Foto henk spaan

Henk Spaan





Moecha Tsjakatoecha (mei 1991)

Bij een cursus Russisch in Zwolle kregen de deelnemers van de docente een fragment van een Russisch kindergedicht van Kornej Tsjoekovski. Wij moesten het gedicht lezen en begrijpen en toen heb ik geprobeerd er een behoorlijke vertaling van te maken. De tekst was niet volledig en daar heb ik het bij gelaten.
In 2016 verscheen "Bij mij op de maan", een verzameling Russische kindergedichten, vertaald door Robbert-Jan Henkes. In die bundel staat ook een vertaling van "Moecha Tsjakatoecha". Daaruit leerde ik de rest van het verhaal: De mug hakt vrij eenvoudig de spin zijn kop af, trouwt vervolgens met de vlieg en dan volgt nog een groot bruiloftfeest.
Robbert-Jan Henkes vertaalde onder andere ook de songs van de Beatles en van Bob Dylan.
Onderaan heb ik een kopie geplaatst van de vertaling van Henkes.

Vliegje, vliegje, kleine zoemer,
Met een goud geverfde buik.
Vliegje vond eens in een veld
Portmonnee gevuld met geld.
Dus ging hij naar de bazar,
En kocht daar een samovaar
"Komt nu nader kakkerlakken,
Om een kopje thee te pakken!"
Kakkerlakken dronken, hop,
In één teug hun bekers op.

En de torren kregen elk
Koekjes en drie koppen melk.
Pissebedden eten taart,
Want de zoemvlieg die verjaart.

Spoedig kwamen ook de wespen,
Schonken aan de vlieg sandalen;
Maar dat waren geen normale,
Want zij hadden gouden gespen.

Zoemvlieg was blij,
Want moeder bij
bracht een grote pot honing
mee naar de partij.

"Vlindertje, schoonheid,
Proef van de jam,
Smaakt buitengewoon, meid,
Geniet maar van hem!".

Plots komt er een oude spin,
Drijft de vlieg een hoekje in,
Wil de arme zoemvlieg grijpen,
Hem zijn laatste lucht uitknijpen!

"Lieve gasten, op uw pootjes!
Hak dat smerig beest in mootjes!
Want te eten gaf ik U!
En te drinken gaf ik U!
Laat me nu niet in de steek!
M'n laatste uur slaat, potverju!"

Maar de kevers en de slakken
Werden bang als kakkerlakken.
Ieder wilde dekking zoeken,
stoof uiteen naar alle hoeken:

Kakkerlakken in de divan
En de maden in een braadpan
En de oorwurm onder 't bed.
Vechten? Neen! Zij haatten het!

Niemand geeft een slag of stoot,
Beweegt geen vleugel of geen poot.
Vliegje is in grote nood,
Gaat op zijn verjaardag dood!

Ook de krekel schrikt zich lens en
Gedraagt zich net als grote mensen
Hup, hup, hup, vlug,
Trekt zich terug
Onder 'n brug
En zwijgt stug!

Maar de boosaard maakt geen praatjes
Weeft de pootjes van de vlieg in een web van dunne draadjes.
Scherpe tanden drijft hij dwars door zijn donder
En hij slurpt dan zijn bloed en de vlieg gaat ten onder.

Vlieg geeft een gil,
Hartverscheurend,
Maar de boosaard grijnst,
Knikt goedkeurend.

Plotsklaps komt ergens vandaan
Rustig een klein mugje aan.
En hij heeft in zijn hand
Een klein lantaarntje dat brandt:
"Waar is de moord'naar,
Waar is dat gebroed,
'k Denk niet da 'k voor haar
Bang wezen moet!"