuze discussie. We hoeven de verstokte autorijders niet met moralisme en verwijten om de oren te slaan als we de vraag bovenaan de politieke agenda plaatsen hoe het autoverkeer kan verminderen. Of als we zeggen dat het móet verminderen. Want het is een groot probleem dat niet alleen veroorzaakt wordt door mensen die met 200 km/uur over de snelweg razen. Laat degenen die niet een deel zijn van het probleem de vinger maar opsteken, ik ken ze niet.
Juist het feit dat het niet door een politieke partij bovenaan de agenda wordt geplaatst, zorgt ervoor dat diegenen die er wel iets van willen zeggen, al snel vervallen in moralisme en zedenprekerij.
Haal het gebruik van de auto in het programma naar voren, verstop het niet in hoofdstuk zes in een wirwar van regeltjes, geboden, verboden, subsidies en boetes. Zeg dat er iets moet veranderen, zeg dat de overheid maatregelen moet nemen, maar zeg óók dat burgers maatregelen moeten nemen, en bedrijven en alle andere organisaties en instellingen. En wees niet bang dat dat moralistisch kan lijken. Het is een uitgebreide discussie meer dan waard.
Tenslotte heb ik nog een opmerking over het boekje die me van het hart moet hoewel het los staat van de inhoud van bovenstaand stuk. Op bladzijde 9 schrijft Bart Snels, directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks:
"Toch lijkt het debat hier veel meer naar binnen gekeerd en speelt de angst voor de islam na de politieke moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh een grotere rol dan in de Verenigde Staten. Islamitisch terrorisme is een internationaal fenomeen ….. enz.".
Het gebeurt wel vaker, zo regelmatig dat je het bijna niet opmerkt en er het schandelijke niet van ziet: De moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh worden in één adem genoemd en vervolgens ongemerkt in de schoenen geschoven van het islamitisch radicalisme, terwijl we allemaal weten dat de moordenaar van Pim Fortuyn geen islamiet was, maar veeleer uit ónze kring kwam.
Daar hebben we dus nog steeds te weinig bij stilgestaan.